Platform Biologica
12e Bio-Congres: verslag ochtendprogramma
16 april 2009
Voor het vijfde achtereenvolgende jaar was het schitterend weer op het
Bio-Congres in Rhederoord. Onder aansturing van dagvoorzitter Harm
Edens sprak een groot aantal kopstukken op het gebied van
duurzaamheid. In het onderstaande een verslag van het
ochtendprogramma, met Arie van den Brand (Biologica), Peter Jens
(Biologica), Andre van der Zande (LNV), Vincent Blok (LBI), Martien
Lankester (Avalon), Katrine Milman (Coop Denemarken), Michiel Haring
(UVA) en professor Arnold Heertje. Een verslag van het middagprogramma
en de workshops volgt later.
NB: Alle sprekers zijn verkort weergegeven, onder voorbehoud
van kleine onnauwkeurigheden en nuanceverlies. Aanvullingen en
correcties kunnen gemeld worden bij van.erp@biologica.nl.
Arie van den Brand, voorzitter Biologica: We have ideas
Biologisch wil het goudmerk worden van duurzaam geproduceerd, ingepakt
en vervoerd voedsel. Onze ambitie is een integrale benadering van bio
in de keten. Geen wedren in deelaspecten. Er is een integrale
duurzaamheid nodig, systeemdenken.
Biologisch is een beweging. Die moet verbonden worden met andere
bewegingen, er zijn meerdere duurzame wegen naar Rome. De crux hierbij
is: hoe kunnen we schakelen tussen het regionale en het mondiale.
Vanuit duurzaamheid kun je zeggen: veegrondstoffen uit Zuid-Amerika,
dat kan niet. Maar uit sociaal oogpunt zeg je: het delen van welvaart
met boerencooperaties in Brazilie zou moeten kunnen.
Biologische voeding verenigt meer en meer mensen. Veel mensen eten
minder vlees, men wil meer biodiversiteit. Als het kan, ga je naar een
producent om de hoek. De keuze voor biologisch is een keuze voor een
levensstijl. Dat is veel meer dan het niet gebruiken van. Er is een
renaissance aan het ontstaan van de verbinding tussen producent en
consument. Dat is de hoeksteen van de Green New Deal.
Ambities. Een van onze bestuursleden is een actieve boerin. Zij zei:
Ik wil als producent het gevoel houden dat ik een goed product maak,
eigenzinnig, tegendraads. Daarbij moet de sector ook in de spiegel
kijken. Soms rommelen we maar een beetje aan. Kijken niet genoeg naar
wat nieuwe klanten echt willen. BioFood Magazine legt regelmatig
vinger op zere plek. Foodlog van Dick Veerman is ook zon medium dat
ons scherp houdt.
Er is meer keteninvestering nodig. We kunnen nog slimmer naar
consumentencampagnes kijken. En de financien van de ketenondersteuning
moeten in de toekomst meer door ondernemers gedragen worden.
Het is erg belangrijk om gentechvrije zones, mogelijk provincies,
te creeren en te behouden. We moeten zorgen dat boeren vrijheid houden
in het gebruiken van hun zaden.
Vanuit de integrale benadering moeten we ook komen tot een andere
economie. Daar zal professor Arnold Heertje nog meer over zeggen.
Dit alles vraagt om een bijzonder houding: beginselvastheid, gepaard
aan een ongelofelijke flexibiliteit en creativiteit om die beginselen
handen en voeten te geven. We moeten beseffen dat er meerdere duurzame
wegen naar Rome leiden.
Als we naar de markt kijken, zien we dat alle lichten op groen staan.
Kijk naar Unilever: na jaren aarzeling hebben zij de stap gemaakt om
biologische soep op de markt te zetten. Er zijn veel nieuwe
biologische verkooppunten bijgekomen. Het Lekker naar de Boer
weekend komt eraan, in september volgt de Week van de Smaak. Het CBL
gaat volgende week haar leden oproepen om deel te nemen aan Week van
de Smaak.
In de campagne van Obama kwam een banner in beeld: "WE HAVE IDEAS".
Dat geldt voor biologische sector: we hebben ambities én ideeen om ze
te realiseren.
Als je kijkt naar nota's van ministeries, op het gebied van
meststoffen, biodiversiteit, of wat dan ook: wat daar gevraagd wordt
van de landbouw, dat levert de biologische landbouw.
Peter Jens, directeur Biologica: We zorgen voor reuring
De veranderingen die hier geschetst zijn moesten ook in uitdrukking
komen in een nieuwe huisstijl. [het nieuwe logo getoond en de zaal
wordt gevraagd om d.m.v. applaus een oordeel te geven; dat luidt
positief]. Biologica heeft veel goedwil in de markt. Een van de
kwaliteiten van Biologica is: we durven alle vragen aan. U kunt
zichzelf vandaag de vraag stellen: welke waarden kan Biologica aan
mijn organisatie toevoegen? Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Denk
daarbij ook aan Bioconnect, waar prachtige kennisvragen op tafel
komen.
We zijn onze kennis en kunde aan het uitwisselen. Maar we geven ook
onze passie vorm: bijvoorbeeld in de Week van de Smaak, die in twee
jaar tijd is uitgegroeid tot een instituut. Er is echt iets aan de
hand in culinair Nederland. In juni volgt weer Lekker naar de Boer.
Met Smaakmakend gaat het goed en de Adoptieacties lopen uitstekend,
ook in de crisis. Met passie zorgen we dat er steeds meer leven in de
brouwerij komt. We zorgen voor reuring in de markt.
André van der Zande, namens Gerda Verburg: Kies een eigen plek,
uitgaande van kracht en verbinding
Minister Verburg liet zich vertegenwoordigen door secretaris-generaal
André van der Zande; de volledige toespraak vindt u hier op de website
van LNV.
De Minister wijst erop dat we in een mondiaal dorp wonen: dit geeft
een mondiaal verantwoordelijkheidsbesef. Samenhang,
verantwoordelijkheid en solidariteit staan daarom in het hart van het
beleid.
Duurzaam en biologisch zijn woorden in ons waardesysteem geworden, die
daardoor echter ook veranderlijk zijn.
Aan de westkust van de VS willen de mensen al FLOSS voedsel: fresh,
local, organic, season en sustainable.
Duurzaamheidsinitiatieven schieten als paddestoelen uit de grond. De
paddestoelen zouden wel eens sneller kunnen groeien dan voorzien. Uw
sector staat daarom voor een extreme uitdaging, als u koploper wilt
zijn en blijven. Zoek waarin u zich onderscheidt, en zoek van daaruit
samenwerking met gangbare landbouw. Met als uitgangspunt: meten is
weten.
Mijn boodschap vandaag is: kies een eigen plek, uitgaande van kracht
en verbinding. Dit stoelt op de drie P's: people, planet en profit. Zo
kunnen we in de toekomst met reden zeggen: Leven van het land, geven
om natuur.
Vincent Blok, directeur Louis Bolk Instituut: Biologisch is niet een
eigenschap van producten; het is een denkhouding en een levenshouding
Nu we ook met Unilever zaken kunnen doen, zijn we de nichemarkt
ontgroeid.
Ik ben niet alleen onderzoeker, maar ook filosoof. Als ik van een
afstandje naar de ontwikkelingen kijk, zie ik dat het verhaal achter
biologisch de afgelopen jaren wat naar de achtergrond is geraakt. Ik
vind dat we dat weer boven water moeten krijgen. In een column in NRC
Handelsblad op 5 april sprak professor Martijn Katan over het
biologisch menu; dat het daar om een attitude gaat die het menu gezond
maakt. Als we kijken naar gezondheid en voeding, gaat het er niet om
wat vitaminen toe te voegen of weg te halen; dan gaat het om een
compleet andere mentaliteit. Dat is de kracht van de biologische
beweging. Als we een worteltje produceren, gaat het niet alleen om dat
worteltje, maar om het systeem waaruit dat worteltje voortkomt.
Biologisch is ten eerste een leefwijze. Leven vanuit een partnerschap
met de natuur en zorg voor de aarde.
Een tweede kenmerk is de ecologisch-holistische visie: systeemdenken.
Denken vanuit verantwoordelijkheid voor het geheel.
Het derde kenmerk: het systeem is gestoeld op dynamische evenwichten:
biodiversiteit, vruchtwisseling, kringlopen.
Biologisch is niet alleen een onderscheidend kenmerk van producten.
Het is kennis en ervaring van de boer in de praktijk. Het is een
denkhouding en een levenshouding. Mijn ambitie is om dat verhaal weer
boven tafel te krijgen en als inspiratie te nemen voor de verdere
ontwikkeling van duurzaamheid in de landbouw.
Ik wil drie voorbeelden noemen, drie ontwikkelrichtingen waarin deze
houding het verschil maakt. Bij biologisch als leefwijze kun je denken
aan de betrokkenheid van de boer op het land. De productie is nu
geanonimiseerd. We moeten een proeftuin inrichten om nieuwe
verbindingen tussen consumenten en producenten te beproeven. Het
tweede aspect is de zorg om het geheel; het is moeilijk om daar een
voorstelling bij te hebben. Toch is dat nodig. We zouden een
biologische regio in Nederland kunnen introduceren die een proefgebied
wordt voor verbindingen tussen stad en land, de betrokkenheid
burger-ecosysteem. Het derde aspect: bio is geen doel op zichzelf; het
gaat om de gezondheid van de aarde. Bio heeft de pretentie om de beste
papieren in handen te hebben. Daarom stellen we ons ten doel om over
tien jaar klimaatneutraal te produceren, of beter gezegd:
klimaatneutraal en duurzaam.
Ik denk dat we goud in handen hebben.
Martien Lankester, Avalon Foundation: De boodschappentas moet gevuld
worden met waarden"
Hoe krijgen we de groei aan de gang, die nodig is? 12% is leuk, maar
er is veel meer nodig en we zijn bepaald geen voortrekker in Europa.
Het biologisch fundament staat stevig, maar er mogen wel eens nieuwe
ramen worden geopend in de muur. We moeten kijken naar al onze
stakeholders, zoals de consumenten. Wat zijn hun waarden? De
boodschappentas moet gevuld worden met waarden; de
meerwaardenboodschappentas. De bioboer heeft daarin een voorsprong.
Een boer die over zijn heg kijkt, die nieuwe samenwerkingsverbanden
zoekt.
Een voorbeeld: in Letland heb je nu een netwerk van eco-healthfarms.
Daar is ontspanning en lichaamsverzorging aan bio gekoppeld. Dat
bestaat in Nederland nog niet. Ga praten met je locale VVV, Slowfood
of landschapsbeheer; leer van hun waarden en kijk hoe je daarin kunt
bijdragen vanuit je bedrijfsvoering.
De Soil Association heeft onlangs een Sustainable Food Plan
gepresenteerd dat waardevolle ideeen bevat. Dat geldt ook voor de
boeken en ideeen van Michael Pollan.
In de notas van de minister van Ontwikkelingssamenwerking kwam helaas
het woord biologische landbouw niet voor. Terwijl de FAO al twee jaar
geleden biologische landbouw heeft aangeraden als het
ontwikkelingsmodel voor derdewereldlanden.
Reactie uit de zaal, van een ondernemer: "Waardeverdeling in
bio-keten is niet duurzaam"
Ik hoor tot nu toe niks over financiele duurzaamheid. U stelt dat de
boeren duurzame waardes moeten realiseren. Maar als we kijken naar de
biologische keten, is er geen sprake van een eerlijke verdeling; de
boeren worden totaal niet beloond voor het realiseren van waarden. De
toeleverancier heeft een marge van 17% op zijn kapitaal. De verwerker
heeft een rendement van 21% op zijn kapitaal. En de boer die heeft een
rendement van -2%. Als we het over waarde hebben, moet er eerst een
andere waardeverdeling komen in de keten.
Martien Lankester, vervolg
De handel zou inderdaad een dienende functie moeten hebben, minder dan
een verdienende functie. Ik ben zelf veehouder geweest en arts, en ik
heb uit eigen ervaring ondervonden dat er lange tijd een beetje is
neergekeken op boeren. Als de boer samen met de consument naar waarden
gaat kijken, zal hij weer meer op een voetstuk geplaatst worden.
Dokters werden vroeger erg op een voetstuk geplaatst; van hen wordt nu
veel meer de houding van een leraar gevraagd, die informatie aanbiedt.
Van leraren wordt de houding van een boer gevraagd: hij moeten zaaien
in de nieuwe generatie. En de boeren worden de dokters van de
toekomst, die gezondheid en wijsheid leveren.
Katrine Milman, Environmental Manager Coop Denemarken: Laat
winkelmedewerkers bij de toeleverende boeren op bezoek gaan
Coop is de grootste supermarkt in Denemarken met 740 supermarkten. Het
bedrijf is in eigendom van 1,6 miljoen consumenten. We werken daarom
al heel lang met waarden. We hebben 37% van retail, maar 50% van de
biologischemarkt. De Deense consument heeft de hoogste gemiddelde
besteding aan bio in Europa. Gemiddeld verkopen we 6% tot 7 % bio. We
hebben verschillende formules; de meest culinaire formule verkoopt
relatief het meeste bio.
Biologische eieren kosten in Denemarken 4 x zoveel als kooieieren. Ze
hebben 35% marktaandeel in onze supermarkten.
Wij begonnen al in de jaren 80 met de verkoop van bio in supermarkten.
We begonnen ermee lang voordat we een biologisch label hadden.
Jarenlang was de omzet echter heel klein. In 1993 besloten we om bio
te gaan marketen en de prijzen te verlagen. De markt explodeerde.
Tussen 2000 en 2005 stagneerde de groei. Dat was goed: zo konden de
producenten aan kwaliteitverbetering doen. Sindsdien is er echter weer
een explosieve groei, vanuit het niets. Op dit moment, begin 2009,
merken we dat de groei is afgenomen. De markt groeit echter nog steeds
een beetje, terwijl de rest van de markt daalt.
We marketen de producten met aanbiedingenkrantjes waarin we niet
alleen de prijs en het product tonen, maar ook het verhaal achter
product.
We ontplooien ook activiteiten richting de boeren. We hebben een
campagne gehad waarbij boeren gratis konden laten checken wat een
overstap naar bio voor hen zou betekenen. Het effect was dat 50%
boeren overstapte op bio.
We hebben een serie ontmoetingen geregeld tussen winkelmedewerkers en
boeren: dat was zeer motiverend voor de medewerkers; het inspireerde
ze om te zien met hoeveel passie en betrokkenheid de producenten
werken.
In de laatste jaren haalden we telkens 20, 30% groei. In 2009 zullen
we dit niet halen. We zien dat klanten opschuiven richting discount.
Michel Haring, UvA: Het nu gebruikte zaad is ontwikkeld voor gebruik
met kunstmest en een doorbroken kringloop
Ik ben een moleculair bioloog die zich bezighoudt met genetische
modificatie. Ik kom veel in het land en krijg veel vragen over
biotechnologie. Ik wilde eerst eens kijken naar de vraag: wat is
biologisch? De perceptie van mensen is, dat dit natuurlijk is. Is dat
zo? Ik geloof niet in natuur-voeding. In de natuur is namelijk erg
weinig te eten. Landbouw is geen natuur, maar cultuur. Cultuurgewasen
hebben grotere zaden, hogere opbrengsten, en zijn makkelijker te
oogsten. Een wilde tomaat is een zeer klein groen besje, oneetbaar.
Onze tomaat is een cultuurproduct. De mens moet meewerken aan de
voortplanting van deze cultuurgewassen. Bij wilde planten zitten de
zaden altijd los, zodat ze zich kunnen verspreiden. Maar bij mais zit
het zaad vast aan de kolf. Bij rijst eveneens; de mens moet dit zaad
verspreiden. Bloemkool is ook geen natuurlijk gewas. Een wilde kool
is een plant die mooi groeit. Als je daar bloemkool naast legt, zie je
in feite iets wat verschrikkelijk is misgegaan. Maar mijn kinderen
vinden het lekker.
In de natuur is veel variatie. Daarmee kun je spelen en selecteren.
Maar in veel gevallen hebben wij geen idee hoe een cultuurproduct is
ontstaan: wij weten niet waar die mais of tomaat ontstaan zijn. Er zit
altijd een menselijk aspect aan: stekken, zaad verzamelen, de goede
kool selecteren. Als we naar de geschiedenis kijken is meeste
varieteit ontstaan door het zoeken en benutten van spontane varieteit.
Maar eind 19e eeuw leerden we de wetten van de erfelijkheid kennen. We
konden gericht gaan kruisen. Nu ging de veredeling een specialisatie
worden, een bedrijfstak. Van 1880 tot 1940 nam dit een vlucht: nieuw
zaad werd ontwikkeld, en dat werd vooral geselecteerd op een goede
reactie op kunstmest, die ook nieuw was.
De bedrijven die zaadveredeling deden, ontwikkelden de hybride
F1-rassen: dit zijn rassen die veel opbrengen, maar waarvan het zaad
niet verder vermeerderd kan worden, dan verdwijnen de goede
eigenschappen. Dus de boeren moeten telkens het zaad bij de
zaadleverancier kopen. Zo werden de boeren afhankelijk van
zaadleveranciers.
Er kwamen nieuwe technieken: cel- en weefselkweek, chemische
mutagenese, kruisingen met wilde soorten via laboratoriumtechnieken,
DNA-determinatie, en ten slotte gentech. Achter de meeste zaden die in
de handel zijn zitten talloze van dit soort technieken. Onze
landbouwzaden zijn bijna allemaal in laboratoria ontwikkeld. Ook de
biologische.
In de biologische landbouw zou je jezelf de vraag moeten stellen of
dat is wat je wilt. Er wordt nu veel gewerkt met planten die zichzelf
niet kunnen voortplanten. En er wordt gewerkt met rassen die met het
oog op kunstmestgebruik zijn ontwikkeld. Naar mijn idee zou de
biologische landbouw meer gebaat zijn bij planten die zich goed met
bodemorganismen verstaan. En planten die zichzelf ook weer kunen
voortplanten: alleen dan heb je een complete kringloop.
De ambitie die ik de biologische landbouw wil stellen is: denk eens na
over het zaadgoed. Weet je wel wat je eet? Waar komt het zaad vandaan
dat je gebruikt? Je moet van het zaad tot aan het product bewust bezig
zijn met de hele keten. Het zaadgoed, het erfgoed van eeuwen, moet
onder de aandacht van de mensen worden gebracht. Daar maak ik reclame
voor met Stichting Zaadgoed (http://www.zaadgoed.nl/). Maar zolang de
markt dit niet aan de zaadbedrijven vraagt, zullen de bedrijven geen
biologisch zaad maken. Word bevlogen en ga op zoek naar dat zaad. Dan
kun je pas zeggen: ik weet wat ik eet.
Prof. Arnold Heertje: Winst. Niet als doelstelling, maar als uitkomst.
We zijn op een moment in de geschiedenis dat er wereldwijd iets
wezenlijks gebeurt. En dat gebeurt ook in deze zaal. Een van de
aanwezigen in deze zaal, een biologische boer, stond zo-even op en
zei: Kijk eens wat er in de handel gebeurt. Daar worden enorme marges
gemaakt, maar wij, die het werk doen, zitten op -2 %. En als het op
die manier doorgaat, is het een hopeloze strijd. Dat is een belangrijk
punt vandaag.
Het is waar wat deze man zei. Dat is hoe het tot nu toe was. Maar er
is iets aan de hand in de wereld. Er is een omslagpunt bereikt met de
crisis. De financien waren scheefgegroeid. Er werden bonussen van 1
miljoen uitgedeeld, die des te groter waren, naarmate de wanprestatie,
die aan de bonus voorafging, groter was. Maar onlangs werd in de
Volkskrant gemeld dat een vertrekbonus van een topman in het openbaar
werd besproken. Er is echt iets aan het veranderen. In dezelfde
Volkskrant stond foutief dat de biologische landbouw 0,1% is gegroeid.
Voor mij is de kern van het bericht, in ouderwetse woorden: Markt
biologisch is gegroeid.
We hebben niet zoveel aan koppen waarin verwezen wordt naar markten en
groeipercentages. We moeten van dergelijk koppen af. Ik zal u de
conclusie van mijn toespraak al verklappen. Die zal zijn: Laat u niet
in de hoek drukken van het traditionele denken. Laat u als sector niet
vergelijken met allerlei processen die ouderwets zijn, en elkaar
wereldwijd naar de knoppen helpen.
Laat ik het eerst iets breder plaatsen: waar het uiteindelijk om gaat,
is niet financien, niet groei van het inkomen, maar de welvaart van de
mens, in de zin van behoeftenbevrediging. Wij voorzien in behoeften
van mensen. Die zijn voor een deel in geld uit te drukken, maar voor
een groot deel niet. Een krentenbol mag best bij de bakker worden
afgerekend met geld; maar dat is niet het hele verhaal vande
krentenbol. Er zijn allerlei zaken die ook van belang zijn en die niet
zo makkelijk in geld uitgedrukt kunnen worden. Meten is weten zei de
Minister. Dat is op zichzelf een aardige uitspraak; maar het is
onvolledig. Veel zaken zijn per definitie niet te meten. Dat is de les
die de economische crisis ons leert. De behoeften worden niet alleen
gediend door boter, kaas en eieren, maar ook door allerlei andere
zaken. Die gedachtengang stond lange tijd in de schaduw, ook bij
economonen. Alles moest worden uitgedrukt in geld, gemonetariseerd.
Daar hebben we 15 jaar last van gehad.
Nu zien we dat degenen die er op een andere manier naar kijken, de
upper hand beginnen te krijgen. Daarom zeg ik: het is heel mooi dat we
de kredietcrisus hebben; het is in allerlei opzichten een zegen voor
de mensheid. Lange tijd was er een dehumanisering van transacties
gaande. De crisis leidt tot bezinning, tot nadenken. Hij belichaamt
een draai van kwantiteit naar kwaliteit. Er zijn op dit moment twee
scenarios voor wat er na de crisis gaat gebeuren.
De twee scenarios belichamen de strijd tussen kwantiteit en kwaliteit,
die er altijd is. De mensen die aan de kant van de kwaliteit staan,
zijn altijd in de minderheid. De kwantiteit heeft altijd de grootste
aanhang.
Scenario 1 behelst ongeveer het volgende denkpatroon:
We hebben nu crisis, maar daarvoor ging het fantastisch.We hadden 3%
groei, en dat is beter dan 2%. Die kredietcrisis lossen we even op en
daarna gaan we weer over op de orde van de dag. Er zijn allerlei
mensen die dit scenario verkondigen. Een bekende econoom zegt
bijvoorbeeld: de crisis duurt 2 jaar, en daarna gaan we weer met 2,2%
groeien. Dat weet hij. Dat is het dan.
Maar de mensen op straat merken nu dat de groei niet alleen kwaliteit
meebracht. Burgers merken nu dat er minder files op de wegen staan,
dat er minder luchtvervuiling is. Dat komt onder andere omdat er
minder hard wordt gegroeid. Dat is niet uitgedrukt in geld, maar dat
hoort net zo goed bij het ruime welvaartsbegrip.
Scenario 2, behelst een omslag van kwantiteit naar kwaliteit:
We zijn bezig met een fundamente overgang naar een heel nieuw patroon.
Dat is een patroon waar we de details nog niet van kennen. Een draai
van kwantiteit naar kwaliteit. De kredietcrisis is, vergeleken met een
andere crisis, een lachertje. We zitten namelijk met een
overlevingscrisis: klimaat, energie, luchtkwaliteit, waterkwaliteit,
behoud van natuur, omgeving en milieu; dat zijn allemaal zaken die
voor de mensen van nu en straks van levensbelang zijn. En die voor een
groot deel niet via de markt verlopen. De kredietcrisis zet op de
agenda wat er aan die kant gebeurt. Het oplossen van die vraagstukken,
die voor de existentie van de mensheid van groot belang zijn, vraagt
om een hoop investeringen en innovatie. Daarom geloof ik niet wat
economen zeggen: dat er onvermijdelijk een enorme werkeloosheid komt.
