Platform Biologica


12e Bio-Congres: verslag ochtendprogramma
16 april 2009

Voor het vijfde achtereenvolgende jaar was het schitterend weer op het Bio-Congres in Rhederoord. Onder aansturing van dagvoorzitter Harm Edens sprak een groot aantal kopstukken op het gebied van duurzaamheid. In het onderstaande een verslag van het ochtendprogramma, met Arie van den Brand (Biologica), Peter Jens (Biologica), Andre van der Zande (LNV), Vincent Blok (LBI), Martien Lankester (Avalon), Katrine Milman (Coop Denemarken), Michiel Haring (UVA) en professor Arnold Heertje. Een verslag van het middagprogramma en de workshops volgt later.

NB: Alle sprekers zijn verkort weergegeven, onder voorbehoud van kleine onnauwkeurigheden en nuanceverlies. Aanvullingen en correcties kunnen gemeld worden bij van.erp@biologica.nl.

Arie van den Brand, voorzitter Biologica: We have ideas Biologisch wil het goudmerk worden van duurzaam geproduceerd, ingepakt en vervoerd voedsel. Onze ambitie is een integrale benadering van bio in de keten. Geen wedren in deelaspecten. Er is een integrale duurzaamheid nodig, systeemdenken.
Biologisch is een beweging. Die moet verbonden worden met andere bewegingen, er zijn meerdere duurzame wegen naar Rome. De crux hierbij is: hoe kunnen we schakelen tussen het regionale en het mondiale. Vanuit duurzaamheid kun je zeggen: veegrondstoffen uit Zuid-Amerika, dat kan niet. Maar uit sociaal oogpunt zeg je: het delen van welvaart met boerencooperaties in Brazilie zou moeten kunnen. Biologische voeding verenigt meer en meer mensen. Veel mensen eten minder vlees, men wil meer biodiversiteit. Als het kan, ga je naar een producent om de hoek. De keuze voor biologisch is een keuze voor een levensstijl. Dat is veel meer dan het niet gebruiken van. Er is een renaissance aan het ontstaan van de verbinding tussen producent en consument. Dat is de hoeksteen van de Green New Deal. Ambities. Een van onze bestuursleden is een actieve boerin. Zij zei: Ik wil als producent het gevoel houden dat ik een goed product maak, eigenzinnig, tegendraads. Daarbij moet de sector ook in de spiegel kijken. Soms rommelen we maar een beetje aan. Kijken niet genoeg naar wat nieuwe klanten echt willen. BioFood Magazine legt regelmatig vinger op zere plek. Foodlog van Dick Veerman is ook zon medium dat ons scherp houdt.
Er is meer keteninvestering nodig. We kunnen nog slimmer naar consumentencampagnes kijken. En de financien van de ketenondersteuning moeten in de toekomst meer door ondernemers gedragen worden. Het is erg belangrijk om gentechvrije zones, mogelijk provincies, te creeren en te behouden. We moeten zorgen dat boeren vrijheid houden in het gebruiken van hun zaden.
Vanuit de integrale benadering moeten we ook komen tot een andere economie. Daar zal professor Arnold Heertje nog meer over zeggen. Dit alles vraagt om een bijzonder houding: beginselvastheid, gepaard aan een ongelofelijke flexibiliteit en creativiteit om die beginselen handen en voeten te geven. We moeten beseffen dat er meerdere duurzame wegen naar Rome leiden.
Als we naar de markt kijken, zien we dat alle lichten op groen staan. Kijk naar Unilever: na jaren aarzeling hebben zij de stap gemaakt om biologische soep op de markt te zetten. Er zijn veel nieuwe biologische verkooppunten bijgekomen. Het Lekker naar de Boer weekend komt eraan, in september volgt de Week van de Smaak. Het CBL gaat volgende week haar leden oproepen om deel te nemen aan Week van de Smaak.
In de campagne van Obama kwam een banner in beeld: "WE HAVE IDEAS". Dat geldt voor biologische sector: we hebben ambities én ideeen om ze te realiseren.
Als je kijkt naar nota's van ministeries, op het gebied van meststoffen, biodiversiteit, of wat dan ook: wat daar gevraagd wordt van de landbouw, dat levert de biologische landbouw.

Peter Jens, directeur Biologica: We zorgen voor reuring De veranderingen die hier geschetst zijn moesten ook in uitdrukking komen in een nieuwe huisstijl. [het nieuwe logo getoond en de zaal wordt gevraagd om d.m.v. applaus een oordeel te geven; dat luidt positief]. Biologica heeft veel goedwil in de markt. Een van de kwaliteiten van Biologica is: we durven alle vragen aan. U kunt zichzelf vandaag de vraag stellen: welke waarden kan Biologica aan mijn organisatie toevoegen? Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Denk daarbij ook aan Bioconnect, waar prachtige kennisvragen op tafel komen.
We zijn onze kennis en kunde aan het uitwisselen. Maar we geven ook onze passie vorm: bijvoorbeeld in de Week van de Smaak, die in twee jaar tijd is uitgegroeid tot een instituut. Er is echt iets aan de hand in culinair Nederland. In juni volgt weer Lekker naar de Boer. Met Smaakmakend gaat het goed en de Adoptieacties lopen uitstekend, ook in de crisis. Met passie zorgen we dat er steeds meer leven in de brouwerij komt. We zorgen voor reuring in de markt.

André van der Zande, namens Gerda Verburg: Kies een eigen plek, uitgaande van kracht en verbinding
Minister Verburg liet zich vertegenwoordigen door secretaris-generaal André van der Zande; de volledige toespraak vindt u hier op de website van LNV.
De Minister wijst erop dat we in een mondiaal dorp wonen: dit geeft een mondiaal verantwoordelijkheidsbesef. Samenhang, verantwoordelijkheid en solidariteit staan daarom in het hart van het beleid.
Duurzaam en biologisch zijn woorden in ons waardesysteem geworden, die daardoor echter ook veranderlijk zijn.
Aan de westkust van de VS willen de mensen al FLOSS voedsel: fresh, local, organic, season en sustainable.
Duurzaamheidsinitiatieven schieten als paddestoelen uit de grond. De paddestoelen zouden wel eens sneller kunnen groeien dan voorzien. Uw sector staat daarom voor een extreme uitdaging, als u koploper wilt zijn en blijven. Zoek waarin u zich onderscheidt, en zoek van daaruit samenwerking met gangbare landbouw. Met als uitgangspunt: meten is weten.
Mijn boodschap vandaag is: kies een eigen plek, uitgaande van kracht en verbinding. Dit stoelt op de drie P's: people, planet en profit. Zo kunnen we in de toekomst met reden zeggen: Leven van het land, geven om natuur.

Vincent Blok, directeur Louis Bolk Instituut: Biologisch is niet een eigenschap van producten; het is een denkhouding en een levenshouding Nu we ook met Unilever zaken kunnen doen, zijn we de nichemarkt ontgroeid.
Ik ben niet alleen onderzoeker, maar ook filosoof. Als ik van een afstandje naar de ontwikkelingen kijk, zie ik dat het verhaal achter biologisch de afgelopen jaren wat naar de achtergrond is geraakt. Ik vind dat we dat weer boven water moeten krijgen. In een column in NRC Handelsblad op 5 april sprak professor Martijn Katan over het biologisch menu; dat het daar om een attitude gaat die het menu gezond maakt. Als we kijken naar gezondheid en voeding, gaat het er niet om wat vitaminen toe te voegen of weg te halen; dan gaat het om een compleet andere mentaliteit. Dat is de kracht van de biologische beweging. Als we een worteltje produceren, gaat het niet alleen om dat worteltje, maar om het systeem waaruit dat worteltje voortkomt. Biologisch is ten eerste een leefwijze. Leven vanuit een partnerschap met de natuur en zorg voor de aarde.
Een tweede kenmerk is de ecologisch-holistische visie: systeemdenken. Denken vanuit verantwoordelijkheid voor het geheel. Het derde kenmerk: het systeem is gestoeld op dynamische evenwichten: biodiversiteit, vruchtwisseling, kringlopen.
Biologisch is niet alleen een onderscheidend kenmerk van producten. Het is kennis en ervaring van de boer in de praktijk. Het is een denkhouding en een levenshouding. Mijn ambitie is om dat verhaal weer boven tafel te krijgen en als inspiratie te nemen voor de verdere ontwikkeling van duurzaamheid in de landbouw.
Ik wil drie voorbeelden noemen, drie ontwikkelrichtingen waarin deze houding het verschil maakt. Bij biologisch als leefwijze kun je denken aan de betrokkenheid van de boer op het land. De productie is nu geanonimiseerd. We moeten een proeftuin inrichten om nieuwe verbindingen tussen consumenten en producenten te beproeven. Het tweede aspect is de zorg om het geheel; het is moeilijk om daar een voorstelling bij te hebben. Toch is dat nodig. We zouden een biologische regio in Nederland kunnen introduceren die een proefgebied wordt voor verbindingen tussen stad en land, de betrokkenheid burger-ecosysteem. Het derde aspect: bio is geen doel op zichzelf; het gaat om de gezondheid van de aarde. Bio heeft de pretentie om de beste papieren in handen te hebben. Daarom stellen we ons ten doel om over tien jaar klimaatneutraal te produceren, of beter gezegd: klimaatneutraal en duurzaam.
Ik denk dat we goud in handen hebben.

Martien Lankester, Avalon Foundation: De boodschappentas moet gevuld worden met waarden"
Hoe krijgen we de groei aan de gang, die nodig is? 12% is leuk, maar er is veel meer nodig en we zijn bepaald geen voortrekker in Europa. Het biologisch fundament staat stevig, maar er mogen wel eens nieuwe ramen worden geopend in de muur. We moeten kijken naar al onze stakeholders, zoals de consumenten. Wat zijn hun waarden? De boodschappentas moet gevuld worden met waarden; de meerwaardenboodschappentas. De bioboer heeft daarin een voorsprong. Een boer die over zijn heg kijkt, die nieuwe samenwerkingsverbanden zoekt.
Een voorbeeld: in Letland heb je nu een netwerk van eco-healthfarms. Daar is ontspanning en lichaamsverzorging aan bio gekoppeld. Dat bestaat in Nederland nog niet. Ga praten met je locale VVV, Slowfood of landschapsbeheer; leer van hun waarden en kijk hoe je daarin kunt bijdragen vanuit je bedrijfsvoering.
De Soil Association heeft onlangs een Sustainable Food Plan gepresenteerd dat waardevolle ideeen bevat. Dat geldt ook voor de boeken en ideeen van Michael Pollan.
In de notas van de minister van Ontwikkelingssamenwerking kwam helaas het woord biologische landbouw niet voor. Terwijl de FAO al twee jaar geleden biologische landbouw heeft aangeraden als het ontwikkelingsmodel voor derdewereldlanden.

Reactie uit de zaal, van een ondernemer: "Waardeverdeling in bio-keten is niet duurzaam"
Ik hoor tot nu toe niks over financiele duurzaamheid. U stelt dat de boeren duurzame waardes moeten realiseren. Maar als we kijken naar de biologische keten, is er geen sprake van een eerlijke verdeling; de boeren worden totaal niet beloond voor het realiseren van waarden. De toeleverancier heeft een marge van 17% op zijn kapitaal. De verwerker heeft een rendement van 21% op zijn kapitaal. En de boer die heeft een rendement van -2%. Als we het over waarde hebben, moet er eerst een andere waardeverdeling komen in de keten.

