Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties



Voetbalvandalisme

Tweede Kamer akkoord met wetsvoorstel voetbalvandalisme en ernstige overlast

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel aanvaard waarmee burgemeesters extra bevoegdheden krijgen om preventief in te grijpen bij voetbalvandalisme en aanhoudende ernstige overlast. Ze kunnen straks een gebiedsverbod en/of een meldingsplicht opleggen. Ook krijgen ze de mogelijkheid een groepsverbod op te leggen. Verder kunnen de burgemeesters een avondklok instellen voor kinderen onder de 12 jaar die 's avonds alleen op straat overlast veroorzaken; de ouders krijgen de eis dat te voorkomen.

De officier van justitie krijgt soortgelijke bevoegdheden als het gaat om verdachten van een strafbaar feit. Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer.

Met de extra bevoegdheden kunnen de burgemeesters en officieren van justitie voetbalvandalen strenger aanpakken die stelselmatig bij voetbalwedstrijden de orde verstoren. Verder kunnen zij sneller ingrijpen als raddraaiers regelmatig buurtbewoners treiteren, zich hinderlijk gedragen of de boel vernielen, maar ook als slachtoffers of getuigen van strafbare feiten worden geïntimideerd.

Wensen vanuit de Tweede Kamer op het gebied van voetbalvandalisme zijn in het wetsvoorstel meegenomen. De maatregelen uit het wetsvoorstel kunnen ook gebruikt worden bij het bestrijden van geweld tegen homo's en bij dierenrechten-extremisme.

Burgemeesters krijgen de bevoegdheid een gebiedsverbod op te leggen als iemand deel uitmaakt van een groep die herhaaldelijk de openbare orde heeft verstoord. Overlastplegers of voetbalvandalen mogen dan niet in een bepaalde straat of buurt komen. Het gebiedsverbod geldt maximaal drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging tot maximaal een jaar. De burgemeester kan het gebiedsverbod combineren met een meldingsplicht. De meldingsplicht kan ook als zelfstandige maatregel worden opgelegd. Een andere mogelijkheid is het opleggen van een groepsverbod: iemand mag zich dan niet zonder redelijk doel in een groep (vier of meer mensen) buiten ophouden.

De officier van justitie kan een verdachte direct een gedragsaanwijzing opleggen, bijvoorbeeld als het gaat om strafbare feiten waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en grote vrees bestaat voor herhaling, zoals bij aanhoudende vernielingen of als er sprake is van intimidatie van slachtoffers of getuigen. Het kan gaan om een gebiedsverbod en/of meldingsplicht, maar ook om een contactverbod of het verplicht volgen van een therapie of behandeling tegen agressie of verslaving. De gedragsaanwijzing loopt vooruit op de strafrechtelijke afdoening door de rechter. Op lokaal niveau zullen de burgemeester en de officier van justitie afspreken wie in welk geval optreedt.

Door een wijziging van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer wordt ook het voorbereiden van voetbalvandalisme en ander geweld aangepakt: het "opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen voor het plegen van geweld" wordt strafbaar.