Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Ministerie van Onderwijs, Tweede Kamer der Staten-Generaal Cultuur en Wetenschap Binnenhof 4 Rijnstraat 50 2500 BJ Den Haag Den Haag Postbus 16375 Nederland www.minbuza.nl

Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Datum 24 april 2009
Betreft Beantwoording vragen van het lid Van der Ham over het EU-rapport over l positie homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen in Europa Onze Referentie DE/118571 Uw Referentie Zeer geachte Voorzitter, 2009Z06176 Bijlage(n) Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld 1 door het lid Van der Ham over het EU-rapport over de zorgwekkende sociale status van homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen in Europa. Deze vragen werden ingezonden op 2 april 2009 met kenmerk 2009Z06176.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en De Staatssecretaris voor Europese Wetenschap, Zaken,

Dr. R.H.A. Plasterk Drs. F.C.G.M. Timmermans

Pagina 1 van 4





Antwoorden van de heer Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Cultuur en Wetenschap Zaken op vragen van het lid Van der Ham (D66) over EU-rapport over Ministerie van Buitenlandse positie homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen in Europa. Zaken

Onze Referentie Vraag 1 DE/118571 Wat is uw reactie op het rapport van de EU `Agency for Fundamental Rights' over de zorgwekkende sociale status van homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen in sommige EU-lidstaten?1

Antwoord
Dit tweede rapport van het Fundamental Rights Agency (FRA) is een waardevolle aanvulling op het eerste rapport van het FRA van juni 2008 over de juridische situatie in de EU-lidstaten ten aanzien van dit onderwerp. De aanbevelingen van het FRA sluiten goed aan bij het homo-emancipatiebeleid van het Nederlandse kabinet, dat zich richt op betere registratie van homofoob geweld, meer aandacht voor discriminatie, pesten en uitsluiting op de werkvloer en op school, meer aandacht voor de positie van transgenders, ondersteuning van homo-emancipatie groepen en een dialoog met verschillende religieuze en etnische groeperingen. Nederland vervult bovendien een actieve Europese en internationale rol in het homo-emancipatiebeleid (zie nota `Gewoon homo zijn' en de nota mensenrechtenstrategie `Naar een menswaardiger bestaan').

Vraag 2
Deelt u de zorg over de conclusie van het rapport dat in verschillende EU-lidstaten de regeringen een gelijke sociale positie van homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen belemmeren?

Antwoord
Het kabinet deelt de zorg over de conclusie van het rapport dat discriminatie, intimidatie en geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LHBT) een wijdverspreid verschijnsel is in de hele EU. Tevens deelt het kabinet de zorg over de bevindingen in het rapport dat in sommige lidstaten de afgelopen jaren demonstraties en activiteiten van LHBT belemmerd werden.

Vraag 3
Acht u het noodzakelijk dat de Europese Unie maatregelen treft om de betreffende regeringen aan te sporen om de sociale positie van homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen te verbeteren? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Artikel 13 van het EG-verdrag vormt een uitdrukkelijke basis om discriminatie op grond van seksuele geaardheid aan te pakken. Dit artikel geeft de Raad de bevoegdheid om, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, maatregelen te nemen tegen discriminatie op grond van geslacht, ras, godsdienst, leeftijd, handicap of seksuele geaardheid. Inmiddels heeft de Europese Commissie op grond van artikel 13 EG-verdrag in juli 2008 nieuwe maatregelen voorgesteld met de presentatie van een richtlijnvoorstel betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen


1 European Union Agency for Fundamental Rights, 31 maart 2009: "Homophobia and Discrimination on Grounds of Sexual Orientation and Gender Identity in the EU Member States: Part II ­ The Social Situation"

Pagina 2 van 4





ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid Ministerie van Onderwijs, buiten de arbeid. Het voorstel bestrijkt het verbod van discriminatie ten aanzien Cultuur en Wetenschap van sociale bescherming met inbegrip van sociale zekerheid en gezondheidszorg, Ministerie van Buitenlandse sociale voordelen, onderwijs en toegang tot goederen en diensten die commercieel Zaken voor het publiek beschikbaar zijn, met inbegrip van huisvesting. In de bijbehorende mededeling benadrukt de Commissie dat ze zich zal blijven inzetten Onze Referentie voor de bestrijding van alle vormen van discriminatie die worden genoemd in DE/118571 artikel 13 van het EG-verdrag en de omzetting van de bestaande artikel 13 richtlijnen in nationaal recht nauwlettend zal blijven volgen. Tevens zet de Commissie zich ervoor in dat op EU- en nationaal niveau vorderingen worden geboekt bij het werken aan bewustwording, mainstreaming van non-discriminatie, voorkeursbeleid en gegevensverzameling. Het richtlijnvoorstel ligt momenteel ter behandeling voor aan de Raad.
Verbeteringen in de wetgeving hebben een positieve invloed op de sociale positie van LHBT. Tegelijkertijd moet er nog veel gebeuren om de maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit daadwerkelijk te verbeteren. In die zin hoopt het kabinet dat de aanbevelingen van de FRA op dit terrein door de Commissie, de diverse lidstaten en andere betrokken organisaties ter harte worden genomen. Het homo-emancipatiebeleid behoort overigens tot de competentie van nationale regeringen.

Vraag 4
Acht u het noodzakelijk dat de Europese Unie maatregelen treft om te voorkomen dat vluchtelingen die asiel aanvragen vanwege vervolging om hun seksuele gerichtheid bij sommige EU-lidstaten worden geweigerd? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Met betrekking tot de zorgvuldige behandeling en beoordeling van asielaanvragen gelden binnen de Europese Unie de Procedurerichtlijn (2005/85/EG) en de Kwalificatierichtlijn (2004/83/EG) die een zorgvuldige procedure en beoordeling waarborgen. Dit geldt evenzeer voor asielaanvragen waaraan vervolging om redenen van seksuele geaardheid ten grondslag liggen. Er bestaat voor Nederland geen aanleiding om te veronderstellen dat andere EU-lidstaten onvoldoende uitvoering geven aan (de implementatie van) deze richtlijnen. Voor het treffen van aanvullende maatregelen wordt dan ook geen noodzaak gezien.

Vraag 5
Ziet u in de conclusies van dit rapport een extra noodzaak om een Europese richtlijn die discriminatie op grond van seksuele gerichtheid ook op de terreinen goederen en diensten, onderwijs, sociale zekerheid en sociale voordelen verbiedt, in te voeren, zoals onder andere de Europese Commissie2 en de EU Commissie Burgerlijke Vrijheiden3 hebben bepleit?

Antwoord
Het kabinet staat positief tegenover een Europees kader voor het verbod van discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid buiten de arbeid. Wel heeft Nederland zorgen over de proportionaliteit van het huidige voorstel, met name voor de grond handicap. Over het richtlijnvoorstel (zie ook onder vraag 3) wordt momenteel in de Raad onderhandeld.


2 Europese Commissie, Richtlijn Gelijke Behandeling, 2 juli 2008
3 Commissie burgerlijke Vrijheden, rapport van Kathalijne Buitenweg, aangenomen door de Commissie op 16 maart 2009

Pagina 3 van 4





Ministerie van Onderwijs, Vraag 6 Cultuur en Wetenschap Kunt u er bij de Europese Commissie op aandringen dat ook de situatie van Ministerie van Buitenlandse homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen onderzocht wordt in de landen die Zaken in de nabije of in de verre toekomst eventueel lid worden van de EU? Onze Referentie DE/118571 Antwoord
De bescherming van minderheden maakt nadrukkelijk deel uit van de Kopenhagen-criteria, waaraan de kandidaat-lidstaten (Kroatië, Macedonië en Turkije) en de overige landen met EU-toetredingsperspectief (Albanië, Bosnië- Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Servië) moeten voldoen om voortgang te boeken in het pre-accessietraject. Ontwikkelingen op dit terrein worden door de Commissie opgebracht in de politieke dialoog die zij op regelmatige basis met deze landen voert. In de onderhandelingen over het acquis communautaire die thans worden gevoerd met Kroatië en Turkije komt de bescherming van minderheden aan de orde bij de besprekingen over onderhandelingshoofdstuk 23, betreffende de rechterlijke macht en fundamentele vrijheden. Overigens besteedt Nederland in Raad van Europa-verband ook aandacht aan de positie van homoseksuelen in niet-EU lidstaten. Nederland heeft zitting genomen in een expertgroep die momenteel een aanbeveling voorbereidt van de Raad van Europa, die discriminatie op grond van seksuele oriëntatie zal bestrijden. Ook financiert Nederland bij het kantoor van de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa een expert op het gebied van non-discriminatie van homoseksuelen. Daarnaast heeft Nederland een vrijwillige bijdrage gedaan aan het Bureau van de Mensenrechtencommissaris, die zal worden gebruikt om het onderzoek naar discriminatie van homoseksuelen van de FRA uit te breiden naar de lidstaten van de Raad van Europa die geen EU-lid zijn.

Vraag 7
Kunt u aangeven hoe het staat met uw verzoek om advies aan de Raad van State aangaande de enkele feit constructie in de Algemene Wet Gelijke Behandeling?

Antwoord
Het verzoek om advies aan de Raad van State is ingediend door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in december 2008. Naar verwachting zal de Raad van State haar advies uitbrengen voor de zomer.

Pagina 4 van 4