Martien Lankester, vervolg
De handel zou inderdaad een dienende functie moeten hebben, minder dan een verdienende functie. Ik ben zelf veehouder geweest en arts, en ik heb uit eigen ervaring ondervonden dat er lange tijd een beetje is neergekeken op boeren. Als de boer samen met de consument naar waarden gaat kijken, zal hij weer meer op een voetstuk geplaatst worden. Dokters werden vroeger erg op een voetstuk geplaatst; van hen wordt nu veel meer de houding van een leraar gevraagd, die informatie aanbiedt. Van leraren wordt de houding van een boer gevraagd: hij moeten zaaien in de nieuwe generatie. En de boeren worden de dokters van de toekomst, die gezondheid en wijsheid leveren.

Katrine Milman, Environmental Manager Coop Denemarken: Laat winkelmedewerkers bij de toeleverende boeren op bezoek gaan Coop is de grootste supermarkt in Denemarken met 740 supermarkten. Het bedrijf is in eigendom van 1,6 miljoen consumenten. We werken daarom al heel lang met waarden. We hebben 37% van retail, maar 50% van de biologischemarkt. De Deense consument heeft de hoogste gemiddelde besteding aan bio in Europa. Gemiddeld verkopen we 6% tot 7 % bio. We hebben verschillende formules; de meest culinaire formule verkoopt relatief het meeste bio.
Biologische eieren kosten in Denemarken 4 x zoveel als kooieieren. Ze hebben 35% marktaandeel in onze supermarkten.
Wij begonnen al in de jaren 80 met de verkoop van bio in supermarkten. We begonnen ermee lang voordat we een biologisch label hadden. Jarenlang was de omzet echter heel klein. In 1993 besloten we om bio te gaan marketen en de prijzen te verlagen. De markt explodeerde. Tussen 2000 en 2005 stagneerde de groei. Dat was goed: zo konden de producenten aan kwaliteitverbetering doen. Sindsdien is er echter weer een explosieve groei, vanuit het niets. Op dit moment, begin 2009, merken we dat de groei is afgenomen. De markt groeit echter nog steeds een beetje, terwijl de rest van de markt daalt. We marketen de producten met aanbiedingenkrantjes waarin we niet alleen de prijs en het product tonen, maar ook het verhaal achter product.
We ontplooien ook activiteiten richting de boeren. We hebben een campagne gehad waarbij boeren gratis konden laten checken wat een overstap naar bio voor hen zou betekenen. Het effect was dat 50% boeren overstapte op bio.
We hebben een serie ontmoetingen geregeld tussen winkelmedewerkers en boeren: dat was zeer motiverend voor de medewerkers; het inspireerde ze om te zien met hoeveel passie en betrokkenheid de producenten werken.
In de laatste jaren haalden we telkens 20, 30% groei. In 2009 zullen we dit niet halen. We zien dat klanten opschuiven richting discount.

