Wageningen Universiteit en Researchcentrum en feller Zon schijnt langer en feller

23 apr 2009
Nummer: N

Fantastisch nieuws voor zonaanbidders: de zon schijnt in onze contreien steeds langer. Ruim een uur per dag meer dan zoân tachtig jaar geleden. Ook schijnt hij steeds feller. Dat blijkt uit gegevens van het weerstation van Wageningen Universiteit. Maar het is een raadsel hoe dat komt.

De Wageningse meteorologen bezitten een bijna unieke verzameling meetgegevens. Op die van Stockholm na, is het de langste vrijwel continue reeks meteorologische meetgegevens in de wereld. De reeks begon in 1928 en omspant inmiddels acht decennia. Met diverse publicaties vestigt de leerstoelgroep Meteorologie en Luchtkwaliteit daar aandacht op.

Daarbij vallen onmiddellijk twee dingen op: de zon schijnt langer en feller dan vroeger. En niet zo maar een klein beetje. De intensiteit van de zonnestraling neemt gemiddeld per decennium met twee procent toe. In tachtig jaar loopt dat aardig op. Elke vierkante meter aardoppervlak vangt nu achttien Watt meer energie dan in 1928. Die toename van de hoeveelheid zonnestraling gaat gepaard met meer uren zonneschijn per dag. De zonaanbidder van nu heeft 412 uur per jaar meer zon te genieten dan die van 1928, een derde meer uren dan acht decennia geleden.

âDat is inderdaad vreselijk veelâ, erkent dr. Adrie Jacobs van Meteorologie. Maar het Wageningse weerstation is niet de enige die deze trends laat zien. Ook andere langlopende meetreeksen in voornamelijk Europa en Noord-Amerika tonen eenzelfde beeld. Toch weet niemand precies waar die extra uren zon vandaan komen. Sluitende verklaringen zijn er nog niet. Het heeft in ieder geval niets van doen met de activiteit van de zon zelf. De zonactiviteit kent een aantal vaste cyclussen, die zijn te herkennen aan het voorkomen van zonnevlekken. Het effect van meer of minder zonnevlekken is veel te klein om de stralingsverschillen aan het aardoppervlak te verklaren.

Wel is duidelijk dat de zon vaker schijnt doordat er minder bewolking is. Op zichzelf is dat een verandering in het klimaat. Maar waaróm er minder wolken zijn in onze streken is niet helemaal duidelijk. âWaarschijnlijk is er een verband met de verandering in het grootschalige weerbeeld, maar dat moet nog preciezer worden uitgezochtâ, reageert hoogleraar Meteorologie Bert Holtslag.

Jacobs wijst er verder op dat niet overal op aarde de zon meer schijnt. China, Afrika en India laten juist een dimming van de zon zien, met een temperatuursverlaging als gevolg. âOngeveer een halve graad Celsius per tien jaar. Dat lijkt misschien niet veel, maar het gaat over een groot gebied.â Dat dimmen van de zon wordt geweten aan de luchtvervuiling in die streken.

Verder inzoomen op de Wageningse meetreeks laat nog een paar interessante details zien. Het blijkt dat vooral in de zomer en de lente extra zonnestralen de aarde bereiken. In de winter en de herfst is de verandering nihil. De felste zon schijnt in juni. Maar vast staat ook dat mei de maand met de meeste uren zonneschijn is, vóór juni, juli en augustus. Dat komt volgens Jacobs doordat in mei de dagen al vrij lang zijn en de lucht nog tamelijk droog. Dat levert weinig bewolking op. Wie er een lange meivakantie op nahoudt, heeft dus groot gelijk. / Roelof Kleis

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.