European Union



Brussel, 22 april 2009

Het Bolognaproces - hervorming van de universiteiten in de komende tien jaar

Op 28 en 29 april komen de ministers voor hoger onderwijs uit 46 Europese landen in Leuven en Louvain-la-Neuve, België, bijeen om de resultaten van het Bolognaproces te bespreken, een nieuwe agenda op te stellen en overeenstemming te bereiken over de prioriteiten voor de Europese hogeronderwijsruimte voor de periode tot 2020. Ook buiten Europa bestaat grote belangstelling voor de hervormingen in de Europese hogeronderwijsruimte: voor het eerst vindt een "Bolognabeleidsforum" plaats waarbij naast de 46 aan het proces deelnemende landen ook 20 landen van buiten Europa aanwezig zullen zijn .

Het Bolognaproces is van 29 landen in 1999 uitgegroeid tot inmiddels 46 landen en is duidelijk een Europees succesverhaal. De laatste inventarisatie van de vorderingen met het Bolognaproces, die in Leuven en Louvain-la-Neuve aan de ministers zal worden gepresenteerd, concludeert dat er goede vooruitgang is geboekt met de uitvoering van de Bolognahervormingen, al is het niet overal in gelijke mate. Het laatste verslag van de Commissie ten behoeve van het proces bevestigt deze positieve conclusie en meldt dat er aanzienlijke vorderingen zijn gemaakt, ook op het gebied van structurele hervormingen. Nu moet de aandacht uitgaan naar de modernisering van het nationale beleid en de concrete uitvoering van de hervormingen in de Europese hogeronderwijsinstellingen.

De belangrijkste Bolognahervormingen concentreren zich op:
* de driefasestructuur (bachelor, master, doctoraat),
* de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs, en
* de erkenning van kwalificaties en studietijdvakken.

Alles bij elkaar hebben deze hervormingsinspanningen nieuwe kansen voor universiteiten en studenten gecreëerd. Het vorig jaar ingevoerde Europees register voor kwaliteitsborging in het hoger onderwijs maakt het Europese hoger onderwijs zichtbaarder en bevordert het vertrouwen in de instellingen en programma's in Europa en de rest van de wereld.

Naar aanleiding van de op handen zijnde bijeenkomst merkte Europees commissaris voor Onderwijs, opleiding, cultuur en jeugdzaken, Ján Figel', op: "Dankzij het Bolognaproces zijn de hogeronderwijsstelsels beter verenigbaar en vergelijkbaar. Daardoor is Europa ook een aantrekkelijker bestemming voor studenten van andere continenten geworden. De doelstellingen die in 1999 werden vastgesteld, zijn weliswaar nog niet volledig bereikt, maar wij moeten de blik op de toekomst gericht houden, vooral gezien de problemen waarvoor de huidige economische crisis ons plaatst. Hoger onderwijs is essentieel om tot een duurzaam economisch herstel te komen en innovatie te stimuleren. De universiteiten moeten moderniseren en dit wordt van overheidswege ook algemeen erkend, niet alleen in Europa, maar ook in de rest van de wereld. Dankzij deze steun kan het Bolognaproces een succes worden."

Uit een onlangs onder studenten in het hoger onderwijs gehouden Eurobarometerenquête blijkt dat zij een ruimere toegang tot hoger onderwijs willen en van mening zijn dat de universiteiten zich open moeten stellen voor samenwerking met de arbeidswereld en voor het concept van een leven lang leren. Zo vindt maar liefst 97% van de studenten dat zij de nodige vaardigheden en kennis moeten kunnen verwerven om met succes de arbeidsmarkt te betreden.

Een grote meerderheid (87%) is van mening dat
hogeronderwijsinstellingen innovatie moeten bevorderen en ondernemingsgeest bij hun studenten en medewerkers moeten stimuleren; ook moeten studenten in het kader van hun studie stage kunnen lopen in het bedrijfsleven. Steeds meer studenten willen in het buitenland studeren en de meesten van hen willen meer informatie krijgen over de kwaliteit van hogeronderwijsinstellingen, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken.

De Europese Commissie werkt samen met de lidstaten en de hogeronderwijssector aan de uitvoering van de moderniseringsagenda voor universiteiten in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. Er worden subsidies verstrekt via het nieuwe programma `Een leven lang leren' (Erasmusacties), het 7e EU-kaderprogramma voor onderzoek en het programma voor concurrentievermogen en innovatie, alsook via de structuurfondsen en leningen van de Europese Investeringsbank (EIB).

De Commissie biedt ook concrete ondersteuning aan hogeronderwijshervormingen in de rest van de wereld door middel van haar buitenlands beleid en een reeks programma's; zo is er steun voor de nabuurlanden van de EU beschikbaar via het Tempus-programma. De betrekkingen met andere partnerlanden worden ondersteund met een reeks bilaterale of multilaterale samenwerkingsprogramma's: EU-VS/Canada, Edulink, ALFA voor Latijns-Amerika en het nieuwe Nyerere-programma voor Afrika. Ten slotte is er nog het Erasmus Mundus-programma, dat studenten uit de hele wereld beurzen verstrekt om in verschillende Europese landen geïntegreerde masteropleidingen te volgen. De nieuwe fase van het programma omvat ook doctoraatsstudies. De steun die de Commissie via het 7e kaderprogramma voor onderzoek verleent voor de onderzoeksactiviteiten van hogeronderwijsinstellingen voorziet ook in samenwerking met niet-Europese instellingen. Dankzij de Marie Curie-acties kunnen individuele onderzoekers de gelegenheid krijgen om in een onderzoeksteam in een ander land te werken.