Michel Haring, UvA: Het nu gebruikte zaad is ontwikkeld voor gebruik met kunstmest en een doorbroken kringloop
Ik ben een moleculair bioloog die zich bezighoudt met genetische modificatie. Ik kom veel in het land en krijg veel vragen over biotechnologie. Ik wilde eerst eens kijken naar de vraag: wat is biologisch? De perceptie van mensen is, dat dit natuurlijk is. Is dat zo? Ik geloof niet in natuur-voeding. In de natuur is namelijk erg weinig te eten. Landbouw is geen natuur, maar cultuur. Cultuurgewasen hebben grotere zaden, hogere opbrengsten, en zijn makkelijker te oogsten. Een wilde tomaat is een zeer klein groen besje, oneetbaar. Onze tomaat is een cultuurproduct. De mens moet meewerken aan de voortplanting van deze cultuurgewassen. Bij wilde planten zitten de zaden altijd los, zodat ze zich kunnen verspreiden. Maar bij mais zit het zaad vast aan de kolf. Bij rijst eveneens; de mens moet dit zaad verspreiden. Bloemkool is ook geen natuurlijk gewas. Een wilde kool is een plant die mooi groeit. Als je daar bloemkool naast legt, zie je in feite iets wat verschrikkelijk is misgegaan. Maar mijn kinderen vinden het lekker.
In de natuur is veel variatie. Daarmee kun je spelen en selecteren. Maar in veel gevallen hebben wij geen idee hoe een cultuurproduct is ontstaan: wij weten niet waar die mais of tomaat ontstaan zijn. Er zit altijd een menselijk aspect aan: stekken, zaad verzamelen, de goede kool selecteren. Als we naar de geschiedenis kijken is meeste varieteit ontstaan door het zoeken en benutten van spontane varieteit. Maar eind 19e eeuw leerden we de wetten van de erfelijkheid kennen. We konden gericht gaan kruisen. Nu ging de veredeling een specialisatie worden, een bedrijfstak. Van 1880 tot 1940 nam dit een vlucht: nieuw zaad werd ontwikkeld, en dat werd vooral geselecteerd op een goede reactie op kunstmest, die ook nieuw was.
De bedrijven die zaadveredeling deden, ontwikkelden de hybride F1-rassen: dit zijn rassen die veel opbrengen, maar waarvan het zaad niet verder vermeerderd kan worden, dan verdwijnen de goede eigenschappen. Dus de boeren moeten telkens het zaad bij de zaadleverancier kopen. Zo werden de boeren afhankelijk van zaadleveranciers.
Er kwamen nieuwe technieken: cel- en weefselkweek, chemische mutagenese, kruisingen met wilde soorten via laboratoriumtechnieken, DNA-determinatie, en ten slotte gentech. Achter de meeste zaden die in de handel zijn zitten talloze van dit soort technieken. Onze landbouwzaden zijn bijna allemaal in laboratoria ontwikkeld. Ook de biologische.
In de biologische landbouw zou je jezelf de vraag moeten stellen of dat is wat je wilt. Er wordt nu veel gewerkt met planten die zichzelf niet kunnen voortplanten. En er wordt gewerkt met rassen die met het oog op kunstmestgebruik zijn ontwikkeld. Naar mijn idee zou de biologische landbouw meer gebaat zijn bij planten die zich goed met bodemorganismen verstaan. En planten die zichzelf ook weer kunen voortplanten: alleen dan heb je een complete kringloop. De ambitie die ik de biologische landbouw wil stellen is: denk eens na over het zaadgoed. Weet je wel wat je eet? Waar komt het zaad vandaan dat je gebruikt? Je moet van het zaad tot aan het product bewust bezig zijn met de hele keten. Het zaadgoed, het erfgoed van eeuwen, moet onder de aandacht van de mensen worden gebracht. Daar maak ik reclame voor met Stichting Zaadgoed (http://www.zaadgoed.nl/). Maar zolang de markt dit niet aan de zaadbedrijven vraagt, zullen de bedrijven geen biologisch zaad maken. Word bevlogen en ga op zoek naar dat zaad. Dan kun je pas zeggen: ik weet wat ik eet.

Prof. Arnold Heertje: Winst. Niet als doelstelling, maar als uitkomst.

