Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Gespreksronde Houtskoolschets Europees landbouwbeleid 2020

21 april 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarmee de minister de Kamer informeert over de gesprekken die er geweest zijn over de Houtskoolschets Europees landbouwbeleid 2020. In het land is er steun voor de uitgezette lijn van beleid.

Geachte Voorzitter,

Op 12 september 2008 bracht het kabinet de 'Houtskoolschets Europees landbouwbeleid 2020' uit (TK 2007-2008, 28625, nr. 60). In de afgelopen tijd heb ik een gespreksronde laten organiseren over deze Houtskoolschets. Ik wil u graag informeren over de belangrijkste uitkomsten hiervan. In de bijlage bij deze brief vindt u de volledige rapportage. Opzet gespreksronde
Ik heb negen keukentafelgesprekken en drie themabijeenkomsten laten organiseren over de invulling van het Europese landbouwbeleid voor de periode 2010-2020. De gesprekken en bijeenkomsten vonden verspreid over Nederland plaats; in Nationale landschappen, bij Natura 2000-gebieden, in kleinschalige landschappen daarbuiten en in gebieden met een grootschalige landbouwstructuur. In de themasessies heeft mijn ministerie gesproken met agrarische natuurverenigingen (ANV's), met ondernemers uit en betrokkenen bij de intensieve veehouderij en is een afrondende sessie georganiseerd met een selectie van alle deelnemers.
In totaal hebben 124 personen meegedaan aan de gesprekken. Vijftig daarvan zijn agrarisch ondernemer. De overige personen werken bij maatschappelijke organisaties (20), bij gemeente, provincie of waterschap (19), zijn actieve burgers (13), adviseur of ketenpartner (11) of zijn recreatieondernemer of landgoedeigenaar (11). De gespreksleiding heb ik laten verzorgen door een gelegenheidscoalitie van externe deskundigen. Uitkomsten voor de Houtskoolschets
De grote lijn van de beleidsvernieuwing werd in de gesprekken door de deelnemers nauwelijks ter discussie gesteld. Een grote meerderheid ziet de Houtskoolschets als een erkenning van de maatschappelijke rol die de agrarische ondernemers hebben. Het gaat dan om de aandacht in de visie voor concurrentiekracht, innovatie en duurzaam ondernemen en om de rol van de ondernemer als beheerder van landschap en natuur. Deelnemers aan de gesprekken hebben wel allerlei vragen, wensen en zorgen over de verdere invulling van het te vernieuwen landbouwbeleid. Of zoals een ondernemer zei; "Het is gerechtvaardigd, maar ook wel spannend".
Bijna iedereen vindt dat er maatschappelijk waardevolle gebieden zijn waar agrarische ondernemers een belangrijke rol moeten blijven spelen om cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten te behouden. In de Houtskoolschets geeft het kabinet aan dat (delen van) Nationale Landschappen en Natura 2000-gebieden (en zones daar omheen) als eerste in beeld komen voor een beloning van agrarische ondernemers. De Nationale Landschappen krijgen in de gesprekken meer ondersteuning voor een toekomstige beloning dan de Natura 2000-gebieden. Deelnemers vinden dat er nog te veel onduidelijkheid is over de invloed van Natura 2000-gebieden op agrarische activiteiten, om daar een mening over te hebben.
Over de vorm van de beloning in maatschappelijk waardevolle gebieden heeft men verschillende meningen. Een minderheid heeft de voorkeur voor een hectarevergoeding. Een meerderheid van de deelnemers voelt meer voor een op deze gebieden afgestemd pakket diensten, welke agrarische ondernemers op vrijwillige basis kunnen gaan verlenen. Deze zou dan aan kunnen sluiten op de systematiek die voor het verlenen van zogenaamde groenblauwe diensten in heel Nederland kan gelden. Het principe uit de Houtskoolschets om maatschappelijke prestaties van agrarische ondernemers te belonen, krijgt steun. Bij het verlenen van maatschappelijke diensten voor landschap, natuur of waterbeheer moet het, volgens de meeste deelnemers, wel gaan om een aanvulling op de agrarische activiteiten. De combinatie van agrarische activiteiten en de maatschappelijke diensten wordt aantrekkelijker als de beloning voor die laatste meer marktconform wordt. Diverse deelnemers zien de huidige vergoeding van onkosten als een te magere beloningsbasis voor een nieuw succesvol beleid. De door mij georganiseerde gespreksronde was een onderdeel in de maatschappelijke consultatie over de vernieuwing van het Europese landbouwbeleid richting 2020 en de betekenis daarvan voor Nederland. In algemene zin ontmoet ik in het land steun voor de visie van het kabinet. Dat de huidige inkomenssteun met een historische grondslag plaats moet gaan maken voor het belonen van maatschappelijke prestaties van agrarische ondernemers, ziet bijna iedereen in. Er is bij de deelnemers aan de gesprekken wel zorg over de praktische uitvoering van het te vernieuwen landbouwbeleid. Men is vooral beducht voor een gebrek aan continuïteit en te veel bureaucratie in het sluiten van overeenkomsten en het toezicht op de uitvoering.
Binnenkort ontvangt u van mij voorstellen voor de uitvoering in Nederland van de tussentijdse wijzigingen in het Europese landbouwbeleid (health check), voor de periode tot en met 2013. Ik zal u aansluitend op de hoogte houden van mijn verdere maatschappelijke consultatie over de vernieuwing van het Europese landbouwbeleid.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg