Wageningen Universiteit en Researchcentrum
werkt tijdelijke natuur tegen
Starre wetgeving werkt tijdelijke
natuur tegen
16 apr 2009
Op een strook braakliggende grond in Europoort groeien slangenkruid en
jakobskruiskruid. Achter de hekken broeden kleine mantelmeeuwen.
/ foto Alterra
Natuurwetten zijn er om dieren en planten te beschermen. Maar de
regelgeving rond tijdelijke natuur op braakliggende bouwterreinen doet
precies het tegendeel. Die leidt ertoe dat projectontwikkelaars er
alles aan doen om planten en dieren te weren. Alterra, onderdeel van
Wageningen UR, zocht naar manieren om dit onbedoelde effect te
voorkomen.
Meer dan 35 duizend hectare grond ligt in Nederland te wachten op de
bouw van woningen of bedrijven. Daar zou de natuur van kunnen
profiteren, maar projectontwikkelaars nemen vaak maatregelen om dieren
en planten weg te houden. Ze asfalteren de boel, ploegen de grond om
of plaatsen hekken. Niet omdat ze een hekel hebben aan rugstreeppadden
of orchideeën, maar vanwege de natuurwetgeving. Want zodra bedreigde
soorten worden aangetroffen op een beoogd bouwperceel, komen de
plannen stil te liggen totdat een rechter ontheffing verleent.
De Flora- en Faunawet slaat op deze manier de plank volledig mis,
menen natuurbeschermers. De braakliggende terreinen kunnen namelijk
enorm bijdragen aan de bescherming van dier- en plantensoorten die van
kale zandgrond en ruigtevegetaties houden, zelfs als die later het
veld weer moeten ruimen. âAls er maar volgende gebieden zijn die
ruimte geven voor vestiging van de pioniersoorten, is het geen
probleem als een toekomstig bouwterrein na enige tijd zijn bestemming
krijgtâ, zegt ing. Pieter Slim van Alterra.
Samen met jurist Hans Woldendorp zette hij tien mogelijke oplossingen
op een rij die de starre natuurwetgeving kunnen doorbreken. De rode
lijn in alle oplossingen is de verplichting die Nederland als Europese
lidstaat heeft om bedreigde soorten te beschermen. De tijdelijke
natuur op bouwterreinen draagt bij aan de algehele instandhouding van
pioniersoorten en moet dus bevorderd worden. Bijvoorbeeld met een
verbod op natuurwerende maatregelen. Of door al van tevoren
toestemming te geven om de tijdelijke natuur later weer te
verwijderen. âLNV voert al pilots uit om deze insteek juridisch te
toetsen bij de rechterâ, vertelt Slim.
Belangrijk is volgens Slim en Woldendorp het uitgangspunt dat een
bouwlocatie met tijdelijke natuur âmooi meegenomenâ is, maar niet
cruciaal voor het voortbestaan van de populatie. âDe waarde van de
pioniernatuur op bouwlocaties en haventerreinen zit in de tijdelijke
versterking van de populatieâ, zegt Slim. âAls de vegetatie zich
doorontwikkelt, is deze minder geschikt en verdwijnen de soorten
alsnog.â
Volgens de onderzoekers zijn dieren en planten veel meer gebaat bij
maatregelen in beschermde natuurgebieden, dan bij de halsstarrige
bescherming van een individuele soort op een bouwlocatie. / Laurien
Holtjer
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.