Ministerie van Economische Zaken


2. Implementatie Nederland Open in Verbinding

BIJLAGE 1

Implementatie Nederland Open in Verbinding
Stand van Zaken per actielijn
A. Open standaarden

1. Het College Standaardisatie publiceert in januari 2008 een basislijst
met open standaarden (checklist) ten behoeve burgers, bedrijven en
overheden. Deze lijst wordt vervolgens onderhouden en verder
aangevuld.

Het college Standaardisatie ontwikkelt en beheert een lijst met open
standaarden. Vanaf maart 2008 is die lijst beschikbaar op
www.forumstandaardisatie.nl. en kunnen standaarden worden voorgedragen
voor opname op de lijst. Op die lijst staan nu acht open standaarden die het
verschil kunnen maken voor betere interoperabiliteit en minder
leveranciersafhankelijkheid. Deze lijst is groeiend. Zo zijn er op dit moment
twaalf standaarden die voorgedragen zijn om op de lijst te komen. Daarvan
worden er momenteel vijf door experts getoetst. Voor overheidsorganisaties en
marktpartijen is ook een leidraad gepubliceerd om na te kunnen gaan of een
beoogde standaard wel open is.

2. Overheden en instellingen uit de (semi-)publieke sector voeren vanaf
2 april 2008 (Rijksdiensten) of 31 december 2008 (medeoverheden en
overige instellingen) het "pas toe of leg uit"-principe in bij ICTopdrachten
(inkoop en aanbestedingen) voor het toepassen van open
standaarden bij nieuwbouw, verbouw of contractverlenging.
In april 2008 heeft het kabinet ingestemd met een instructie voor een "pastoe-
of-leg-uit regime" voor open standaarden. Op 21 november 2008 is de
Instructie rijksdienst inzake aanschaf ICT-diensten en ICT-producten
gepubliceerd in de Staatscourant. Dit had te maken met de afronding van de
notificatieprocedure bij de Europese Commissie voor de instructie. In het
Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP), dat op
1 december 2008 is vastgesteld, zijn onder meer de uitgangspunten voor het
"past toe of leg uit regime" vastgelegd voor provincies, gemeenten en
waterschappen.

3. Op voordracht van het College Standaardisatie wordt, ter nadere
uitwerking van de NORA, een interoperabiliteitsraamwerk opgesteld,
dat uitgangspunten aangeeft voor het toepassen van standaarden
zodanig dat interoperabiliteit bevorderd wordt.
Naar aanleiding van de basisversie voor een interoperabiliteitsraamwerk zijn
medio 2008 veel reacties gekomen. Dat was de aanleiding om in de herziening
van de Nationale Overheids Referentie Architectuur (NORA) interoperabiliteit
een centrale plek te gaan geven, bestuurders meer te betrekken bij de NORA
en focus aan te brengen op belangrijke principes voor de inrichting van de
overheidsdienstverlening met ICT. Met de ondertekening van het NUP heeft de
NORA een meer verplichtende werking gekregen voor de rijksoverheid en
decentrale overheden. Momenteel loopt de reviewfase over het strategiekatern
NORA 3.0 (interoperabiliteitsraamwerk nieuwe stijl). Het definitieve
strategiekatern wordt in mei 2009 voorgelegd aan het College Standaardisatie.

4. ICT-opdrachten kunnen tijdig voor de gewenste publicatiedatum
vrijwillig voor advies over open standaarden worden voorgelegd aan
een programmabureau.
Deze actie sluit aan op de wens van de Kamer om te bevorderen dat ICT
aanbestedingstrajecten in lijn zijn met de afspraken in NOiV. In 2008
heeft het programmabureau op verzoek adviezen verleend bij aanbestedingen
en in een aantal gevallen zelf assistentie aangeboden bij ICTaanbestedingstrajecten.
Op deze advies- en waakhondfunctie wordt in 2009
versterkt ingezet. Daarnaast zijn er intensieve contacten met het project DWR
die de betrokkenheid van het programmabureau NOiV bij de uitvoering van dit
traject garanderen. Verdere werkafspraken worden gemaakt met het
ministerie van BZK over een plan van aanpak monitoring grootschalige ICT
projecten.

5. Handhaving van de inzet van open standaarden geschiedt op basis van
high trust met daarop toegesneden lichte instrumenten als monitoring
en ranking.
Jaarlijks wordt in oktober/ november een onderzoek uitgevoerd naar de
voortgang van het actieplan en deze bevindingen worden aan de Tweede
Kamer gerapporteerd. De eerste meting is in oktober 2008 gedaan en wordt
als onderdeel van deze Voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer
gestuurd. In mei 2009 wordt een eerste overzicht van scores van
overheidsorganisaties op open standaarden en open source software (ranking)
gepubliceerd op de website www.noiv.nl

6. Rijksdiensten ondersteunen vanaf april 2008, naast de huidige
bestandsformaten, ODF voor lezen, schrijven en uitwisselen van
documenten. Mede-overheden en overige instellingen volgen zo snel
mogelijk, doch uiterlijk december 2008.
Alle kerndepartementen ondersteunen ODF. De Tweede Kamer en Raad van
State (hoge colleges van staat) zijn ook gereed. Echter nog niet alle
ministeriële diensten hebben ODF- ondersteuning geregeld. Het
programmabureau ondersteunt de invoering van ODF. In december 2008 zijn
mede-overheden voorzien van een USB-stick waarop het gehele ODF-dossier
staat inclusief open source software waarmee aan actielijn 6 voldaan kan
worden. De toelichting op het actieplan voor invoering van ODF is inmiddels
omgevormd tot een extern publiceerbaar document ter ondersteuning van met
name medeoverheden. Vanuit de Manifestgroep zijn signalen dat de
presentatie enkele maanden terug in de Architectuurraad inmiddels tot
invoeringsactiviteiten heeft geleid.

6a. Inrichten van een open standaarden brigade en meldpunt gesloten
standaarden
In 2008 zijn de uitgangspunten vastgesteld en voorbereidingen getroffen voor
het inrichten van het meldpunt gesloten standaarden en de
Servicebrigade Open Standaarden. Voor de Servicebrigade wordt
aangesloten bij de activiteiten van de EGEM/I-teams die doelgroeporganisaties
van het actieplan bereiken, ook in het kader van het NUP. Voor de
rijksoverheid wordt service over open standaarden geborgd door aan te sluiten
bij de departementale implementatiestrategie. Het meldpunt wordt
vormgegeven in overleg met de open communities, gebruikersgroepen en
leveranciers. De ervaringen van het programmabureau tot nu toe leren dat het
meldpunt niet alleen meldingen of tips krijgt over eisen of toepassen van
gesloten standaarden maar ook andere vragen of klachten over implementatie
van NOiV bij ICT-aanbestedingstrajecten. Het meldpunt wordt daarom zo
ingericht dat op deze meldingen kan worden gereageerd met behulp van een
netwerk van experts (uit bijvoorbeeld overheidsorganisaties, open
communities, gebruikersgroepen, leveranciers). Daardoor ontstaat de garantie
dat het meldpunt bijdraagt aan een betere uitvoering van NOiV.

6b. Doorvertaling van de relevante acties voor de sectoren onderwijs en
zorg
Onderwijs activiteiten op hoofdlijnen
Doorontwikkeling van de relevante acties in de onderwijssector is een complex.
Partijen in het onderwijsveld zijn veelal autonoom, hebben verschillende rollen
en belangen en er zijn veel open standaarden en open source software
initiatieven die los van elkaar ontstaan zijn. Om uitvoering van het actieplan in
deze sector te ondersteunen is in eerste instantie een goede analyse van het
speelveld gemaakt. Daartoe heeft EZ in de eerste helft van 2008 gesproken
met verschillende sleutelpersonen en -organisaties in het onderwijsveld.
Daaruit blijkt dat er al diverse initiatieven binnen het onderwijs bestaan die
zich richten op open standaarden. Deze initiatieven kunnen verder uitgewerkt
of versneld worden of als inspiratie dienen voor andere sectoren. Tevens zijn
op basis van in opdracht van EZ uitgevoerd onderzoek de belangrijkste actoren
voor open standaarden en open source software binnen het onderwijsveld in
kaart gebracht. Ook is geanalyseerd bij welke actoren inspanningen naar
verwachting op korte termijn het meeste resultaat opleveren. Daarbij moet
zorgvuldig afgewogen worden wat de overheid kan doen en welke rol partijen
in het veld hebben.
De activiteiten die uitgevoerd worden betreffen zowel de bedrijfsvoering als het
curriculum op scholen. Voor de bedrijfsvoering ontwikkelt het
programmabureau een implementatieplan voor het onderwijs voor de
aanbesteding, inkoop en gebruik van apparatuur/software met open
standaarden en zo mogelijk met open source software.
Voor het opnemen van de thema's open source software en open standaarden
binnen de curricula van onderwijsinstellingen staan de partijen in het veld aan
de lat. Het Programmabureau biedt hierbij ondersteuning. Een voorbeeld van
deze ondersteuning is de verspreiding van een brochure over OS & OSS
(vanuit het programma Digibewust i.s.m. St. Kennisnet) onder 9000
directeuren van het primair onderwijs en ruim 3500 (vestigings)directeuren en
ICT -coördinatoren in het voortgezet onderwijs.
Stichting Kennisnet heeft de website www.ossinhetonderwijs.nl geactualiseerd.
Op 17 december j.l. werd het congres Edu-Exchange waar het thema 'open'
centraal stond, door meer dan 400 mensen bezocht. Dit werd georganiseerd
door Kennisnet, NEN, EduStandaard en Surffoundation. De eerste helft van
2009 zullen vanuit het Programmabureau en partijen in het veld andere
concrete activiteiten uitgevoerd worden.
Zorg activiteiten op hoofdlijnen
In 2008 hebben brainstormsessies plaatsgevonden met VWS, EZ en Nictiz. In
het eerste kwartaal van 2009 zal (vergelijkbaar met de sector onderwijs)
Inmiddels is een onderzoek opgestart naar activiteiten die op korte termijn het
meest resultaat opleveren inzake gebruik van open standaarden en open
software in de sector. Dit onderzoek zal in het tweede kwartaal worden
afgerond.

B. Open source software

7. Alle ministeries hebben in januari 2009 een implementatiestrategie
ontwikkeld voor de aanbesteding en inkoop en het gebruik van open
source software; in juni 2008 meer dan de helft van de ministeries. Dit
kan uiteraard ook betrekking hebben op gezamenlijke of
interdepartementale implementatiestrategieën.
Het interdepartementaal overleg directeuren I (IODI) heeft op 8 mei 2008 het plan
met betrekking tot een implementatiestrategie aangenomen. Het programmabureau
ondersteunde dit met een plan van aanpak voor een gezamenlijke open source
implementatie ten behoeve van kerndepartementen. Dit plan adresseert horizontale
trajecten (bijvoorbeeld. inkoopstrategie, document management en ODFondersteuning),
gezamenlijke trajecten (bijvoorbeeld Digitale Werkomgeving Rijk) en
departementale trajecten (bijvoorbeeld gevechtssystemen Defensie of
wegmeetsystemen RWS). Het programmabureau heeft de aanpak in zijn huidige plan
verder geconcretiseerd en toegesneden op de eigenheid van ieder ministerie.
Eind 2008 hadden 7 van de 13 ministeries een OSS implementatiestrategie. Met 6
ministeries is in het eerste kwartaal 2009 een strategiedag gepland als voorbereiding
op de implementatiestrategie. In het tweede kwartaal worden de uitkomsten van de
13 departementale implementatiestrategieën gepubliceerd.

8. Medeoverheden en overige instellingen (onderwijs, zorg, sociale
zekerheid) hebben in januari 2010 een implementatiestrategie
ontwikkeld voor de aanbesteding, inkoop en het gebruik van open
source software.
Zoals besproken met de Tweede Kamer hebben BZK en EZ afspraken gemaakt met de
medeoverheden over de implementatie van het actieplan. De afspraken gaan over de
hele linie van het actieplan (inclusief actielijn 8) en zijn achtereenvolgens geregeld in:
* Bestuurakkoord gemeenten - juni 2007
* Bestuursakkoord provincies - voorjaar 2008 (voor één jaar)
* Akkoord over uitvoeringsagenda NOiV - 5 juni 2008
* Akkoord NUP - 1 december 2008
Het programmabureau ondersteunt medeoverheden in 2009 met het invoeren van
implementatiestrategieën.