We zijn op een moment in de geschiedenis dat er wereldwijd iets wezenlijks gebeurt. En dat gebeurt ook in deze zaal. Een van de aanwezigen in deze zaal, een biologische boer, stond zo-even op en zei: Kijk eens wat er in de handel gebeurt. Daar worden enorme marges gemaakt, maar wij, die het werk doen, zitten op -2 %. En als het op die manier doorgaat, is het een hopeloze strijd. Dat is een belangrijk punt vandaag.
Het is waar wat deze man zei. Dat is hoe het tot nu toe was. Maar er is iets aan de hand in de wereld. Er is een omslagpunt bereikt met de crisis. De financien waren scheefgegroeid. Er werden bonussen van 1 miljoen uitgedeeld, die des te groter waren, naarmate de wanprestatie, die aan de bonus voorafging, groter was. Maar onlangs werd in de Volkskrant gemeld dat een vertrekbonus van een topman in het openbaar werd besproken. Er is echt iets aan het veranderen. In dezelfde Volkskrant stond foutief dat de biologische landbouw 0,1% is gegroeid. Voor mij is de kern van het bericht, in ouderwetse woorden: Markt biologisch is gegroeid.
We hebben niet zoveel aan koppen waarin verwezen wordt naar markten en groeipercentages. We moeten van dergelijk koppen af. Ik zal u de conclusie van mijn toespraak al verklappen. Die zal zijn: Laat u niet in de hoek drukken van het traditionele denken. Laat u als sector niet vergelijken met allerlei processen die ouderwets zijn, en elkaar wereldwijd naar de knoppen helpen.
Laat ik het eerst iets breder plaatsen: waar het uiteindelijk om gaat, is niet financien, niet groei van het inkomen, maar de welvaart van de mens, in de zin van behoeftenbevrediging. Wij voorzien in behoeften van mensen. Die zijn voor een deel in geld uit te drukken, maar voor een groot deel niet. Een krentenbol mag best bij de bakker worden afgerekend met geld; maar dat is niet het hele verhaal vande krentenbol. Er zijn allerlei zaken die ook van belang zijn en die niet zo makkelijk in geld uitgedrukt kunnen worden. Meten is weten zei de Minister. Dat is op zichzelf een aardige uitspraak; maar het is onvolledig. Veel zaken zijn per definitie niet te meten. Dat is de les die de economische crisis ons leert. De behoeften worden niet alleen gediend door boter, kaas en eieren, maar ook door allerlei andere zaken. Die gedachtengang stond lange tijd in de schaduw, ook bij economonen. Alles moest worden uitgedrukt in geld, gemonetariseerd. Daar hebben we 15 jaar last van gehad.
Nu zien we dat degenen die er op een andere manier naar kijken, de upper hand beginnen te krijgen. Daarom zeg ik: het is heel mooi dat we de kredietcrisus hebben; het is in allerlei opzichten een zegen voor de mensheid. Lange tijd was er een dehumanisering van transacties gaande. De crisis leidt tot bezinning, tot nadenken. Hij belichaamt een draai van kwantiteit naar kwaliteit. Er zijn op dit moment twee scenarios voor wat er na de crisis gaat gebeuren. De twee scenarios belichamen de strijd tussen kwantiteit en kwaliteit, die er altijd is. De mensen die aan de kant van de kwaliteit staan, zijn altijd in de minderheid. De kwantiteit heeft altijd de grootste aanhang.

Scenario 1 behelst ongeveer het volgende denkpatroon: We hebben nu crisis, maar daarvoor ging het fantastisch.We hadden 3% groei, en dat is beter dan 2%. Die kredietcrisis lossen we even op en daarna gaan we weer over op de orde van de dag. Er zijn allerlei mensen die dit scenario verkondigen. Een bekende econoom zegt bijvoorbeeld: de crisis duurt 2 jaar, en daarna gaan we weer met 2,2% groeien. Dat weet hij. Dat is het dan.
Maar de mensen op straat merken nu dat de groei niet alleen kwaliteit meebracht. Burgers merken nu dat er minder files op de wegen staan, dat er minder luchtvervuiling is. Dat komt onder andere omdat er minder hard wordt gegroeid. Dat is niet uitgedrukt in geld, maar dat hoort net zo goed bij het ruime welvaartsbegrip.

Scenario 2, behelst een omslag van kwantiteit naar kwaliteit: We zijn bezig met een fundamente overgang naar een heel nieuw patroon. Dat is een patroon waar we de details nog niet van kennen. Een draai van kwantiteit naar kwaliteit. De kredietcrisis is, vergeleken met een andere crisis, een lachertje. We zitten namelijk met een overlevingscrisis: klimaat, energie, luchtkwaliteit, waterkwaliteit, behoud van natuur, omgeving en milieu; dat zijn allemaal zaken die voor de mensen van nu en straks van levensbelang zijn. En die voor een groot deel niet via de markt verlopen. De kredietcrisis zet op de agenda wat er aan die kant gebeurt. Het oplossen van die vraagstukken, die voor de existentie van de mensheid van groot belang zijn, vraagt om een hoop investeringen en innovatie. Daarom geloof ik niet wat economen zeggen: dat er onvermijdelijk een enorme werkeloosheid komt. We weten namelijk verdraaid goed waarin geinvesteerd moet worden. Er moet geinnoveerd worden. Daar hoort wel wat uitstoot van arbeid bij, bv in de traditionele autoindustrie; maar die uitstoot kan weer opgenomen worden in de duurzame auto-industrie. Dat is niet makkelijk, maar dat is een opgave met duurzaam perspectief.

Ik zal u een voorbeeld geven. Stelt u zich voor dat deze hele zaal vol zit met financiele specialisten. En laten we zeggen dat het cijfer van consumentenvertrouwen is gezakt; dat wil zeggen dat ze minder geld uitgeven. Welnu: die hele zaal met specialisten zit dan in zak en as. Ze weten zich van ellende geen raad. De consumenten besteden minder, dus de winkeliers bestellen minder bij de groothandel, etc. Een drama! Ik zeg dan: ik hoop dat het zo is. Het consumentenvertrouwen kan me niet ver genoeg dalen. De Amerikaanse burgers hebben hun zakken vol met creditcards. En als de ene creditcard niet meer werkt, omdat hij te negatief staat, pakken ze de volgende. Dat is al jaren zo. Die Amerikanen moeten dus veel minder gaan besteden. Het is daarom een geweldig bericht als het consumentenvertrouwen daalt. Ze lossen dan meer schulden af, en zijn aan het sparen. De financiele markt is nu wereldwijd in een wanbalans.

Obama zit gelukkig op het spoor van kwaliteitsverbetering. We moeten dat hier aanmoedigen. Het is helemaal niet erg als er eens in de 5 jaar i.p.v. eens in de 4 jaar een nieuwe auto gekocht kan worden. Het is niet erg als er bespaard wordt. De cruciale vraag is waar die besparingen naartoe gaan? Worden ze geinvesteerd in duurzaamheid? Want als dat het geval is, zullen er verbeteringen komen in de immateriele sfeer van de behoeftenbevrediging.

Wat hier op het Bio-Congres gebeurt, gaat voor een groot deel om immateriele verbetering zoals gezondheid of smaak. De nadruk ligt bij u op het biologisch produceren. Maar het gaat om die consument. Die hele industrie staat in dienst van de consument. Uw opdracht is om duidelijk te maken dat de biologische landbouw in dienst staat van consumenten. Ik heb gisteren een kleine test gedaan en aan mijn vrouw gevraagd of ze wel eens biologische boodschappen deed. Ze vertelde dat ze af en toe wel eens een biologische komkomker kocht. Maar waarom? Daarover was ze tamelijk onverschillig. Blijkbaar is dat hele verhaal nog niet genoeg doorgedrongen. Je moet die brug maken naar de consument.
Een advies: laat je niet dwingen in de positie van de prijs. Het gaat om kwaliteit. Leg het accent bij kwaliteit. Laat zien dat wat hier gebeurd, te maken heeft met de existentie van de mensheid, met de kinderen en kleinkinderen. En het mooie is: de financiele resulaten verbeteren dan ook. Winst is belangrijk.
Winst! Niet als doelstelling, maar als uitkomst!

Lunch
Tijdens de lunch droeg dichter Alexis de Roode het gedicht 'Schepping van hemel en aarde, Week 2' voor. Op veler verzoek wordt het onderaan deze pagina weergegeven.

Middagprogramma
Het verslag van de tweede helft van het Bio-Congres volgt nog. Met daarin:
Presentatie Bio-Monitor, Maurits Steverink
Pim Vermeulen, Hoofdstad van de Smaak
De Zeepkist: korte toespraken van Dick Veerman, Roos Saat, Frits van Evert
Verslagen Workshops

---

Schepping van hemel en aarde, week 2

Zie, ik geef u al het zaaddragend gewas op de hele aarde, met alle bomen, die zaadvruchten dragen; die zullen u tot voedsel dienen.


