4. Antwoorden op kamervragen van Leijten over problemen bij De
Zorgboog
Antwoorden op kamervragen van Leijten over problemen bij De Zorgboog
Kamerstuk, 16 april 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2924733
16 april 2009
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het
Kamerlid Leijten (SP) over problemen bij De Zorgboog (1 april 2009).
Vraag 1
Gaat u de inspectie verzoeken langs te gaan bij De Zorgboog, op
verzoek van de verpleeghuisartsen? Zo nee, bent u van mening dat het
oordeel van de verpleeghuisartsen genegeerd dient te worden? Zo ja,
waarom? 1)
Antwoord 1
Neen en neen.
Vraag 2
Is het waar dat de inspectie weigert om langs te gaan? 2) Zo ja, wat
is uw oordeel hierover?
Antwoord 2
Uit een bericht in het Brabants Dagblad van 2 april 2009 blijkt dat
het bericht van 31 maart 2009 achterhaald is. Daarin staat dat de
artsen van de organisatie inmiddels zelf hebben aangegeven dat ze borg
staan voor de zorg aan patiënten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
heeft contact gehad met de artsen maar ziet op dit moment geen
aanleiding voor nader onderzoek of ingrijpen. Er zijn binnen De
Zorgboog meningsverschillen die primair intern moeten worden
aangepakt. Zoals ook uit een open brief van De Zorgboog blijkt, is de
organisatie volop in verandering qua visie en uitvoeringspraktijk.
Meningsverschillen kunnen zich daarbij voordoen. De inspectie heeft
regelmatig contact met de instelling. Daarnaast is een bezoek aan De
Zorgboog gepland in de tweede helft van april.
Zie ook de antwoorden op de vragen van het lid Agema nr. 2009Z06158.
Vraag 3
Erkent u dat het meldpunt verpleeghuiszorg bij de inspectie geen
verplichting meer heeft om bij meldingen van slechte kwaliteit van
zorg, door het personeel, te laten weten wat zij met die melding heeft
gedaan? Zo ja, bent u bereid deze verplichting weer in te stellen? Zo
nee, waarom hoort personeel dat slechte zorg meldt niets meer terug
van de inspectie?
Antwoord 3
Het Meldpunt verpleeghuiszorg is opgegaan in het loket van de
inspectie. Met alle meldingen wordt op vergelijkbare wijze omgegaan,
zoals vastgelegd in de Leidraad meldingen. In de Leidraad meldingen is
opgenomen dat de melder wordt geïnformeerd over wat de inspectie met
de melding heeft gedaan.
Vraag 4
Bent u bereid een noodklokkenluidersregeling te onderzoeken, die het
mogelijk maakt voor personeel om na herhaaldelijk intern melden bij de
inspectie een verzoek te doen voor controle, zonder dat het personeel
voor zijn of haar baan hoeft te vrezen gedurende het
inspectieonderzoek? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer
een voorstel verwachten?
Antwoord 4
Zoals de Minster en ik in onze brief van 19 maart 2009, kamerstuk 29
282, nr. 82 op het voorstel van de leden Agema (PVV) en Leijten (SP)
van een noodklokkenluidersregeling hebben geantwoord, hebben wij het
voornemen om te bewerkstellingen dat er altijd een bestuurder moet
zijn die specifiek aanspreekbaar is op de kwaliteit van de zorg.
Daarmee vinden wij dat er voldoende mogelijkheid is om te zorgen dat
klachten over de zorg effectief tot kwaliteitsverbetering kunnen
leiden.
Vraag 5
Erkent u dat enkel het aanstellen van een verantwoordelijk bestuurder
voor de kwaliteit van zorg geen zoden aan de dijk zet, als er een
conflict is tussen personeel en het bestuur, zoals het geval is bij De
Zorgboog? Zo ja, waarom is dit dan het voorstel op het verzoek vanuit
de SP-fractie om een noodklokkenluiders¬regeling? 3) Zo nee, kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 5
Met de mogelijkheid om te melden bij de inspectie en een voor
kwaliteit verantwoordelijke bestuurder vinden wij dat meldingen en
klachten effectief tot kwaliteitsverbetering kunnen leiden. Naar onze
overtuiging zal een goed onderbouwde interne klacht of melding bij de
Inspectie onvoldoende grond voor ontslag vormen. Ik zie vooralsnog
geen meerwaarde in een kwaliteitsregeling ten aanzien van de bestaande
voorzieningen.
1) Eindhovens Dagblad, 31 maart 2009
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport