Kamervragen over de reductie van de vleesconsumptie als onderdeel van het
Europese klimaatbeleid
07 april 2009 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister, mede namens haar collega van VROM,
antwoord geeft op vragen over het ontbreken van waarschuwingen over
vleesconsumptie in het huidige Europese klimaatbeleid.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer (VROM), de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over reductie
van de vleesconsumptie als onderdeel van het Europese klimaatbeleid.
1
Kent u het bericht "Europarlement: 80% minder uitstoot CO2 in 2050"?
Ja.
2
Deelt u de mening dat het merkwaardig is dat de oproepen om minder vlees te eten en om
dierlijke producten te etiketteren, met een waarschuwing over klimaatschade geschrapt is
uit de aanbevelingen? Zo ja, bent u bereid druk uit te oefenen op de Europese Commissie
om de consumptie van dierlijke eiwitten te verminderen? Zo nee, waarom niet?
3
Deelt u de mening dat een vermindering van de consumptie van dierlijke producten
onderdeel zou moeten worden van het Europese klimaatbeleid? Zo ja, op welke termijn en
wijze? Zo nee, waarom niet?
4
Deelt u de mening dat het merkwaardig is dat consumenten wel vanuit overheidscampagnes
worden gestimuleerd over het formaat van hun auto, het gebruik van
bepaalde soorten lampen of isolatiematerialen in relatie tot klimaat en energiegebruik,
maar niet over de impact van de consumptie van dierlijke eiwitten in relatie tot klimaat,
energie, voedselverdeling en landgebruik? Zo ja, welke actie onderneemt u om dit te
veranderen? Zo nee, waarom niet?
Ik heb geen oordeel over de wijze waarop een rapport van het Europees Parlement tot
stand komt.
Ik heb eerder aangegeven, dat verschuivingen in het consumptiepatroon van eiwitten
kunnen bijdragen om de milieubelasting te verminderen. Daarom zou het goed zijn om er
in het kader van het Europees klimaatbeleid aandacht aan te besteden. De uitkomst van
het onderzoek van Blonk Milieu Advies (TK 2008-2009, 30 196, nr. 42) geeft aan, dat de
kwestie te genuanceerd is voor eenvoudige antwoorden. Er zijn meerdere opties om de
milieueffecten van de huidige eiwitconsumptie te verminderen.
Ik wil me ervoor inzetten dat in het kader van het Europese klimaatbeleid ook de
consumptie van dierlijke eiwitten wordt geagendeerd. Zo kan er langs verschillende
sporen, zowel aan de productie- als aan de consumptiekant, voor dit onderwerp aan
verduurzaming worden gewerkt. Bij de agendering van de consumptie wil ik vooral
inzetten op acties die leiden tot bewustwording van de Europese consument met behulp
van objectieve informatie over de duurzaamheidaspecten van de consumptie van dierlijke
eiwitten. Publiekscampagnes zouden daar deel van kunnen uitmaken. Daarnaast wil ik
bevorderen dat er ook op Europees niveau meer aandacht komt voor het verminderen van
verspilling van voedsel en voor investering in de ontwikkeling en het op de markt brengen
van nieuwe, meer duurzame eiwitproducten, zodat er een verbreding van het aanbod
komt en de consument meer keuzemogelijkheden krijgt.
In de beleidsagenda voor het kabinetsthema Biodiversiteit, voedsel en vlees, die in het
voorjaar van 2009 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, zal ik hier nader op ingaan.
5
Heeft u enig idee waarom binnen Europa de consumptie van dierlijke eiwitten geen
onderdeel uitmaakt van het beleid om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
Tot op heden is op de meeste terreinen de aandacht primair gericht op een directe
beïnvloeding van de uitstoot van broeikasgassen. Voor de veehouderij betekent dit dat de
aandacht vooral gericht is op aanpassingen in de productieketens en houderijsystemen
om de emissies te verlagen. De consumptie is daarbij onderbelicht gebleven. In veel
andere EU-lidstaten is het eiwitthema zowel maatschappelijk, als politiek nog nauwelijks
een onderwerp van discussie.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit