Gerechtelijke organisatie

Consumentenbond eist betaling slachtoffers Westfriese Flora

Zutphen, 22 april 2009 â De consumentenbond eist in kort geding dat de stichting Talpa zich schriftelijk bereid verklaart met de consumentenbond aan de onderhandelingstafel te gaan zitten over het vaststellen van een uitkeringsregeling, het beoordelen van aanvragen en het vaststellen en het doen van uitkeringen aan slachtoffers van de legionella-uitbraak op de Westfriese Flora in 1999.

Verder dient de stichting de consumentenbond in het bezit te stellen van bepaalde bankafschriften over de volledige tijdsperiode vanaf haar oprichting tot heden. Tot slot dient haar vermogen onder bewind te worden gesteld met benoeming van een bewindvoerder.

Stichting Talpa
De Winterwijkse stichting Talpa beheert sinds 2002 ruim ⬠500.000,-. Dat bedrag is gestort door een verzekeraar om slachtoffers van de Flora schadeloos te stellen. De consumentenbond kwam in februari 2009 achter het bestaan van deze stichting. De consumentenbond stelde bij de voorzieningenrechter dat de stichting moet doen wat in haar statuten staat; het uitbetalen van schadevergoeding.

Te laat
Talpa zegt dat de aanspraken op schadevergoeding te laat zijn. Daarnaast wil zij de schadevergoeding per geval, niet collectief, kunnen beoordelen. Volgens de stichting is zij er voor de slachtoffers. Wanneer er geen vorderingen binnenkomen, ziet zij zich genoodzaakt zichzelf op te heffen. Het door haar beheerde geld gaat dan naar de slachtoffers, ondanks dat zij niet weet wie de slachtoffers zijn.

Slepende kwestie
De voorzieningenrechter vroeg partijen of er niet een begin kon worden gemaakt met onderhandelingen over de wijze waarop het door de stichting Talpa beheerde geld tot uitkering kan komen. Hij vond het van gevoel voor medemenselijkheid getuigen indien getracht wordt zo snel mogelijk een einde aan deze slepende kwestie te maken. Het is voor de slachtoffers bijzonder pijnlijk om al die jaren in onzekerheid te leven, zonder zich herkend en erkend te weten, aldus de voorzieningenrechter, die vervolgde dat de hoogte van een eventuele schadeuitkering niet van doorslaggevende betekenis zal zijn.

Uitspraak donderdag 14 mei.

Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 22 april 2009 Naar boven