Technische Universiteit Eindhoven

Nieuwe hoogleraar wil ziektes bij de wortel aanpakken

Geplaatst: 17 april, 2009

Ziektes zou je eigenlijk bij de wortel moeten aanpakken: bij de interacties tussen eiwitten onderling, die niet goed werken. Dit zegt TU/e-hoogleraar Chemische Biologie prof. dr. ir. Luc Brunsveld vandaag in zijn intreerede Van molecuul tot cel.Hij wil zo meer te weten komen over ziektes als borst- en prostaatkanker.

Luc Brunsveld. Foto: Rob Stork

Ons lichaam bevat duizenden verschillende soorten eiwitten. Hoe die in elkaar zitten, is meestal wel bekend. Minder bekend is echter hoe deze complexe moleculen op elkaar inwerken. Toch is dat van levensbelang, want de meeste ziektes worden veroorzaakt doordat processen, waarbij eiwitten betrokken zijn, niet goed werken.

Brunsveld (1975) onderzoekt dan ook hoe eiwitten precies op elkaar inwerken. Het idee is dat je, waar het fout gaat, de interacties in de toekomst ook kunt gaan sturen en zo ziektes bij de wortel kunt aanpakken, aldus de jonge hoogleraar in zijn intreerede. De meeste bestaande medicijnen werken weliswaar ook op eiwitten in, alleen we weten vaak niet precies hoe. Daarnaast worden sommige ziektes na een tijdje resistent tegen medicijnen. Door meer echt begrip van eiwit-eiwit-interacties, hopen we dit slim te kunnen omzeilen.

Goed of fout
Brunsveld gaat zijn onderzoek bijvoorbeeld richten op een groep van 48 verschillende eiwitten in de kernen van cellen, de zogeheten kernreceptoren. Deze bepalen hoe een cel zich verder ontwikkelt: goed of fout. Zo speelt het oestrogeen receptor-eiwit bijvoorbeeld een rol bij het ontwikkelen van de vrouwelijke geslachtskenmerken, maar ook bij borstkanker. Een ander eiwit hangt samen met de mannelijke geslachtskenmerken, maar speelt ook een rol bij prostaatkanker. Ontdekken waarom deze ziektes ontstaan, is voor mij een belangrijke drijfveer, aldus Brunsveld.

Maar hoe onderzoek je een complex eiwitmolecuul? Bijvoorbeeld door middel van een sonde, een molecuul dat om het eiwit heen cirkelt en de eigenschappen ervan vastlegt. De vragen zijn talrijk. Waar precies in de cel bevindt het eiwit zich? Zijn twee eiwitten samengegaan? Is het proces gestopt? Door dit soort vragen voor een geïsoleerd eiwit te beantwoorden (in een experiment), hoopt Brunsveld erachter te komen wat het eiwit precies doet in de cel (in werkelijkheid).

Slangengif
Daarbij gaat Brunsveld slim gebruik maken van de natuur. De sonde moet zich namelijk aan het te onderzoeken eiwit-molecuul hechten. Daarvoor gaan de onderzoekers stoffen maken, die als twee druppels water op natuurlijk slangengif lijken. Dat hecht namelijk erg goed aan bepaalde eiwitten en door het slechts minimaal te wijzigen, kun je een sonde precies aan de gewenste eiwitten laten hechten.

Deze experimenten zijn slechts een paar voorbeelden van de chemische biologie, Brunsvelds vakgebied. Chemici maken systemen om de biologie te kunnen bestuderen, legt hij uit. Mijn doel is steeds het uiteenrafelen van een biomedisch probleem in een moleculair probleem. En dat probleem vervolgens op die schaal proberen op te lossen.

Brunsveld houdt zijn intreerede Van molecuul tot cel op vrijdag 17 april, om 16.00 uur in de Blauwe Zaal van het Auditorium van de TU/e.