UMC Utrecht


Vroege onvruchtbaarheid meetbaar

De concentratie van het hormoon AMH in het bloed kan wellicht beter voorspellen of jonge vrouwen risico lopen op verminderde vruchtbaarheid voor hun veertigste. Dat concludeert gynaecoloog in opleiding Erik Knauff in zijn promotieonderzoek dat hij uitvoerde aan het UMC Utrecht.

Knauff inventariseerde bij vrouwen tussen de 25 en de 40 jaar de AMH-concentratie in het bloed. Naast een controlegroep van 83 vrouwen ging het om drie groepen vrouwen in verschillende stadia van vroegtijdige eierstokveroudering (in totaal 259 vrouwen). De AMH-concentratie bleek lager te worden naarmate de eierstokveroudering ernstiger was. Als AMH te laag wordt, een teken van het opraken van de eicellen, treedt de menopauze in ongeacht de leeftijd. Bij ál deze vrouwen is overigens de concentratie van het FSH-hormoon verhoogd, een teken van hormonale verstoring.

"Bij vrouwen met `prematuur ovarieel falen' ligt de concentratie AMH onder de menopauzegrens", zegt Knauff, "zij zijn dus onvruchtbaar. Maar bij vrouwen met vroegtijdige eierstokveroudering blijkt de AMH-concentratie ook al te dalen. De AMH-concentratie is dus misschien bruikbaar als maat voor het optreden van vroege onvruchtbaarheid, tussen de 30 en 40 jaar."

Vrouwen bij wie in de familie vroege menopauze aanwezig is, voor de 45 jaar, zouden dus al eerder in het leven hun AMH concentratie kunnen laten meten. Maar voordat dit op grote schaal kan plaatsvinden is meer onderzoek nodig. Knauff onderzocht ook de genetische achtergrond van vrouwen met een extreem vroege overgangsleeftijd.

Met het toenemen van de leeftijd neemt bij iedere vrouw de hoeveelheid eicellen af. Op een gegeven moment is de hoeveelheid eicellen zo klein dat de menstruatiecyclus geheel stopt en de overgang inzet. Dat heet vroegtijdige eierstokveroudering wanneer het bij vrouwen voor het 45e levensjaar optreedt. Het overkomt bijna een miljoen vrouwen in Nederland, bij ongeveer 75.000 vrouwen stopt de menstruatie zelfs voor het veertigste jaar. Doordat vrouwen het krijgen van kinderen steeds langer uitstellen, vergroot dit het probleem van ongewenste kinderloosheid.

Erik Knauff promoveert vandaag aan het UMC Utrecht. Gynaecoloog prof. dr. Bart Fauser en humaan geneticus prof. dr. Cisca Wijmenga begeleidden zijn onderzoek.