Buitenlandse Zaken België
Datum: 17/04/2009
Karel De Gucht maakt 21 miljoen euro vrij voor noodhulp in 2009
Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht heeft
besloten om ten laste van de begroting 2009, meer dan 21 miljoen euro
vrij te maken voor noodhulp.
Een belangrijk deel van de hulp is voorzien voor landen in Afrika waar
zich complexe noodtoestanden voordoen, die meestal gekenmerkt worden
door het ontbreken van structurele en/of politieke oplossingen (DR
Congo; Somalië; Soedan,...). Geweld tegenover burgers en massale
verplaatsing van bevolkingen zijn factoren die ertoe bijdragen dat
landen en bevolkingsgroepen in situaties van afhankelijkheid
terechtkomen.
Voor de uitvoering van de noodhulp programma's en projecten wordt in
functie van de situatie ter plaatse een beroep gedaan op een brede
waaier van actoren. Het kan gaan om gespecialiseerde Belgische NGO¿s,
de Rode Kruis beweging of specifieke VN organisaties. Voor iedere
situatie wordt gezocht naar het meest aangewezen kanaal voor de
uitvoering.
De hulp wordt voorzien voor sommige Afrikaanse landen die, ondanks het
feit dat zij moeten afrekenen met hun eigen specifieke problemen, ook
te maken krijgen met een belangrijke toevloed van vluchtelingen uit
buurlanden waar complexe noodtoestanden bestaan. In dit verband wordt
hulp voorzien voor Kenia, Burundi, Tsjaad en de Centraal Afrikaanse
Republiek.
In Zimbabwe is de economische situatie in 2008 dramatisch slechter
geworden met een sterke achteruitgang van de basisdienstverlening tot
gevolg. Hier wordt geld voorzien voor het voorkomen en bestrijden van
epidemieën die te wijten zijn aan gebrek aan drinkwater en slechte
sanitaire omstandigheden.
Ook voor het Midden-Oosten, en meer bepaald voor de bevolking van de
Palestijnse gebieden en voor de Irakese vluchtelingen wordt hulp
voorzien. In de Gaza strook bestaat momenteel een nooit geziene
afhankelijkheid van humanitaire hulp en een grote spanning tussen de
behoeften en de beschikbare humanitaire middelen. Het verkrijgen van
vrije en ongehinderde toegang voor humanitaire goederen en werkers tot
de bezette gebieden blijft meer dan ooit de belangrijkste uitdaging.
In dit kader wordt eveneens noodhulp voorzien voor de terugkeer van
vluchtelingen naar Afghanistan, in het kader van de internationale
toezeggingen die ons land in dit verband heeft gedaan.
De klimaatverandering zorgt voor een toenemend aantal extreme
klimatologische gebeurtenissen, die in sommige gevallen ontaarden in
ware catastrofes (droogte; extreme stormen). Investeren in verhoogde
paraatheid tegenover deze gebeurtenissen is aangewezen waar het
mogelijk is. Zo wordt geld uitgetrokken om in Bangladesh en het
Caribische gebied te investeren in paraatheid tegenover jaarlijks
weerkerende stormen.
Overzicht interventies :
Afrika
Democratische Republiek Congo:
- Bijstand aan ontheemden: 2,5 miljoen euro (VN organisaties zoals
UNHCR; UNICEF; OCHA);
- Bijsta nd, terugkeer en re-integratie programma's voor ontheemden in
oost Congo: 3,25 miljoen euro via Belgische NGO's.
Burundi:
- VN programma voor terugkeer en re-integratie van Burundese
vluchtelingen uit de "old settlements" (1972) in Tanzania: 1 miljoen
euro via UNHCR;
- Bijstand aan Congolese vluchtelingen in Burundi: 500.000 euro.
Kenia: 1 miljoen euro via UNHCR voor bijstand aan de (Soedanese en
Somalische) vluchtelingen.
Tsjaad: 500.000 euro via CARITAS Internationaal voor de bevordering
van de zelfredzaamheid van Soedanese vluchtelingen en bijstand aan de
plaatselijke bevolking die in zeer moeilijke omstandigheden deze
vluchtelingen opvangt.
Centraal-Afrikaanse Republiek: 500.000 euro voor bijstand aan de
bevolking.
Soedan: 2 miljoen euro voor humanitaire bijstand aan nog nader te
bepalen organisaties.
Somalië: 1 miljoen euro voor humanitaire bijstand waarvan een
belangrijk gedeelte via het Internationaal Comité van het Rode Kruis
(ICRC).
Zimbabwe: 1 miljoen euro via UNICEF in het kader van een
internationaal programma voor het voorkomen en bestrijden van
epidemieën die het gevolg zijn van gebrek aan schoon drinkwater en
openbare hygiëne.
Ethiopië: 500.000 euro via "Rode Kruis Vlaanderen" voor bevordering
van de voedselzekerheid in het kader van een oproep van de
Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan
verenigingen.
Niger: 250.000 euro via de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO voor de
aankoop en verdeling van meningitis vaccins.
Midden-Oosten
Bezette Palestijnse Gebieden:
- 1 miljoen euro voor tijdelijke werkverschaffing in het kader van het
UNRWA programma van noodhulp aan de bevolking van de bezette gebieden.
- 1.511.000 euro via een consortium van Belgische NGO's, gecoördineerd
door Oxfam-solidariteit, voor noodhulp aan de bevolking van de Gaza
strook en de westelijke Jordaan oever.
Irak en buurlanden: 1 miljoen euro voor bijstand aan ontheemden in
Irak en/of Irakese vluchtelingen in de buurlanden.
Azië
Afghanistan:
- 1 miljoen euro via UNHCR voor bijstand aan vluchtelingen en
re-integratie van teruggekeerden;
- 1 miljoen euro voor bijkomende noodhulp aan de Afghaanse bevolking.
Bangladesh: 500.000 euro voor de verbetering van de paraatheid en
voorbereiding tegenover stormen en overstromingen.
Midden-Amerika en de Cariben
1 miljoen euro voor de verbetering van de paraatheid en voorbereiding
tegenover stormen.
Ten slotte wordt ook 500.000 euro voorzien voor de ondersteuning van
de werking van het VN Bureau voor de Coördinatie van de Humanitaire
Actie (OCHA).