We weten namelijk verdraaid goed waarin geinvesteerd moet worden. Er
moet geinnoveerd worden. Daar hoort wel wat uitstoot van arbeid bij,
bv in de traditionele autoindustrie; maar die uitstoot kan weer
opgenomen worden in de duurzame auto-industrie. Dat is niet makkelijk,
maar dat is een opgave met duurzaam perspectief.
Ik zal u een voorbeeld geven. Stelt u zich voor dat deze hele zaal vol
zit met financiele specialisten. En laten we zeggen dat het cijfer van
consumentenvertrouwen is gezakt; dat wil zeggen dat ze minder geld
uitgeven. Welnu: die hele zaal met specialisten zit dan in zak en as.
Ze weten zich van ellende geen raad. De consumenten besteden minder,
dus de winkeliers bestellen minder bij de groothandel, etc. Een drama!
Ik zeg dan: ik hoop dat het zo is. Het consumentenvertrouwen kan me
niet ver genoeg dalen. De Amerikaanse burgers hebben hun zakken vol
met creditcards. En als de ene creditcard niet meer werkt, omdat hij
te negatief staat, pakken ze de volgende. Dat is al jaren zo. Die
Amerikanen moeten dus veel minder gaan besteden. Het is daarom een
geweldig bericht als het consumentenvertrouwen daalt. Ze lossen dan
meer schulden af, en zijn aan het sparen. De financiele markt is nu
wereldwijd in een wanbalans.
Obama zit gelukkig op het spoor van kwaliteitsverbetering. We moeten
dat hier aanmoedigen. Het is helemaal niet erg als er eens in de 5
jaar i.p.v. eens in de 4 jaar een nieuwe auto gekocht kan worden. Het
is niet erg als er bespaard wordt. De cruciale vraag is waar die
besparingen naartoe gaan? Worden ze geinvesteerd in duurzaamheid? Want
als dat het geval is, zullen er verbeteringen komen in de immateriele
sfeer van de behoeftenbevrediging.
Wat hier op het Bio-Congres gebeurt, gaat voor een groot deel om
immateriele verbetering zoals gezondheid of smaak. De nadruk ligt bij
u op het biologisch produceren. Maar het gaat om die consument. Die
hele industrie staat in dienst van de consument.
Uw opdracht is om duidelijk te maken dat de biologische landbouw in
dienst staat van consumenten. Ik heb gisteren een kleine test gedaan
en aan mijn vrouw gevraagd of ze wel eens biologische boodschappen
deed. Ze vertelde dat ze af en toe wel eens een biologische komkomker
kocht. Maar waarom? Daarover was ze tamelijk onverschillig. Blijkbaar
is dat hele verhaal nog niet genoeg doorgedrongen. Je moet die brug
maken naar de consument.
Een advies: laat je niet dwingen in de positie van de prijs. Het gaat
om kwaliteit. Leg het accent bij kwaliteit. Laat zien dat wat hier
gebeurd, te maken heeft met de existentie van de mensheid, met de
kinderen en kleinkinderen. En het mooie is: de financiele resulaten
verbeteren dan ook. Winst is belangrijk.
Winst! Niet als doelstelling, maar als uitkomst!
Lunch
Tijdens de lunch droeg dichter Alexis de Roode het gedicht 'Schepping
van hemel en aarde, Week 2' voor. Op veler verzoek wordt het onderaan
deze pagina weergegeven.
Middagprogramma
Het verslag van de tweede helft van het Bio-Congres volgt nog. Met
daarin:
Presentatie Bio-Monitor, Maurits Steverink
Pim Vermeulen, Hoofdstad van de Smaak
De Zeepkist: korte toespraken van Dick Veerman, Roos Saat, Frits van
Evert
Verslagen Workshops
---
Schepping van hemel en aarde, week 2
Zie, ik geef u al het zaaddragend gewas op de hele aarde, met alle
bomen, die zaadvruchten dragen; die zullen u tot voedsel dienen.
* Toelichting: bovenstaande quote komt uit Genesis, waarin de
schepping van hemel en aarde wordt behandeld. Helaas vertelt het
verhaal niks over de tweede week. Dit gedicht wil, in alle
bescheidenheid, de lancune opvullen.
In het begin schiep de mens zich een beeld van hemel en aarde.
De hemel was hoog in zijn ogen, de aarde groot en gevaarlijk.
Chaos drong zich in zijn geest en leegte zweefde in zijn maag.
De mens sprak: Laat er een grens zijn. En hij trok een grens.
Wat aan de ene kant van de grens lag, noemde hij tuin.
En wat aan de andere kant van de grens lag, noemde hij wildernis.
Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.
De mens sprak: Laat de dieren en planten in de wildernis
door God verzorgd worden, want hij heeft ze gemaakt.
Maar de dieren en planten in de tuin zijn van mij.
Ik zal ze koesteren en verzorgen, zij zullen mijn tuin verrijken.
Zo geschiedde. De planten en dieren in de tuin noemde hij: voedsel.
En de planten en dieren in de wildernis noemde hij: natuur.
Weer werd het avond en morgen: de tweede dag.
De mens sprak: De dieren en planten behoren aan mij,
maar zij gehoorzamen aan tijd. Ze bloeien in de lente
en geven zaadvruchten in de herfst. De vogels leggen
eieren naar hun aard, maar in de winter doen ze niks.
Ik zal de planten een huis van glas geven
en in de kippenstal zal ik een helder licht branden.
Zo geschiedde. En de mens at aardbeien
toen het sneeuwde, en eieren op de kortste dag.
Weer werd het avond en morgen: de derde dag.
De mens sprak: Mijn tuin gehoorzaamt mij
het hele jaar, maar werkt niet half zo hard als ik.
De trage planten voeden zich met trage aarde.
De dieren groeien traag zoals de planten die ze eten.
Laat er kunstmest en krachtvoer zijn!
En er was kunstmest en krachtvoer.
De planten en dieren versnelden hun groei.
En de mens zag dat het goed was.
Weer werd het avond en morgen: de vierde dag.
De mens sprak: Laat mijn tuin vruchtbaar zijn
wanneer ík het wil. Want de planten en dieren
planten zich lukraak voort, zonder te denken
aan mijn behoeftes. Ik moet pasgeboren kalfjes
weghalen bij de koe, en kippen van hanen scheiden.
De planten zal ik zaadloos vermenigvuldigen
en het zaad van stieren zal ik opvangen in mijn hand.
Zo zal geen kalf geboren worden buiten mijn wil.
Aldus geschiedde. En de mens zag dat het goed was.
Weer werd het avond en morgen: de vijfde dag. Nog twee te gaan.
De mens sprak: van de wieg tot aan het graf
zijn dieren en planten gehoorzaam aan mij,
maar in het zaad dat zij verspreiden
huist de anarchie. Het mengt zich naar eigen aard
en waait de tuin uit. Ik zal het zaad openbreken
en veranderen. Het zal míjn zaad zijn. En het zaad
van dit zaad, en het zaad van het zaad van dit zaad,
en alles wat groeit uit dit zaad, dat alles
zal van mij zijn, van generatie op generatie.
Aldus geschiedde. En de mens zag dat alles,
wat hij gemaakt had, zeer goed was.
Zo werd het avond en morgen: de zesde dag.
Nu was de tuin van de mens voltooid.
En toen hij op de zevende dag al het werk zag,
dat hij verricht had, rustte hij uit. Hij rustte uit
en keek uit over zijn tuin. Hij at pitloze druiven
en dronk melk van koeien met ontstoken uiers.
Hij zag kale kippen en varkens met afgebeten staarten.
Hij zag een woestijn van maïs en een woestijn van soja.
Hij zag de bijen bij zwermen sterven in zijn tuin.
Lang keek hij om zich heen. En hij zag dat - Goed,
zei hij. Goed. Het was zeker het experiment waard.
Ik heb me vergist. Maar morgen is het weer maandag.
Een derde week. Het is nog altijd lente.
© Alexis de Roode