Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 17 april 2009

Studie Hendrik van Dalsum (1868-1944) geeft beeld van een dissident in katholieke kerk

Promotie van theoloog Jan de Kort

Notaris en politicus Hendrik van Dalsum was een katholieke dissident, die begin twintigste eeuw pleitte voor scheiding van kerk en staat en afwijzend stond tegenover de katholieke verzuiling en confessionele partijvorming. Zijn politieke en kerkelijke opvattingen kwamen hem duur te staan: het Vaticaan verbood zijn geschriften. Promovendus Jan de Kort beschrijft in zijn studie een voorbeeld van een vroege dissident en zijn aanhangers binnen de kerk, die zich moeizaam staande hielden onder de druk van de katholieke verzuiling.

Als notaris en politicus (lid van de Staten van Zeeland en de gemeenteraad van Hulst) zette Van Dalsum zich in voor de rechten van de kleine man en de landarbeiders in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Hij stelde zich op als een sociaal hervormer en stichtte vele leenbanken om te zorgen dat de kleine man minder afhankelijk werd van rentmeesters en de gegoede burgerij. Zijn ideeën over een katholieke maatschappijvorming, vooral over de gewenste strikte scheiding van kerk en staat, publiceerde hij in de regionale media. Dat alles bracht hem in conflict met notabelen en katholieke Tweede Kamerleden, maar ook met de kerk: in een geheim Vaticaans proces werden zijn ideeën veroordeeld. Ze zorgden uiteindelijk voor zijn maatschappelijk isolement en de neergang van zijn notariaat. In deze biografisch gekleurde studie, onder andere gebaseerd op onderzoek in archieven, laat De Kort zien dat Van Dalsum ook na zijn Vaticaanse veroordeling een geëngageerd katholiek bleef, maar zijn geloof en maatschappelijke opstelling veranderden. De levensgeschiedenis van Van Dalsum toont de strijd om de vormgeving van de moderniteit binnen een schijnbaar homogene, katholieke gemeenschap. Een vroege 'andere katholiek' krijgt in de studie een gezicht.

Jan de Kort (Hulst 1944) studeerde theologie en godsdienstfilosofie in Tilburg en Nijmegen en legde in 1970 cum laude het doctoraalexamen af aan Faculteit der Theologie in Nijmegen. Hij was van 1976 tot 2000 als conrector verbonden aan het Mollerlyceum te Bergen op Zoom. Zijn FPU-tijd werd besteed aan mantelzorg en aan deze studie.