Ministerie van Verkeer en Waterstaat


---


1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Postbus 20901 Binnenhof 4

2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95 Contactpersoon
---
T - Ons kenmerk VENW/IVW-2009/4901 Uw kenmerk
---
Datum 21 april 2009
Onderwerp Kamervragen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen van de leden Roemer en Van Raak over een privé helihaven in Wassenaar.

1. Heeft u kennisgenomen van de ophef die is ontstaan rond de aanvragen voor privé helivluchten in Wassenaar?

1. Ja.

2. Deelt u de mening dat uit het oogpunt van behoorlijk bestuur bij een omstreden aanvraag door een persoon uit de persoonlijke kennissenkring van de burgemeester er uiterste zorgvuldigheid en openheid door die burgemeester moet worden betracht om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen?
2. Van politieke ambtsdragers mag worden verwacht dat in alle gevallen belangenverstrengeling wordt vermeden.

3. Op wiens verzoek is er door burgemeester Hoekema van Wassenaar een verklaring van geen bezwaar afgegeven voor maximaal twee landingen/stijgingen per dag terwijl door de aanvrager in de aanvraag wordt vermeld: "Wij zouden graag de mogelijkheid hebben voor een of twee landingen/opstijgingen per week?
4. Heeft de burgemeester de brandweer opdracht gegeven tot onderzoek naar de veiligheid met betrekking tot maximaal twee landingen/stijgingen per dag? Zo nee, door wie is deze opdracht verstrekt? Zo ja, waarom is hierbij afgeweken van het door de verzoeker genoemde aantal van een of twee landingen/stijgingen per week?

3 en 4. In de tekst van de aanvraag van David Hart Vastgoed Groep (DHVG) wordt gesproken over de mogelijkheid van één of twee landingen/opstijgingen per week. In de toelichting en de bijgevoegde rapporten waarnaar in het verzoek wordt verwezen, is met name uitgegaan van het maximaal aantal starts en landingen per dag. Reden waarom ook uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid getoetst is op dat maximale aantal starts/landingen per dag, zijnde twee. Ook de gemeentelijke hulpdiensten, brandweer en politie hebben, met a
Pagina 1 van 6




inachtneming van wat in de aanvraag met bijlagen is aangegeven, vanwege de Datum

veiligheidsaspecten maximaal op dat aantal getoetst.

Ons kenmerk
5. Is er overleg geweest, bestuurlijk of privé, tussen de burgemeester en de VENW/IVW-2009/4901 aanvrager en/of zijn adviseurs over de helivluchten/helihaven, anders dan door de burgemeester al bekend gemaakt op zijn weblog? Zo ja, hoe vaak, wanneer en zijn er verslagen gemaakt van deze gesprekken?

5. De burgemeester heeft laten weten dat dat niet het geval is.
6. Behoort tot de afweging met betrekking tot de openbare orde en veiligheid voor de verklaring van geen bezwaar ook de veiligheidssituatie van de in de directe nabijheid gelegen panden van het Koninklijk Huis en de toekomstige Amerikaanse ambassade?

6. In het kader van de verklaring van geen bezwaar betrekt de burgemeester alle in het geding zijn aspecten ter zake van de openbare orde en veiligheid.
7. Bij wie heeft de burgemeester voorafgaand aan zijn beslissing tot het verlenen van een verklaring van geen bezwaar informatie ingewonnen met betrekking tot mogelijke bezwaren voor de veiligheid en openbare orde?
7. Bij de gebruikelijke instanties, te weten politie Haaglanden en de Brandweer van Wassenaar.

8. Is het waar dat de bij het verzoek voor de verklaring van geen bezwaar meegestuurde bijlage inzake de positie van de twee tot 20 februari 2007 van kracht zijnde no-fly zones een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven omdat de twee no-fly zones elkaar in werkelijkheid overlappen en aaneengesloten zijn? Zo ja, is dit door de burgemeester onderzocht?
8. Bij de aanvraag zit een Google-impressie uit 2006 van de no-flyzones EHP 26 en EHP 28, in het antwoord op vraag 13 wordt ingegaan op de juistheid daarvan. Het verlenen van een verklaring van geen bezwaar en het vliegen in de no- flyzones zijn twee juridisch te onderscheiden zaken, waarbij openbare orde- en veiligheidsaspecten van de gemeente een aangelegenheid van de burgemeester zijn. Voor het vliegen in deze zones is een ontheffing nodig, hetgeen de bevoegdheid is van de minister van Verkeer en Waterstaat.
9. Vindt u het wenselijk dat de burgemeester zich eenzijdig zo nadrukkelijk inspant om een omstreden aanvraag van een persoonlijke kennis tot een voor de aanvragen positieve uitkomst te brengen?

