Recht op overleg met advocaat voor het politieverhoor
Persbericht | 16-04-2009
Minister Hirsch Ballin van Justitie is van plan verdachten van een
misdrijf het recht te geven op overleg met een raadsman voorafgaand
aan het politieverhoor. Ook wordt de politie straks verplicht de
verdachte te informeren over de mogelijkheid van rechtsbijstand, met
inbegrip van de mogelijkheid van overleg met een advocaat. Verder zal
de verdachte uitdrukkelijk worden gewezen op zijn recht om te zwijgen.
Dit blijkt uit een brief die de bewindsman vandaag naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
Daarin schrijft hij dat zijn oordeel over de vraag of en in welke
gevallen de aanwezigheid van een raadsman tijdens het politieverhoor
in een wettelijke regeling moet worden opgenomen mede is gebaseerd op
de uitkomst van een experiment, dat in 2010 afloopt en zal worden
geëvalueerd onder leiding van het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Het
experiment loopt momenteel in de politieregio's Rotterdam-Rijmond en
Amsterdam-Amstelland en heeft als doel de aanwezigheid van advocaten
bij het politieverhoor te onderzoeken in ernstige zaken als moord en
doodslag. Alle verhoren worden audiovisueel geregistreerd. Tot nu toe
zijn in 20 zaken 37 verhoren gehouden waarbij een raadsman aanwezig
was.
Met de brief komt de minister tegemoet aan een toezegging aan de
Tweede Kamer om zijn standpunt te geven naar aanleiding van twee
arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de
zaken Salduz en Panovits die een nieuw licht werpen op de uitleg aan
het recht op toegang tot rechtsbijstand in de eerste fase van het
politieonderzoek.
Na bestudering van de arresten komt de bewindsman tot de conclusie dat
de twee arresten niet per se verplichten tot de aanwezigheid van de
raadsman tijdens het politieverhoor. Maar zij leiden in ieder geval
wel tot aanpassing van de wettelijke regeling op het punt van het
informeren over en verschaffen van rechtsbijstand aan verdachten
voorafgaand aan het politieverhoor. Ook Advocaat-Generaal bij de Hoge
Raad, mr. Knigge, is deze mening toegedaan in zijn advies aan de Hoge
Raad in drie recente zaken waarin deze kwestie een rol speelt: de
verdachte moet voorafgaand aan het eerste politieverhoor daadwerkelijk
de gelegenheid hebben gehad om met een raadsman te overleggen over
zijn procesopstelling. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de
werkwijze in de praktijk die in goed overleg met de politie, het
openbaar ministerie en de advocatuur moet worden bijgesteld.
Vooruitlopend op een definitieve regeling heeft het openbaar
ministerie een interne werkinstructie opgesteld die erop neerkomt dat
de verdachte pro-actief wordt gewezen op zijn rechten, waaronder het
recht op bijstand van een raadsman. In zware gevallen wordt de
bijstand van een raadsman zonder meer geregeld, in lichtere gevallen
wordt deze geregeld als de verdachte aangeeft daaraan behoefte te
hebben. In beide gevallen gaat het om situaties waarin
inverzekeringstelling mogelijk is. De Minister verwacht dat een
definitiever regeling medio dit jaar tot stand zal komen. Het traject
voor wetgeving zal in 2010 worden gestart.
In Nederland heeft de verdachte het recht om zich door een raadsman te
laten bijstaan en zo veel mogelijk de gelegenheid gegeven om zich met
zijn raadsman in verbinding te stellen als hij daarom verzoekt. Maar
dat betekent niet dat een advocaat in alle gevallen moet worden
toegelaten tot het politieverhoor. Nadat de (hulp) officier van
justitie een bevel tot inverzekeringstelling heeft gegeven, krijgt de
verdachte volgens de piketregeling een advocaat toegewezen, die hem
bijstaat. Voorafgaand aan het verhoor tijdens de inverzekeringstelling
heeft de raadsman de gelegenheid te overleggen met de verdachte en hem
te adviseren over zijn rechtspositie.
Meer informatie
*