Verklaring P.W.L. Russell

10/04/2009 17:08

Huijskens Communications

Verklaring P.W.L. Russell

Verklaring P.W.L.Russell naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden dd vrijdag 10 april 2009 over het al dan niet verschuldigd zijn van 6% BTW bij invoer van een tekening van Rembrandt (landschap met molen, 111 x 189 mm)

Amsterdam, vrijdag 10 april 2009 - De Hoge Raad der Nederlanden oordeelt vandaag dat de heer Russell terecht 6% BTW heeft voldaan toen hij zes jaar geleden een tekening van Rembrandt tijdelijk voor onderzoek naar Nederland bracht. Het verschuldigde bedrag van EUR 17.239,56 is destijds al direct betaald, maar Russell wilde weten of dat wel terecht was. Bij tijdelijke invoer is namelijk geen BTW verschuldigd. Om die vraag te beantwoorden, stelde Russell cassatie in bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van Russell vandaag ongegrond verklaard. Om voor vrijstelling van BTW bij tijdelijke invoer in aanmerking te komen, hadden de formaliteiten volgens de Hoge Raad eerder moeten zijn vervuld. "Ik ben blij dat er na zes jaar nu helderheid is gekomen," aldus Russell in een reactie. "Ik wil nogmaals benadrukken dat ik altijd te goeder trouw heb gehandeld en nooit de fiscale regels heb willen negeren."

Historie

In 2002 kocht de heer Russell op een veiling in New York een tekening van Rembrandt. In 2003 bracht de heer Russell de tekening naar Nederland voor restauratieonderzoek in het Rijksmuseum te Amsterdam. Daarna zou de tekening in New York worden gerestaureerd. Voor die tijdelijke invoer was geen belasting verschuldigd, mits enige formaliteiten waren vervuld. Na aankomst op Schiphol is met de douane discussie ontstaan of die faciliteit voor tijdelijke invoer kon worden verleend.

Daarbij speelde onder meer de fiscaal juridische vraag of de vrijstelling moet worden gevraagd vóór het betreden van het zogenoemde groene kanaal, of dat dit daarbinnen ook nog mogelijk is. Vast staat dat de tekening slechts tijdelijk in Nederland zou blijven, en dat de douane daarmee bekend was.

Over het gebruik van het groene kanaal bestaan in de douaneliteratuur verschillende visies. De heer Russell vond dat hij een goede zaak had mede omdat mr. D.G. van Vliet, lid van de Hoge Raad der Nederlanden, de mening heeft verkondigd dat ook binnen het groene kanaal nog regelmatig aangifte kan worden gedaan en de regeling niet uitblinkt in helderheid. In die visie was in casu van een onregelmatige invoer geen sprake. Voorts speelt de vraag of de douane actief had moeten meewerken aan het vervullen van formaliteiten. De douane meende van niet.