Algemene Rekenkamer

Aansturing van ProRail door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Sturen op prestaties

Minister van Verkeer en Waterstaat moet beleid en toezicht beter scheiden bij aansturing ProRail

Minister is niet concreet over te leveren prestaties ProRail voor 5% reizigersgroei

De minister van Verkeer en Waterstaat (VenW) is ProRail meer aan gaan sturen op vooraf afgesproken prestaties, maar hij kan nog een aantal stappen maken om zijn rol als opdrachtgever te verbeteren. Zo moeten beleid en toezicht door de minister beter gescheiden worden. Ook zijn aanvullende instrumenten nodig om ProRail aan te sturen, mochten de prestaties van ProRail tegenvallen. De minister kan ProRail daarnaast consistenter aansturen op beleidsdoelen op de lange termijn. De minister is op dit moment aandeelhouder van ProRail. Beheer van dat aandeelhouderschap kan beter overgedragen worden aan de minister van Financiën.

Tot deze conclusies komt de Algemene Rekenkamer in 'Aansturing van ProRail door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat', dat zij op 16 april 2009 publiceert. Publicatie van dit onderzoek houdt mede verband met de aanstaande evaluatie van de spoorwegwet. De Nederlandse spoorweginfrastructuur wordt aangelegd en onderhouden door ProRail, onder verantwoordelijkheid van de minister van VenW. Per
1 januari 2008 stuurt de minister ProRail aan op basis van vooraf afgesproken prestaties. Deze outputsturing moet ProRail prikkelen tot doelmatige prestaties. Om de afgesproken prestaties te kunnen leveren, krijgt ProRail jaarlijks EUR 2 miljard subsidie van de minister. De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de aansturing van ProRail: hoe wordt het opdrachtgeverschap ingevuld en hoe kan de minister hierin verder groeien?

Onafhankelijkheid toezicht niet gewaarborgd
De Algemene Rekenkamer constateert dat de onafhankelijkheid van het toezicht op ProRail niet gewaarborgd is. Het toezicht op ProRail wordt nu uitgevoerd door dezelfde directie van het Ministerie van VenW die ook het beleid bepaalt. Om risico's op dubbele petten en belangentegenstellingen te vermijden, moet het ministerie de functies van beleidsbepaler en toezichthouder beter scheiden. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister aan om een onafhankelijke toezichteenheid in te stellen binnen zijn ministerie. Aandeelhouderschap Ministerie van Verkeer en Waterstaat niet passend De Algemene Rekenkamer vindt het bovendien niet passend dat de minister van VenW optreedt als aandeelhouder van ProRail. Met de huidige wijze van aansturen wil de minister afstand nemen van het operationele niveau van aansturing. Deze operationele aansturing van ProRail was de reden dat niet de minister van Financiën (verantwoordelijk voor staatsdeelnemingen), maar de minister van VenW verantwoordelijk is voor het staatsaandeelhouderschap. Het plaatsen van het aandeelhouderschap van ProRail bij het Ministerie van Financiën zorgt voor een zuiverdere scheiding tussen beleid en aandeelhouderschap.

Onvoldoende middelen om bij te sturen bij tegenvallende prestaties ProRail is in 2007 de vooraf gemaakte afspraken met de minister van VenW nagekomen. Mochten de prestaties van ProRail echter tegenvallen, dan beschikt de minister - als opdrachtgever - niet over voldoende passende interventie-instrumenten om ProRail bij te sturen (in een zgn. interventieladder).
De stap tussen de middelen overleg- en informatieplicht enerzijds en bestuursdwang anderzijds is volgens de Algemene Rekenkamer te groot. Het zou bijvoorbeeld ook mogelijk moeten worden om een formele waarschuwing af te geven of om de subsidie gedeeltelijk op te schorten. Nu zet het Ministerie van VenW actief de instrumenten in die bij het aandeelhouderschap horen om ProRail aan te sturen. Hierdoor ontstaat het risico dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de aandeelhouderspositie.

Opdrachtgeverschap minister van VenW kan consistenter De minister is voor het bereiken van zijn doelstellingen afhankelijk van de prestaties van ProRail. Het is echter niet duidelijk hoe het Ministerie van VenW ProRail aanstuurt om de specifieke beleidsdoelstellingen van het ministerie te realiseren, zoals jaarlijks 5% reizigersgroei. De minister geeft namelijk niet aan welke concrete prestaties van ProRail nodig zijn om de doelen te realiseren. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van VenW aan om te bepalen hoe hij ProRail prestatiegericht kan aansturen op het bereiken van zijn beleidsdoelstellingen.

Reactie bewindspersonen, ProRail en nawoord Algemene Rekenkamer De minister van VenW vindt het rapport een goede ondersteuning voor de verdere professionalisering van de sturing op prestaties van ProRail en hij zal het betrekken bij de evaluatie van de spoorwegwet. De minister zegt in zijn reactie toe om het aandeelhouderschap onafhankelijk te positioneren van de beleidsdirectie, maar dit wil hij niet bij het Ministerie van Financiën onderbrengen. De minister ervaart zijn positie als aandeelhouder als aanvullend aan zijn beleidsmatige aansturing. De minister van Financiën deelt deze mening. De raad van bestuur van ProRail vindt het in zijn reactie van belang dat de rolverdeling tussen het Ministerie van VenW en ProRail helder is en ziet onze aanbevelingen daarbij als een goede bijdrage. De Algemene Rekenkamer schrijft in haar nawoord dat de evaluatie van de spoorwegwet kansen voor de Tweede Kamer biedt om verschillende opties voor de organisatie van het toezicht en beleid, waaronder het aandeelhouderschap, tegen elkaar af te wegen.

Persbericht Algemene Rekenkamer, 16 april 2009