Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat Philadelphia het afgewezen plan toch doorvoert

Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat Philadelphia het afgewezen plan toch doorvoert

Kamerstuk, 20 april 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

20 april 2009

DLZ-K-U-2925563

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema aan staatssecretaris Bussemaker over het bericht dat Philadelphia het afgewezen plan toch doorvoert. (2009Z06513)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht "Philadelphia voert omstreden herstelplan door"? 1)

Antwoord 1

Ja, daarmee ben ik bekend.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat het bestuur van Philadelphia het door de bonden afgewezen herstelplan toch gaat uitvoeren?

Antwoord 2

Het herstelplan is in gewijzigde vorm, na bijstelling op basis van de resultaten van BDO accountants - ook door de bonden goedgekeurd. Dat daaraan uitvoering wordt gegeven, is gelet op de urgentie om verbetering te brengen in de financiële en bestuurlijke situatie binnen Philadelphia Zorg, is in mijn beleving hard nodig.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de bonden gewoon inzage moeten krijgen in de jaarrekening 2008 en dat een jaarrekening een openbaar document is dat men ook graag wil raadplegen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja die mening deel ik. Ik veronderstel dat er op dit moment nog geen jaarrekening en jaarverslag 2008 zijn. Deponering van het jaarverslag vindt plaats op DigiMV en is voor een ieder toegankelijk. Overigens kan ik me voorstellen dat de Ondernemingsraad in het kader van de overlegstructuur binnen Philadelphia en diens adviesbevoegdheden al eerder beschikt over de gegevens.

Vraag 4

Vindt u ook niet dat de bonden niet op een later tijdstip geconfronteerd willen worden met miljoenen aan vertrekregelingen voor falende bestuurders, zoals eerder bij Meavita?

Antwoord 4

Ik kan geen uitspraak doen over wat bonden wel of niet willen. Als de bonden willen weten wat er gebeurt als bestuurders al dan niet gedwongen vertrekken, zullen zij in overleg met de Raad van Bestuur en/of de Raad van Toezicht moeten vragen naar de inhoud van de met hen gesloten arbeidsovereenkomsten. Veelal is daarin vastgelegd waarop zij recht hebben bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het een schande is dat het bestuur niet akkoord gaat met het onmiddellijke vertrek van de president-commissaris, de heer E. Brinkman?

Antwoord 5

De voorzitter van de Raad van Commissarissen is bijzonder onder druk komen te staan sinds bekend is geworden in welk zwaar weer Philadelphia zich bevindt en welke rol ook de Raad van Toezicht daarin heeft gehad. Ik heb daarom met tevredenheid kennisgenomen van het feit dat binnen Philadelphia overeenstemming bestaat dat de voorzitter van de Raad van Commissarissen zo snel mogelijk dient af te treden zodra een opvolger is gevonden. Inmiddels wordt geworven voor diens opvolger.

Vraag 6

Wat vindt u van het gegeven dat er 300 vaste banen op de tocht staan, maar er wel 18 miljoen is ingeboekt voor externe adviseurs en inhuurpersoneel?

Antwoord 6

Het is niet aan mij om daarvan iets te vinden. Als het herstelplan al uit zou gaan van deze feiten en partijen hebben zich daaraan gecommitteerd, dan dragen ze bij aan het weer op de rails krijgen van de organisatie Philadelphia op de middellange termijn. Over de juistheid van de gegevens die u hanteert laat ik mij overigens niet uit.

Vraag 7

Wanneer komt er nu eens een eind aan al het bestuurlijk gepruts in de zorg?

Antwoord 7

Hoewel ik van mening ben dat de maatschappij in de afgelopen periode een aantal keren is opgeschrikt door gevallen van ernstig bestuurlijk falen in de zorg, kan daaruit niet de conclusie worden getrokken dat er over de hele linie sprake is van mismanagement in de zorg. Gelukkig vormen deze gevallen, hoe ernstig ook, de uitzondering op de regel. Niettemin nemen de minister en ik deze signalen bijzonder serieus. De koerswijzigingen naar meer vraagsturing en cliëntoriëntatie en daarmee samenhangend maatschappelijk ondernemerschap, moet in onze ogen leiden naar meer verantwoordelijkheid bij de betrokken bestuurders om juist het maatschappelijke in hun ondernemen te benadrukken.

Vraag 8

Kunnen deze vragen beantwoord worden vóór het algemeen overleg van 23 april?

Antwoord 8

Ja.


1) Zorgvisie, 3 april 2009 "Philadelphia voert omstreden herstelplan door"