Ministerie van Verkeer en Waterstaat

HANS ALDERS

Aan
De minister van Verkeer & Waterstaat, de heer C. Eurlings, de minister van VROM, mevrouw J. Cramer, en de Staatssecretaris van Defensie, de heer J. de Vries

Groningen, 27 maart 2009

Geachte bewindspersonen,

In uw brief van 5 februari jl. verzoekt u mij op korte termijn aan te geven of de regio bereid is het gesprek aan te gaan over de ontwikkeling van de luchthavens Eindhoven en Lelystad tot en met 2020 in het kader van de nationale capaciteitsvraag, welke aandachtspunten de regio daarbij meegeeft en hoe aan het in uw brief opgenomen adviesverzoek invulling wordt gegeven. Ten aanzien van bereidheid van de regio rond Eindhoven kan ik u positief berichten.

Op vrijdag 6 maart jl. heeft in een goede sfeer de startbijeenkomst met de bestuurlijke Alderstafel Eindhoven plaats gevonden. Deze volgde op een reeks van oriënterende gesprekken met diverse belanghebbenden in de regio sinds eind vorig jaar. Tijdens de startbijeenkomst is gesproken over uw opdracht, de aanpak, werkwijze en spelregels, en de planning.
Aan het eind van dat overleg heb ik geconcludeerd dat de deelnemers aan de bestuurlijke Alderstafel Eindhoven bereid zijn het gesprek aan te gaan over de vragen die in de opdrachtbrief zijn gesteld. Tevens hebben de deelnemers de bereidheid uitgesproken een constructieve bijdrage te willen leveren en alle elementen uit de opdracht serieus te bespreken, zonder hier op voorhand reeds mee in te stemmen. Men neemt met een open vizier aan de gesprekken deel en gaat pas over tot definitieve meningsvorming als alle gesprekken zijn gevoerd. Na deze positieve start is voortvarend aan de slag gegaan en zijn de benodigde onderzoeken reeds uitgezet.

Tijdens de startbijeenkomst hebben de deelnemers een aantal kanttekeningen geplaatst:

De regio hecht er aan dat het vraagstuk van de ontwikkeling van de luchthaven geplaatst wordt in de context van de ruimtelijkeconomische ontwikkeling en ambitie van de Brainportregio.
Voorts hebben verschillende partijen gewezen op het bestaan van een regionale overeenkomst over de ontwikkeling van de luchthaven met een looptijd tot en met 2014. Dit gegeven doet echter niets af aan de bereidheid van de deelnemers om de voornemens van het kabinet en de daarbij behorende vraagpunten gezamenlijk te bespreken en van een antwoord te voorzien.
Daarnaast zet een aantal partijen kanttekeningen bij de voorziene groei van de luchtvaart in Nederland als gevolg van de economische crisis en de gevolgen die dat heeft voor het tempo
---




van de ontwikkelingen op de regionale luchthavens. Ik verzoek u daarom de resultaten van het nader onderzoek van SEO naar de groeiprognoses in het kader van de motie van de Tweede Kamer zodra deze beschikbaar zijn in de bespreking in te brengen. Ook is aandacht gevraagd voor de gezondheidseffecten van de luchtvaart voor de omgeving, de broeikasgasemissies, voor de landzijdige bereikbaarheid en voor de ruimte die de opdracht laat om te zoeken naar groene en innovatieve oplossingen die aansluiten bij de ambitie van de regio.
De deelnemers waarderen het voorts positief dat het ministerie van Defensie als bevoegd gezag van de militaire luchthaven Eindhoven deelneemt aan de overlegtafel. Zij spreken daarbij de wens uit om tot afspraken te komen over zowel het civiele als het militaire gebruik. In uw opdrachtbrief heeft u duidelijk de kaders voor de discussie aangegeven. Indien het overleg daartoe aanleiding geeft zal ik mij ter zake nader met u verstaan.

Tot slot is de zorg uitgesproken dat de korte tijdstermijn waarbinnen het advies moet worden uitgebracht (voor de zomer) ten koste zou gaan van de zorgvuldigheid en het draagvlak in de regio.

Aanpak
Tegen de achtergrond van de door u verstrekte opdracht (d.d. 5 februari jl.) en de in de startbijeenkomst gemaakte kanttekeningen, is een aanpak in twee fasen afgesproken:

Fase 1 betreft het opstellen van een ruimtelijkeconomische visie ten aanzien van de functie van Eindhoven Airport in relatie tot de ontwikkeling van de regio, inclusief de ontwikkeling van een bijbehorende business case op hoofdlijnen.

Daarbij staan de volgende onderzoeksvragen centraal: a) Hoe ziet de ruimtelijkeconomische ontwikkeling er in de regio uit? b) Welke luchtgebonden vervoersbehoefte genereert de regio als gevolg van deze ontwikkeling?
c) Hoe wordt op dit moment in deze vervoersbehoefte voorzien? (daarbij wordt naast Eindhoven Airport, ook gekeken naar andere binnenlandse en buitenlandse luchthavens en dat zowel voor zakelijk als leisure verkeer). En wat is daarvoor de motivatie? d) Is het mogelijk dat Eindhoven Airport een concurrerend alternatief biedt en welk business model past daarbij? (kostenstructuur, bestemmingen, bereikbaarheid, vergroting catchment area, etc)
e) Is hier volgens de exploitant een interessante business case mee op te bouwen en onder welke condities? (openingstijden, geluidruimte, luchthavengebonden infrastructurele investeringen, investeringen in bereikbaarheid van de luchthaven, etc).


- Fase 2 betreft overleg met een brede vertegenwoordiging uit de omgeving van de luchthaven over de (milieu)randvoorwaarden die aan de visie en de business case worden gesteld. Deze zal beoordeeld worden op de effecten op milieu, geluidhinder, gezondheid, ruimtelijke ontwikkeling, etc.
Centraal staat de vraag of partijen er gegeven uw opdracht in het uiteindelijke voorstel alles aan gedaan hebben om de negatieve effecten (w.o. vermijdbare hinder) te minimaliseren en de positieve effecten voor de regio te maximaliseren.


---




De fasen worden parallel aan elkaar gestart. De eindresultaten van de beide trajecten worden aan de bestuurlijke Alderstafel vervlochten.

Er wordt bij het opstellen van de ruimtelijkeconomische visie op de functie van de luchthaven zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaand onderzoeksmateriaal. De gemeente Eindhoven en de provincie NoordBrabant hebben de bereidheid getoond om de voor de bespreking aan de Alderstafel benodigde nadere analyses uit te zetten. Op basis van de ruimtelijkeconomische visie en de business case zal een terugkoppeling gewenst zijn om te bepalen in hoeverre daarmee een oplossing wordt geboden voor de nationale capaciteitsvraag en de gewenste selectieve ontwikkeling op Schiphol. Daarvoor is het Rijk samen met Schiphol Group verantwoordelijk.

Het strategische karakter van de advisering en de beperkte tijdsspanne betekent dat slechts via een quick scan de effecten van de ruimtelijkeconomische visie en de bijbehorende business cases in kaart kunnen worden gebracht. In een vervolgfase (na de zomer van 2009) zullen in het kader van het reguliere besluitvormingstraject nadere detailstudies uitgevoerd moeten worden door het Rijk, zoals een plan MER en mogelijk een regionale kosten/baten analyse.

Deelnemers aan de overlegtafel
Aan de overlegtafel is gepoogd om de verschillende verantwoordelijken en belanghebbenden met betrekking tot de ontwikkeling van Eindhoven Airport evenwichtig vertegenwoordigd te laten zijn. Gezien de hoeveelheid verantwoordelijken en belanghebbenden wordt gewerkt met getrapte vertegenwoordiging in verschillende delegaties.

De overlegtafel kent, naast de voorzitter, de secretaris en de procesregisseur, de volgende participanten:
Een afvaardiging van de verantwoordelijken voor de ruimtelijkeconomische ontwikkeling van de regio: gedeputeerde Van Nieuwenhuizen van de provincie Noord Brabant, wethouder Fiers van de gemeente Eindhoven, de heer Van Merrienboer namens het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en mevrouw LemkesStraver namens de Stichting Brainport;
Een vertegenwoordiger namens de economische belangenorganisaties in de regio: de heer Sanders van de BZW (Brabants Zeeuwse Werkgeversorganisatie); Een vertegenwoordiging van belanghebbenden ten aanzien van de inpassing van de luchthaven in de omgeving (milieu, hinder en ruimte): de heer Kopinga namens de BOW (Belangenbehartiging Omwonenden Welschap), de heer van Rijen namens de BMF (Brabantse Milieufederatie) en de heer Tops namens de omliggende gemeenten (Veldhoven, Eersel, Best, Oirschot, Son en Breugel); De heer Meijs als exploitant van Eindhoven Airport: deze wordt geacht tevens de gebruikers van de luchthaven aan de tafel te vertegenwoordigen, zoals de luchtvaartmaatschappijen, general aviation en overige nietcommerciële luchtvaart; De heer Wagemakers namens Schiphol Group als medeeigenaar van Eindhoven Airport en als verantwoordelijke voor het selectiviteitsbeleid van Schiphol (conform het convenant Selectiviteit van de Alderstafel Schiphol); Twee vertegenwoordigers namens de Rijksoverheid (de heer Fukken namens het ministerie van V&W en de heer Fledderus namens het ministerie van Defensie) als opdrachtgever en bevoegd gezag. De Rijksvertegenwoordigers zijn verantwoordelijk
---




voor het bewaken van de door het kabinet meegegeven kaders en het integrale kabinetsbeleid.
Zonodig zal in bestuurlijke subtafels bepaalde inhoudelijke onderwerpen verder worden uitgediept ter voorbereiding op de integrale bespreking aan de Alderstafel.

De gemeente Eersel heeft mij in eerste instantie kenbaar gemaakt zelf aan de bestuurlijke Alderstafel te willen participeren in plaats van zich te laten vertegenwoordigen door de heer Tops. In contact met de gemeente heb ik aangegeven geen ruimte te zien om de samenstelling van de overlegtafel te wijzigen aangezien deze in een zorgvuldige afweging tot stand is gekomen. Inmiddels heeft de gemeente Eersel laten weten, zich toch te willen laten vertegenwoordigen door de heer Tops. Deze laatste heeft zich daartoe ook bereid verklaard.

Werkwijze en spelregels
De bestuurlijke overleggen worden ambtelijk voorbereid in verschillende werkgroepen onder leiding van de onafhankelijk procesregisseur. Tevens wordt door de secretaris/woordvoerder met de woordvoerders en communicatieadviseurs afgestemd over de communicatie en informatievoorziening naar de omgeving. De verschillende deelnemers hebben hun medewerking toegezegd op ambtelijk niveau en de werkgroepen zijn inmiddels voortvarend van start gegaan.

Tot slot hebben de participanten met elkaar spelregels afgesproken om de besprekingen aan de Alderstafel in de daarvoor benodigde vertrouwelijkheid te kunnen voeren. Als voorzitter zal ik deze spelregels bewaken en partijen er zonodig aan herinneren, maar ik verwacht tevens dat de deelnemers hier zelf hun verantwoordelijkheid in nemen.

Met deze afspraken heb ik er samen met de deelnemers alle vertrouwen in dat het een vruchtbaar proces wordt en dat ik u voor de zomer een advies kan uitbrengen over de steun die in de regio te vinden is voor een verdere ontwikkeling van het civiele verkeer op de militaire luchthaven Eindhoven.

Hoogachtend,

Hans Alders


---