Universiteit van Amsterdam

Hellenistische dichters waren zowel schrijver als lezer
Promotie Klassiekgriekse taal- en letterkunde

donderdag 23 april, 14.00 uur
De beroemde bibliotheek van Alexandrië, gesticht in de derde eeuw voor Christus, gold in de oudheid als het wereldcentrum van wetenschap en literatuur. Hier werd de gehele literaire erfenis van de Griekse wereld op talloze papyri bewaard. In deze Volière van de Muzen, zoals de bibliotheek satirisch genoemd werd, werkten dichters als Callimachus, Apollonius en vele anderen in dienst van de cultuurvorst Ptolemaeus Philadephus. Zij waren de eerste filologen van de westerse wereld; de eersten die een canon opstelden. Jacqueline Klooster onderzocht de verbeelding van alle typen dichters (voorgangers, contemporaine collega's en zelfportretten) in de Hellenistische poëzie. Ze bekeek hoe deze dichters zichzelf en hun collega's zagen ten opzichte van de lange en grootse literaire geschiedenis van Griekenland. Wilden ze een breuk met het verleden forceren, of hebben we juist te maken met epigonen? Hoe kwam men tot het kiezen van een literair model, of het formuleren van een eigen poëtica? Klooster maakt inzichtelijk hoe Hellenistische dichters hun voorgangers en collega's verbeeldden om te reflecteren op de poëticale opvattingen van zowel de ander als van henzelf. Haar belangrijkste conclusie is dat dichters in deze periode tegelijkertijd lezers en schrijvers waren: beide aspecten vormden nadrukkelijk deel van hun poëtische identiteit. Ze zagen zichzelf als vernieuwers die niettemin geworteld zijn in een waardevolle traditie. Mw. J.J.H. Klooster: Poetry as window and mirror. Hellinistic poets on precedessors, contemporaries and themselves. Promotor is mw. prof. dr. I.J.F. de Jong.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.