Vrije Universiteit Amsterdam

Depressie en comorbiditeit


* Startdatum: 17-04-2009


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: Depressie en comorbiditeit


* Plaats: Aula


* Spreker: J. Nuijen


* Promotor: prof.dr. F.G. Schellevis prof.dr. G.A.M. van den Bos prof.dr. P.P. Groenewegen


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Personen met een depressie of zij die ooit depressief waren hebben over het algemeen vaker een chronische ziekte dan personen die nooit depressief zijn geweest. Daarnaast verloopt de diagnostiek en behandeling van depressie bij chronisch lichamelijke zieken niet altijd optimaal in de huisartsenpraktijk. Dit concludeert Jasper Nuijen in zijn promotieonderzoek naar depressie en het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt.

De meeste personen met een depressie worden gezien en behandeld door de huisarts. Veel van deze personen zijn niet alleen depressief, maar hebben daarnaast ook een chronische lichamelijke aandoening. Deze comorbiditeit heeft belangrijke persoonlijke gevolgen. Zo heeft depressie een ongunstige invloed op het verloop van een chronische aandoening en vermindert het de kwaliteit van leven verder.

In het eerste deel van zijn onderzoek bestudeerde Nuijen het voorkomen van comorbiditeit bij depressie in de huisartsenpraktijk. Hij vond dat personen die een depressie hebben of ooit gehad hebben over het algemeen vaker een chronische ziekte hebben dan personen die nooit depressief zijn geweest. Vervolgens focuste hij op veel voorkomende, specifieke vormen van comorbiditeit. Hij kon geen duidelijke verband aantonen tussen het hebben van hypertensie, diabetes, en/of een hartziekte en het ontstaan van depressie op latere leeftijd. Ook vond Nuijen geen bewijs voor een relatie tussen het stadium van dementie en het voorkomen van depressie.

In het tweede deel ging Nuijen in op de gevolgen van comorbiditeit bij depressie voor de kwaliteit van zorg en zorggebruik. Hij toonde aan dat de diagnostiek en behandeling van depressie bij chronisch lichamelijke zieken niet altijd optimaal verloopt in de huisartsenpraktijk. Wat betreft zorggebruik concentreerde hij zich weer op een veel voorkomende vorm van comorbiditeit, die van beroerte en depressie. Het bleek dat een al bestaande depressie een rol speelt bij het bepalen of iemand wel of niet naar huis kan na een ziekenhuisopname door een beroerte.
Het proefschrift van Nuijen besluit met ideeën voor verder onderzoek, en aanbevelingen om de zorg voor chronisch lichamelijke zieken met bijkomende depressie te verbeteren.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam