Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VENW/DGMO-2009/3097

Uw kenmerk Datum 16 april 2009 2009Z05612

Onderwerp Kamervragen Aptroot en Neppérus over de Rijnlandroute Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen die de leden "Aptroot en Neppérus" hebben gesteld over de "Rijnlandroute".


1. Bent u bekend met de artikelen waarin staat dat u een verkenning bent gestart naar een alternatief tracé voor de Rijnlandroute, de zogenaamde "buitenom variant"?


1. Ja, ik ben bekend met de genoemde artikelen.


2. Zo ja, hoe ziet deze variant er uit, is deze afgestemd met de provincie Zuid- Holland en hoe verhoudt deze zich tot de lopende Milieu Effect Rapportage- procedure?


2. Er is geen sprake van een zelfstandige verkenning naar een `buitenom variant' van de Rijnlandroute. Er vindt een integrale verkenning plaats naar het geheel aan projecten in de regio Holland Rijnland (Rijnlandroute, RijnGouweLijn, Valkenburg, Greenport Duin- en Bollenstreek, Leiden BioScience en het Hoofdwegennet), conform het verzoek van de Tweede Kamer tijdens het Nota Overleg MIRT op 17 december 2007.
Binnen die verkenning wordt in de volle breedte gezocht naar oplossingsrichtingen die haalbaar zijn in termen van kosten, effecten en draagvlak. Deze verkenning wordt binnen het Randstad Urgent programma gezamenlijk uitgevoerd door de regio Holland Rijnland, de provincie Zuid-Holland en de ministeries van VROM en VenW. De gedeputeerde van de provincie is mijn duopartner als opdrachtgever voor dit project. Daarnaast zitten zij in de stuurgroep en zijn ambtenaren van de provincie in de projectgroep gedetacheerd. De provincie heeft ervoor gekozen alvast te starten met een MER-procedure voor de Rijnlandroute en is zich ervan bewust dat de uitkomsten van de verkenning ertoe kunnen leiden dat de MER-procedure aangepast moet worden.


3. Vindt u dat deze "buitenom variant" de rijksbufferzone aantast?

3. Ik ga op dit moment niet vooruitlopen op een beoordeling van varianten, omdat ik de resultaten van de verkenning nog niet ken. a

Pagina 1 van 2





Alle mogelijke oplossingen zullen zorgvuldig beoordeeld worden op de aspecten Datum draagvlak, kosten en effecten. De rijksbufferzone en de Ecologische

Hoofdstructuur zijn belangrijk, vooral ook in de randstad. In het Ons kenmerk beoordelingskader is daarom onder de noemer `effecten' onder andere het VENW/DGMO-2009/3097 criterium aantasting rijksbufferzone en Ecologische Hoofdstructuur opgenomen. De verkenning levert de benodigde informatie voor een integrale beoordeling langs het beoordelingskader.


4. Is het niet van het grootste belang deze groene buffer, die door de woningbouwlocatie Vliegveld Valkenburg al te fors in omvang afneemt, te vrijwaren van een nieuwe weg terwijl de vlakbij gelegen Tjalmaweg kan worden aangepast ten behoeve van de gewenste grotere verkeerscapaciteit?

4. Naast het door u genoemde en te wegen belang zal een afweging moeten worden gemaakt met andere belangen, de verkeerskundige effecten en de kosten van mogelijke oplossingen. De resultaten van de verkenning moeten deze afweging mogelijk maken. Daarop wil ik niet vooruitlopen.


5. Overweegt u met meer alternatieve tracés te komen voor de RijnlandRoute?

5. De verkenning is in volle gang. In deze creatieve fase wil ik vooralsnog geen alternatieven uitsluiten.

Mede namens mijn collega van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 2 van 2