* Toelichting: bovenstaande quote komt uit Genesis, waarin de schepping van hemel en aarde wordt behandeld. Helaas vertelt het verhaal niks over de tweede week. Dit gedicht wil, in alle bescheidenheid, de lancune opvullen.

In het begin schiep de mens zich een beeld van hemel en aarde. De hemel was hoog in zijn ogen, de aarde groot en gevaarlijk. Chaos drong zich in zijn geest en leegte zweefde in zijn maag. De mens sprak: Laat er een grens zijn. En hij trok een grens. Wat aan de ene kant van de grens lag, noemde hij tuin. En wat aan de andere kant van de grens lag, noemde hij wildernis. Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.

De mens sprak: Laat de dieren en planten in de wildernis door God verzorgd worden, want hij heeft ze gemaakt. Maar de dieren en planten in de tuin zijn van mij. Ik zal ze koesteren en verzorgen, zij zullen mijn tuin verrijken. Zo geschiedde. De planten en dieren in de tuin noemde hij: voedsel. En de planten en dieren in de wildernis noemde hij: natuur. Weer werd het avond en morgen: de tweede dag.

De mens sprak: De dieren en planten behoren aan mij, maar zij gehoorzamen aan tijd. Ze bloeien in de lente en geven zaadvruchten in de herfst. De vogels leggen eieren naar hun aard, maar in de winter doen ze niks. Ik zal de planten een huis van glas geven
en in de kippenstal zal ik een helder licht branden. Zo geschiedde. En de mens at aardbeien
toen het sneeuwde, en eieren op de kortste dag. Weer werd het avond en morgen: de derde dag.

De mens sprak: Mijn tuin gehoorzaamt mij
het hele jaar, maar werkt niet half zo hard als ik. De trage planten voeden zich met trage aarde. De dieren groeien traag zoals de planten die ze eten. Laat er kunstmest en krachtvoer zijn!
En er was kunstmest en krachtvoer.
De planten en dieren versnelden hun groei.
En de mens zag dat het goed was.
Weer werd het avond en morgen: de vierde dag.

De mens sprak: Laat mijn tuin vruchtbaar zijn wanneer ík het wil. Want de planten en dieren planten zich lukraak voort, zonder te denken
aan mijn behoeftes. Ik moet pasgeboren kalfjes weghalen bij de koe, en kippen van hanen scheiden. De planten zal ik zaadloos vermenigvuldigen
en het zaad van stieren zal ik opvangen in mijn hand. Zo zal geen kalf geboren worden buiten mijn wil. Aldus geschiedde. En de mens zag dat het goed was. Weer werd het avond en morgen: de vijfde dag. Nog twee te gaan.

De mens sprak: van de wieg tot aan het graf
zijn dieren en planten gehoorzaam aan mij,
maar in het zaad dat zij verspreiden
huist de anarchie. Het mengt zich naar eigen aard en waait de tuin uit. Ik zal het zaad openbreken en veranderen. Het zal míjn zaad zijn. En het zaad van dit zaad, en het zaad van het zaad van dit zaad, en alles wat groeit uit dit zaad, dat alles
zal van mij zijn, van generatie op generatie. Aldus geschiedde. En de mens zag dat alles,
wat hij gemaakt had, zeer goed was.
Zo werd het avond en morgen: de zesde dag.

Nu was de tuin van de mens voltooid.
En toen hij op de zevende dag al het werk zag, dat hij verricht had, rustte hij uit. Hij rustte uit en keek uit over zijn tuin. Hij at pitloze druiven en dronk melk van koeien met ontstoken uiers. Hij zag kale kippen en varkens met afgebeten staarten. Hij zag een woestijn van maïs en een woestijn van soja. Hij zag de bijen bij zwermen sterven in zijn tuin. Lang keek hij om zich heen. En hij zag dat - Goed, zei hij. Goed. Het was zeker het experiment waard. Ik heb me vergist. Maar morgen is het weer maandag. Een derde week. Het is nog altijd lente.

© Alexis de Roode