17 april 2009
De SER heeft vanochtend unaniem een advies over preventie en
gezondheid van werknemers vastgesteld. Het advies onderstreept het
grote individuele en sociaaleconomische belang van
gezondheidsbevordering van werknemers. Een goede gezondheid vergroot
immers de kans op een lang leven van goede kwaliteit, op duurzame
arbeidsdeelname en op maatschappelijke participatie. Daarom hebben
werkgevers en werknemers een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor
preventiebeleid in arbeidsorganisaties.
Namens de drie ondernemerscentrales voerde Ineke Smidt (MKB-Nederland)
het woord. Zij benadrukte dat er al veel op het gebied van wet- en
regelgeving is gebeurd als het gaat om preventie. Extra regels en
prikkels wees ze dan ook van de hand.
Maar er is zeker ruimte voor aanvullende initiatieven van de
ondernemingen en de organisaties van sociale partners, vond ze. Zo'n
initiatief kan leefstijlbeleid zijn. Weliswaar is de werknemer
autonoom in zijn beslissingen over leefstijl, maar als een werknemer
door zijn leefstijl aantoonbaar niet goed meer functioneert, moet de
werkgever hem hierop kunnen aanspreken. Als die werknemer vervolgens
zijn gedrag niet verandert zou dat consequenties moeten hebben. Vooral
voor het mkb is maatwerk van belang en kunnen good practices heel
behulpzaam zijn. Waar mkb-bedrijven de schaal missen om
gezondheidsbeleid te ontwikkelen, kunnen brancheorganisaties een
belangrijke rol spelen.
Ook verwachtte zij veel van een betere samenwerking tussen de
bedrijfsarts en de huisarts.
Leo Hartveld (FNV) onderstreepte namens de drie vakcentrales het
belang van de privacy en vrijwilligheid. Werknemers zullen alleen
enthousiast meedoen aan gezondheidsbeleid als ze er zeker van zijn dat
gevoelige informatie over hun gezondheid niet terecht komt bij
werkgever of verzekeraar. En alleen als de deelname vrijwillig is, kan
een breed gezondheidsbeleid succesvol zijn. Sancties zijn niet aan de
orde, vond hij, tenzij de leefstijl het functioneren in het werk
aantoonbaar negatief beïnvloedt. Verder bepleitte hij een integrale
aanpak: arbozorg en gezondheidsmanagement moeten onderdeel zijn van
een goed personeelsbeleid. Het heeft weinig zin een periodiek medisch
onderzoek aan te bieden, als de arbeidsomstandigheden niet op orde
zijn. Ook vond hij dat werknemers moeten kunnen beschikken over het
Risico-Inventarisatie en Evaluatie-document (RI&E) van hun bedrijf.
Helaas, zo stelde Hartveld, wil minister Donner, om voor de
vakbeweging onbegrijpelijke redenen, dit recht niet erkennen.
Het kroonlid Ferdinand Grapperhaus, lid van de commissie van
voorbereiding van het advies, ziet veel waarde in het advies, maar
vond het een gemiste kans dat het advies niet voorstelt om periodieke
gezondheidstoetsen verplicht te stellen. Hij noemde in dit verband de
Balanced Score Card (BSC) en de Work Ability Index (WAI). De BSC houdt
enkele wezenlijke elementen voor de gezondheid bij, zoals de bloeddruk
en het cholesterolgehalte. De WAI is een vragenlijst die de medewerker
zelf invult en die gaat over zijn arbeidsvermogen en inzetbaarheid. Zo
kunnen latente risico's tijdig in beeld worden gebracht en worden
teruggedrongen, betoogde hij. Dat kunnen risico's zijn voor de
werknemer, maar ook voor de werkgever. Een werknemer kan door een
slechte gezondheid eerder bezwijken onder werkdruk; de werkgever loopt
het risico aansprakelijk gesteld te worden. Grapperhaus wilde niet zo
ver gaan dat er aan de gezondheidsscores juridische consequenties
verbonden worden. Er is al zo veel te winnen met alleen het monitoren
van de gezondheid van werknemers, vond hij.
Commissievoorzitter Robin Linschoten gaf aan dat de commissie
uitgebreid heeft gesproken over alle mogelijkheden, ook over
monitoring van de gezondheid en inzetbaarheid van werknemers. Daar
zijn veel best practices over bekend. Maar noch de werkgevers- noch de
werknemersvertegenwoordigers in de commissie wilden dit verplicht
stellen. Ook meldde hij dat de positie van de bedrijfsarts en zijn
relatie tot de reguliere zorgsector wordt onderzocht in het verband
van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER. De bedrijfsarts
dreigt soms in een spagaat te komen: hij is een vertrouwenspersoon
voor de werknemer, maar heeft tegelijkertijd een adviserende rol voor
diens werkgever als het gaat om de verplichting tot doorbetalen van
loon tijdens ziekte.
Het kroonlid Leo Stevens vond het een mooi advies, maar miste de
belangrijke rol die het onderwijs bij preventie kan spelen. Gezond
gedrag kun je immers op school leren, betoogde hij. Linschoten zei
daarop dat de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg samen met de
Onderwijsraad en de Raad voor het Openbaarbestuur binnenkort met een
advies over hetzelfde onderwerp komen. Daarin zal ook de rol van het
onderwijs worden behandeld.
---
Sociaal-Economische Raad