9. Stimuleringsbeleid opgesteld voor voorhoedelopers en uitvoering
hiervan
Er is bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een haalbaarheidsonderzoek
voor OSS op de desktop gedaan. De NMa heeft mede op basis daarvan besloten op de
korte termijn nog niet over te stappen op een volledig open desktop. Wel levert het
rapport voldoende aanknopingspunten om geleidelijker naar open alternatieven te
migreren. Bij Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de voorbereidingsfase voor
migratie in volle gang. OCNL heeft sinds september 2008 een nieuwe website met
rijkshuisstijl die volledig op open source software draait. Het kabinet gaat in 2009
actief op zoek naar meer van dergelijke voorhoedelopers.
C. Flankerende acties

10. Communicatie en samenwerkingsverbanden: in het najaar van 2007
en het voorjaar van 2008 zal het Ministerie van Economische Zaken
samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
communicatiebijeenkomsten organiseren met bedrijven, leveranciers
en de diverse overheidsdoelgroepen om de plannen toe te lichten en te
komen tot praktische afspraken voor de uitvoering daarvan.
De organisatie van bijeenkomsten met bedrijven, leveranciers en de diverse
overheidsdoelgroepen is onderdeel van het werkplan van het programmabureau
NOIV. Er hebben meerdere bijeenkomsten plaatsgevonden. De heer Erik Gerritsen
(voormalig Gemeentesecretaris Amsterdam) is per 1 september aangetreden als
ambassadeur voor de decentrale overheden en de maatschappelijke sectoren.
Daarnaast zal voor het onderwijsterrein een speciale gezant worden aangesteld.

11. Het Kabinet zal, daar waar relevant en mogelijk, zich actief inspannen
om het gebruik van open standaarden en open source software in
Europees verband te bevorderen. Niet alleen in de diverse comités en
werkgroepen ter voorbereiding van Europees beleid, maar ook
bijvoorbeeld als vereiste bij het indienen van bestek voor de
eGovernment Awards van de Europese Commissie.
Het gebruik van open standaarden en open source software in Europees verband wordt
met name vormgegeven in de programma's IDA, IDA-2 en IDABC. Deze programma's
zijn de voorlopers van ISA, het programma voor interoperabiliteit Europese
overheidsorganisaties. Nederland is daar actief bij betrokken.
In 2008 is tevens verkend hoe het beleid voor open standaarden en open source in
'Brussel' nog steviger kan worden verankerd. In dat verband zijn contacten gelegd met
een zestal EU landen waar mogelijk steun voor het Nederlandse beleid te verwachten
is. Er is sprake van sympathie voor en erkenning van de Nederlandse doelstellingen en
aanpak. De beleidsbehoefte in Nederland is niet uniek maar de politieke context wel.
Hierdoor loopt Nederland voorop met het actieplan dat een procesmatige aanpak
koppelt aan maatschappelijke doelstellingen. Leidraad voor internationale inzet is het
NOiV beleid in Brussel te borgen via de komende drie EU voorzitterschappen.

12. Inrichten van een Programmabureau
Volgens planning is begin januari opdracht gegund voor de inrichting van een
programmabureau. Per 1 juni is een programmamanager aangetreden. De start van
de werkzaamheden heeft daarmee vertraging opgelopen. Het Programmabureau heeft
in 2008 een half jaar op volle toeren gedraaid.

13. Verkennen nieuwe vormen van business cases
Door de juiste momenten te kiezen en een goede businesscase te maken kunnen
onnodige migratiekosten voorkomen worden. Het gaat om (nieuwe) aanbestedingen
ten behoeve van nieuw- en verbouw en contractverlenging van ICT. Bij het opstellen
van implementatiestrategieën kan de wens tot snelle migratie naar open standaarden
en open source software worden meegenomen. Deze actielijn wordt daarom
uitgevoerd in samenhang met het invoeren van implementatiestrategieën voor open
source software (actielijn 8). Mogelijk komen hier nieuwe businesscases uit voort.

14. Gemeenschappelijke Verklaring met ICT~Office en Manifest Open
Overheden
In september 2007 hebben ICT Office, EZ en BZK de verklaring 'Verbetering
samenwerking overheid en ICT bedrijfsleven' getekend. Onderdeel daarvan is het
'Manifest open overheidsorganisaties' waarin vier behoeftes van de overheid als ICT
gebruiker staan beschreven. Het gaat om interoperabiliteit, digitale duurzaamheid,
leveranciersonafhankelijkheid en transparantie & controleerbaarheid. In overleg
tussen de markt en de overheid is met name gewerkt aan de praktische invulling van
het interoperabiliteitsvraagstuk. De NORA versie 3.0 en recent met de
consultatieronde voor het Strategiekatern Interoperabiliteit zijn daar concrete
voorbeelden van. Ook voor de andere drie onderwerpen wordt het gesprek aangegaan.

15. Software in gebruik bij de overheid
Het starten en begeleiden van onderzoek naar gebruik van open source software door
het Rijk wordt in samenhang met de OSS implementatiestrategieën uitgevoerd. Het
blijkt dat bij ministeries en gemeenten animo bestaat voor het beschikbaar stellen van
in opdracht ontwikkelde software. Het programmabureau onderzoekt onder welke
voorwaarden deze kan worden verstrekt.

16. Onderzoek werking softwaremarkt door de NMa
De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) gevraagd om een analyse van de softwaremarkt. De
NMa heeft hierop in maart een globale analyse van de softwaremarkt opgesteld,
waarbij specifiek wordt ingegaan op de vermeende koppelverkoop tussen hardware en
software. Daarnaast heeft de Staatssecretaris ICT~Office verzocht om tot meer
duidelijkheid voor de consument te komen omtrent de partij tot wie hij zich moet
wenden voor eventuele restitutie bij het niet accepteren van licentievoorwaarden van
voorgeïnstalleerde software, zoals ook toegezegd in het Algemeen Overleg over NOiV
van 12 december 2007. Per brief van 9 juli 2008 is de Tweede Kamer geïnformeerd
over de analyse van de NMa en de reactie van ICT~Office. ICT~Office heeft per brief
van 20 november 2008 de Staatssecretaris van Economische Zaken zoals toegezegd
de voor dit doel opgestelde folder toegestuurd over de licentievoorwaarden van
voorgeïnstalleerde software. De folder geeft inzicht in de rechten en plichten van
consumenten, winkeliers en fabrikanten. Daarmee kan de consument inzicht worden
verschaft in de mogelijkheden rond voorgeïnstalleerde software. ICT~Office heeft de
betrokken ICT-bedrijven gevraagd de folder te verspreiden onder afnemers en klanten.
Tevens adviseren zij hun leden om op de eigen website informatie te geven over hun
specifieke beleid op voorgeïnstalleerde software. Voorts is de folder door ICT~Office
gestuurd aan de brancheorganisatie van de computerwinkels alsook de
Consumentenbond.

17. Onderzoek economische effecten open source software
Het CPB is met dit onderzoek in mei 2008 gestart. De eindrapportage is op 3 maart
2009 verschenen. Het CPB concludeert dat softwaregebruikers vaak stevig zijn
verankerd aan de software waarvoor zij ooit gekozen hebben. Nieuwe leveranciers
kunnen daardoor moeilijk tot de markt toetreden, en afnemers betalen hoge prijzen.
Zo kan het gebeuren dat open source software (software zonder licentiekosten die
vrijelijk te bewerken is) geen voet aan de grond krijgt. Dat kan zelfs gebeuren
wanneer open source software goedkoper en beter is dan ingeburgerde "proprietary
software". In die gevallen kan de overheid bijspringen door open source software te
stimuleren, bijvoorbeeld door als grote klant deze producten af te nemen of door bij
aanbestedingen de voorkeur te geven aan open source software, aldus het CPB. De
conclusies van het CPB onderschrijven het met het actieplan NOiV ingezette beleid met
betrekking tot open source software.