10. Wilt u een onderzoek instellen naar het handelen van de burgemeester rond de afgifte van de verklaring van geen bezwaar en bent u bereid indien de uitkomst van het onderzoek daar aanleiding toe geeft de door de burgemeester afgegeven verklaring van geen bezwaar te (doen) vernietigen?
9 en 10. De aanvraag is getoetst zoals is aangegeven in de antwoorden op de vragen 3, 4 en 5. Er is bezwaar ingesteld dat volgens de vaste procedure binnen de gemeente is behandeld. Er is wat mij betreft geen aanleiding tot nader onderzoek naar het handelen van de burgemeester.
Pagina 2 van 6





11. Heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) voorafgaand aan het Datum

verzoek van 27 september 2007 voor een verklaring van geen bezwaar overleg gehad met de aanvrager en/of zijn adviseurs? Zo ja, hoe vaak, wanneer en zijn er Ons kenmerk verslagen gemaakt van deze gesprekken? VENW/IVW-2009/4901
11. Nee, de IVW heeft voorafgaand aan dat verzoek geen overleg gehad met de aanvrager en/of zijn adviseurs. Wel heeft de aanvrager op enig moment, het is niet meer na te gaan op welke datum, telefonisch geïnformeerd bij IVW hoe hij zijn aanvraag bij IVW in moest dienen.

12. Heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat, anders dan de IVW, voorafgaand aan het verzoek van 27 september 2007 voor een verklaring van geen bezwaar overleg gehad met de aanvrager en/of zijn adviseurs? Zo ja, hoe vaak, wanneer en zijn er verslagen gemaakt van deze gesprekken?
12. Nee, het ministerie heeft voorafgaand aan het verzoek geen overleg gehad.
13. Heeft de IVW onderzoek gedaan naar de feitelijke juistheid van de in de bijlagen bij de aanvragen van 19 december 2007 veronderstelde vrije corridor tussen de twee no-fly zones? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de uitkomsten van dit onderzoek?

13. In het kader van tijdens de bezwaarprocedure gestelde vragen, is IVW nogmaals de feitelijke juistheid van de bijlagen nagegaan. IVW heeft nu vastgesteld dat, in tegenstelling tot de bestaande veronderstelling, in de tot 22 februari 2007 geldende regeling (regeling Beperking burgerluchtvaart veiligheid Koninklijk Huis) geen sprake was van een corridor. In die regeling waren cirkelvormige no fly-zones vastgelegd boven paleis Noordeinde, paleis Huis ten Bosch en, bij wijzigingsregeling van 23 mei 2003, landgoed Eikenhorst. De verwarring is mogelijk ontstaan door de tekening in de bijlage bij die wijzigingsregeling, waarin wel sprake lijkt te zijn van een corridor. De tekening is echter niet in overeenstemming met de bedoeling van de regeling omdat het middelpunt van de cirkel van deze tekening niet de in de regeling genoemde coördinaten 52°07'00" NB en 004°23'00" OL heeft. Per 22 februari 2007 zijn de oorspronkelijke regeling en de wijzigingsregeling vervangen door de huidige regeling Sluiting luchtruim boven Den Haag en Kasteel Drakensteijn. De cirkelvormige no fly-zones zijn in deze regeling vervangen door een aaneengesloten rechthoekig gebied boven (delen van) Wassenaar en Den Haag.
14. Is het waar dat er een interne notitie is gemaakt door IVW voorafgaand aan de beschikking tot het verlenen van toestemming tot het aanleggen van een helihaven en ontheffing van het vliegverbod in de no-fly zone EHP-26? Zo ja, wilt u deze notitie per omgaande aan de kamer zenden?

14. Er zijn geen andere voorafgaande aan de betreffende beschikking door IVW gemaakte stukken of notities dan die zich in het dossier bevinden en als zodanig ook voor bezwaarmakers ter inzage hebben gelegen.

15. Hoe verklaart u dat in de beschikking wordt vermeld dat de grond voor de te verlenen ontheffing voor het vliegen in verboden gebied (EHP-26) is gelegen in het feit dat de aanvraag is ingediend voor de uitbreiding van het verboden gebied terwijl de datum van uitbreiding van het verboden gebied (EHP-26) is gelegen voor de datum van de aanvraag?
Pagina 3 van 6




Datum


15. De aanvraag van de ontheffing is gedaan op het moment dat de vigerende regeling al van kracht was. De beschikking is op dat punt onjuist en in mijn Ons kenmerk beslissing op bezwaar zal ik daar aandacht aan besteden. VENW/IVW-2009/4901
16. Heeft er voorafgaand aan de beschikking van de IVW overleg plaatsgevonden met het Koninklijk Huis, zoals vereist en vermeld in de toelichting op de Regeling beperking burgerluchtvaart Koninklijk Huis? Zo ja, wat was de conclusie van het Koninklijk Huis? Zo nee waarom niet?

16. De Regeling beperking burgerluchtvaart Koninklijk Huis was op het moment van de aanvraag niet meer geldig. Bij de besluitvorming over afgifte van de primaire beschikking heeft IVW evenwel telefonisch contact gehad met de Dienst van het Koninklijk Huis en het KLPD. Deze instanties hadden vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen het verlenen van de ontheffing, overigens uitgaande van een corridor die er, bij nadere bestudering (zie vraag 13), niet bleek te zijn.

17. Is het indruk willen maken op zakenpartners een "bijzonder geval waar slechts bij uitzondering gebruik van zal worden gemaakt" die een ontheffing op grond van artikel 2 onder f van de Regeling Sluiting luchtruim boven Den Haag en kasteel Drakensteijn rechtvaardigt?

17. Nee.

18. Waarom vermeldt de brief van de IVW aan de gemeente Den Haag dat er corridors zijn aangewezen zodat de helikopter niet komt in de voormalige verboden cirkels terwijl dit feitelijk onjuist is omdat de cirkels elkaar overlappen en blijft onvermeld dat de huidige corridors het verboden gebied (EHP-26) volledig doorkruisen ?

18. Inderdaad zijn er geen corridors aangewezen. Deze melding van de IVW is gebaseerd op onjuiste informatie. Zie ook het antwoord op vraag 13.
19. Aan welke instanties is door de IVW een veiligheidszienswijze gevraagd met betrekking tot de gewenstheid van de helivluchten/helihaven en de inbreuk op het verboden gebied (EHP-26) en wat zijn de uitkomsten van deze zienswijze?
19. IVW heeft voorafgaand aan de afgifte van de primaire beschikking ­ betreffende zowel de aanleg, inrichting en uitrusting van de helihaven als de ontheffing voor het luchtruim ­ over de verlangde ontheffing overlegd met het KLPD en de Dienst van het Koninklijk Huis. Beide partijen hadden vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen de voorgenomen beschikking. In het kader van de bezwaarprocedure zijn de zienswijzen gevraagd van de gemeente Wassenaar, het KLPD, de Dienst van het Koninklijk Huis, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en het Ministerie van Algemene Zaken. Deze instanties hebben aangegeven dat zij geen beletsel zien voor de ontheffingsverlening. Naar nu blijkt zijn deze zienswijzen gebaseerd op een onjuiste voorstelling van zaken, vanwege het ontbreken van een corridor.

20. Is de bewering van de aanvrager waar, dat hij zodra hij de beschikking heeft ontvangen van de IVW hij mag gaan stijgen, landen en vliegen vanaf zijn landgoed en dat hij geen bestemmingsplanwijziging aan zal vragen omdat een Pagina 4 van 6




helihaven overbodig is? Zo ja, op welke wijze wordt het belang van natuur, Datum

milieu, landschap en volksgezondheid gewaarborgd indien geen toets plaatsvindt in het kader van een bestemmingsplanwijziging? Ons kenmerk VENW/IVW-2009/4901
20. Ik kan niet spreken namens de aanvrager en daarom bevestigen noch ontkennen dat de genoemde bewering waar is. De IVW beoordeelt bij dergelijke aanvragen uitsluitend of de helihaven op een veilige wijze gebruikt kan worden en of er aan de eisen van de betreffende regelgeving is voldaan. De IVW is niet bevoegd om aspecten betreffende natuur- en milieubescherming bij deze beoordeling te betrekken. Wel heeft IVW in de brief van 16 juli 2008 aan de David Hart Vastgoed Groep aanvrager geattendeerd op `mogelijk andere wet- en regelgeving zoals de natuurbeschermingswet. De ontheffing ontslaat aanvrager niet van de verplichting om hier aandacht aan te besteden.' De gemeente is het bevoegd gezag om te toetsen of iemand een locatie gebruikt in strijd met het bestemmingsplan.

21. Gaat u handhavend optreden tegen het bedrijf dat de vluchten uit zal voeren, piloten en de aanvrager indien in strijd met de voorschriften vluchten worden uitgevoerd? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?
21. IVW geeft een beschikking af voor en houdt toezicht op de inrichting en het veilig gebruik van de helihaven en treedt indien nodig handhavend op. Daarnaast kan de KLPD handhavend optreden wanneer in strijd met de voorschriften een vlucht wordt uitgevoerd.

22. Vindt u het wenselijk dat er nu door de IVW een beschikking is gegeven die lijnrecht ingaat tegen het Beleidsplan Regionale Luchtvaart van de Provincie Zuid- Holland? Zo ja, waarop baseert u uw mening? Zo nee, bent u bereid de ontheffing te schorsen tot tenminste het moment van invoering van de wijziging van de Regeling burgerluchthavens en militaire luchthavens per 1 juli 2009?
22. De Inspectie was en is nog steeds bevoegd om beschikkingen te verlenen tot inwerkingtreding van de Regeling burgerluchthavens en militaire luchthavens. Die bevoegdheid gaat vermoedelijk medio 2009 naar de provincie. IVW heeft aanvrager gewezen op de komende veranderingen in de begeleidende brief bij het besluit van 10 juli 2008:
"Op dit moment is in de Eerste Kamer het wetsvoorstel Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens aanhangig. Op grond van dit wetsvoorstel gaat de bevoegdheid om te beslissen over een aanvraag als deze over naar het provinciaal bestuur. Anders dan op dit moment het geval is, heeft het provinciaal bestuur de mogelijkheid om een beleidskeuze te maken of een activiteit als in deze beschikking wordt toegestaan. Dit geldt ook voor reeds afgegeven beschikkingen. Het provinciaal bestuur moet binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet beslissen over een luchthavenregeling of luchthavenbesluit voor het gebruik en de toegestane activiteiten, waarvoor in deze beschikking een toestemming wordt afgegeven. Dit zou ook kunnen betekenen dat het provinciaal bestuur op dat moment besluit het gebruik niet te continueren of andere voorwaarden op te nemen."

23. Bent u bereid de IVW geen beslissing te laten nemen totdat deze vragen zijn beantwoord en de Kamer met u over de antwoorden heeft kunnen debatteren? Zo nee, waarom niet?
Pagina 5 van 6





23. Ja, ik ben bereid u gelegenheid te geven kennis te nemen van de antwoorden Datum

en indien nodig daar met mij over te spreken. De termijn die de rechtbank voor de beslissing op bezwaar heeft gesteld, gaf de IVW nog enige ruimte om, naar Ons kenmerk aanleiding van uw vragen, de beslissing op bezwaar uit te stellen. Het nemen van VENW/IVW-2009/4901 die beslissing op bezwaar blijft de bevoegdheid van de Inspecteur-generaal. Om de IVW in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de gestelde termijn (Beslissing op bezwaar voor 22 april 2009), wil ik ­ in het besef dat de resterende tijd beperkt is ­ u verzoeken spoed te betrachten met eventuele verdere behandeling van mijn antwoorden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings

Pagina 6 van 6