Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard
gebiedsontwikkeling
Volop discussie tijdens symposium gebiedsontwikkeling
Hoe komen gemeente, waterschap, provincie, rijksoverheid, bewoners en
belangengroepen samen tot een goede inrichting van gebieden? Die
vraag stond 9 april centraal tijdens een symposium over
gebiedsontwikkeling. Dijkgraaf Lambert Verheijen, van het Brabantse
waterschap Aa en Maas, gooide de knuppel meteen in het hoenderhok:
"Bestuurders moeten minder bang zijn oplossingen te kiezen die
indruisen tegen hun eigen beleid."
De druk op de ruimte neemt toe. Steeds meer mensen willen steeds meer
verschillende dingen. Wonen en werken, boeren en recreëren, genieten
van natuur, ruimte om te ondernemen en beter vervoer. Hoe krijgen al
die functies een plek? En welke lessen kunnen we trekken voor het
Veenweidepact? Op 9 april discussieerden ruim 100 mensen over deze
vragen, tijdens het symposium over gebiedsontwikkeling dat het
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard organiseerde met
de provincie Zuid-Holland en de Vereniging voor Waterstaat en
Landinrichting.
Niet op de troepen vooruit lopen
Volgens dijkgraaf Hans Oostersmoetenoverheden niet te veel op de
troepen vooruit lopen. "Abstracte woorden in dikke nota's. Zo beginnen
de meeste gebiedsplannen. Dan gebeurt er lange tijd niets. En ineens
moeten lokale partijen overgaan tot de uitvoering. Iedereen schrikt
zich rot. Plotseling is het menens en wordt er een compleet
uitvoeringsprogramma over het gebied heen gestort. Dat werkt
natuurlijk niet. Partijen moeten gedurende het hele proces samen
optrekken. Overheden, samen met agrariërs en andere ondernemers,
burgers en natuurliefhebbers. Zíj moeten tenslotte verder in het
gebied. Overheden hebben geen monopolie over wat er moet gebeuren."
Gedeputeerde Joop Evertse voegde daaraan toe dat een gezonde dosis
doorzettingsvermogen in elk gebiedsontwikkelingsproces noodzakelijk
is. "Er zijn altijd obstakels in de uitvoering. Dat geldt ook voor het
Veenweidepact. Een gebiedsproces zonder pijn is helaas een sprookje.
Er is een mooi woord voor: muddling through. Doormodderen. Soms word
je vies. Soms glijdt er iemand uit. Dat hoort erbij. We hebben
optimististen nodig. Mensen die anderen ervan kunnen overtuigen door
te lopen. Van modder word je mooi."
Spring over je eigen schaduw heen
Volgens Professor Teisman, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam, moeten overheidsorganisaties leren over hun eigen schaduw
heen te springen. "Veel mensen zijn teleurgesteld over de
besluitvorming in dit land. Besluiten blijven te vaak liggen. Dat is
vervelend, maar niet verwonderlijk. In onze ingewikkelde samenleving
hangt alles met alles samen. We willen heel veel en het liefst alles
tegelijk. Overheden zijn gewend slechts hun eigen taak uit te voeren.
Daardoor stagneren ze in hun processen. De zaak loopt vast."
Dat kan anders, denkt Teisman. "Overheden die deelnemen aan een
gebiedsproces moeten leren breder te kijken. Het vergt lef om interne
standpunten ter discussie stellen. Om niet zonder meer vasthouden aan
bestaande regels en beleid. Dat vraagt ook om begrip van burgers.
Begrip voor een overheid die gedurende het proces een andere
interpretatie gaat geven aan het beleid. Begrip voor een bestuurder
die terugkomt op een eerdere uitspraak. In gebiedsprocessen is ruimte
nodig. Ruimte om compromissen te sluiten. Geven en nemen, dat hoort
bij het proces."
Kijken door de ogen van het water
"Willen we overstromingen en wateroverlast voorkomen, dan moet water
een belangrijke rol spelen in de ruimtelijke ordening," stelde
dijkgraaf Hans Oosters aan het begin van de dag. "Bouwen is niet
overal slim. En natuur kan beter dáár waar het water en bodem de beste
kansen bieden. Laat water en bodem daarom leidend zijn in de
planvorming.
In één van de vier masterclasses die tijdens het symposium werden
gehouden, leidde dat tot nieuwe inzichten. "Deelnemen in
gebiedsontwikkelingen vraagt ook wat van de waterschappen zelf,"
stelde dijkgraaf Lambert Verheijen. "Zij moeten weten welke problemen
andere overheden bezig zijn op te lossen. En dan kijken hoe water
onderdeel kan uitmaken van die oplossing. Met water inspringen op de
maatschappelijke agenda dus. In Brabant heeft niemand van het
Nationaal Bestuursakkoord Water gehoord. De extra ruimte voor water
die er volgens het akkoord moet komen, werd daar automatisch
meegenomen in lopende reconstructieplannen voor het buitengebied. Geen
waterschapper die daar achteraf met een nota vol cijfertjes en regels
water stond te wapperen. En zo hoort het."
Neem een voorbeeld aan mondiale problemen
Een andere masterclass ging over de vraag wat burgers zelf kunnen doen
binnen gebiedsontwikkelingen. "Zij hebben vaak meer invloed dan ze
zelf denken, stelde Paul van Seters, directeur van Globus, onderdeel
van de Tias Nimbas Business School in Tilburg. "In de aanpak van
mondiale problemen zie je vaak dat burgers die zich verenigen
prachtige resultaten boeken. Kijk maar naar wat ze voor elkaar krijgen
op het gebied van kinderarbeid. Of de aanpak van ontbossing voor
sojabonen."
Op kleinere, regionale schaal maken burgers zich minder makkelijk
sterk. Dat is een gemiste kans, vindt ook Bart-Jan Krouwel,
oud-directeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij de Rabobank.
"Dat geldt misschien ook voor de belangengroepen in de Krimpenerwaard.
Als boeren het niet eens zijn met de gang van zaken moeten ze het heft
in eigen hand nemen. Niks doen is geen optie. Zij moeten ook zelf naar
kansen zoeken. Werken aan een positieve toekomst. Zich gezamenlijk
sterk maken en marktpartijen en overheden open tegemoet treden met hun
ambities."
"In de ogen van de buitenwereld doet de Krimpenerwaard het heel goed",
merkte hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw op. "Het proces
gaat langzaam. Het hapert soms. En soms zijn mensen boos. Een pijnloze
gebiedsontwikkeling is helaas een sprookje. In het geheel genomen gaat
het goed hier. "
symposium01_small.jpg (22 Kb) symposium02_small.jpg (15 Kb)
symposium03_small.jpg (18 Kb) symposium04_small.jpg (20 Kb)
symposium05_small.jpg (28 Kb)