Uitzending Nova 7 april 2009
Kamerstuk, 8 april 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
8 april 2009
Geachte voorzitter,
Op 7 april jl. zond het televisieprogramma Nova een item uit over
langdurige afzondering in de GGZ.
In de uitzending werd gesproken over 150 zeer langdurige separaties.
Het getal komt voort uit een optelling van het aantal langdurige
separaties en afzonderingen in de GGZ in jaren 2004 tot en met 2008.
De nadere gegevens treft u in onderstaande tabel aan.
Zie het origineel
Ik wil voorop stellen dat ik geschrokken ben van deze cijfers, zeker
als je deze zo over een wat langere periode bij elkaar optelt. Elke
langdurige separatie is er natuurlijk één te veel en voor alle
betrokkenen is dit uiteraard een zeer ingrijpende gebeurtenis. Het
veld streeft er nu naar via de projecten dwang en drang om het aantal
separaties zo klein mogelijk te maken.
Uit het Bopzis-registratiesysteem van de Inspectie voor de
gezondheidszorg (IGZ) volgt dat er in de periode van 2004 tot en met
2008 in totaal 134 separaties en 17 afzonderingen zijn gemeld, die
langer duurden dan 1 jaar. Het gaat dus om een periode van vijf jaar.
Nova heeft deze aantallen opgeteld en komt dus uit op een aantal van
151.
Bij deze aantallen moet een belangrijke kanttekening worden geplaatst.
Voor de gemelde aantallen van 151 geldt dat bij aanvang sprake was van
separatie of afzondering. De beëindiging van een separatie of een
afzondering wordt, in geval deze parallel loopt aan een andere
dwangmaatregel zoals bijvoorbeeld dwangmedicatie, niet afzonderlijk
afgemeld bij de inspectie voor de gezondheidszorg. Zoals u
waarschijnlijk weet komen separatie en het toedienen van
dwangmedicatie in het kader van een dwangbehandeling vaker
gecombineerd voor. Pas als de volledige dwangbehandeling is beëindigd,
vindt afmelding plaats. Het is ook niet verplicht op grond van de Wet
bopz om de tussentijdse beëindiging van een separatie of van een
afzondering - als onderdeel van de dwangbehandeling - te melden.
Dit kan betekenen dat een separatie of afzondering in werkelijkheid
veel korter geduurd heeft dan een jaar, terwijl die wel als één jaar
wordt geregistreerd. Dit komt bijvoorbeeld omdat de dwangmedicatie in
dat geval één jaar geduurd heeft. Het registratiesysteem Bopzis kan
dus een vertekend beeld opleveren van het aantal langdurende
afzonderingen en separaties.
Mede hierom zal de IGZ in het kader van het speerpunt 'terugdringen
langlopende separaties' per 2009 bij alle GGZ-instellingen nagaan
hoeveel (lang)lopende separaties zij hebben, en hoe lang deze exact
duren op basis van het behandelplan. Aan het eind van elk kwartaal
wordt bij alle grote geïntegreerde GGZ-instellingen nagegaan in
hoeverre er langlopende separaties zijn. Deze informatie wordt
aangereikt aan de inspecteurs en zij toetsen elk kwartaal de
langlopende separaties ter plaatse. In 2009 worden minimaal 150
langlopende separaties getoetst. Voorts worden in 2009 alle kinder- en
jeugdpsychiatrische klinieken in het kader van het thema separeren
bezocht. Deze analyse zal een betrouwbaar zicht geven op de echt
langlopende separaties.
Uit de cijfers van de IGZ blijkt verder dat het aantal (langdurige)
separaties gelukkig afneemt. Zo was het aantal separaties dat langer
duurt dan één jaar in 2004 nog 44 en in 2007 was dit aantal 24. Mijn
voorlopige conclusie daaruit is dat het ingezette beleid om dwang en
drang in de GGZ terug te dringen effectief is, maar dat de
inspanningen daar onverminderd op gericht dienen te zijn.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink