Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VERSLAG VOORTGANGSONDERZOEK

PRESTATIEAFSPRAKEN ICA NOVEMBER 2008

School: Islamitisch College Amsterdam
Plaats: Amsterdam
BRIN-nummer: 27LL
Onderzoeksnummer: 110876

Datum voortgangsonderzoek : 20 november 2008
Datum vaststelling : 3 februari 2009









INLEIDING

Op 20 november 2008 heeft de Inspectie van het Onderwijs het Islamitisch College Amsterdam (ICA) bezocht. Tijdens dit bezoek is de voortgang beoordeeld van de prestatieafspraken die met de school overeengekomen zijn. In dit verslag worden de resultaten van dit voortgangsonderzoek weergegeven.

De school is door de inspectie als zeer zwakke school beoordeeld. Daarom heeft het ministerie van OCW na de afsluiting van het bestuurlijk natraject, de Inspectie en de Auditdienst in 2007 verzocht op basis van een nieuwe set prestatieafspraken toezicht uit te oefenen op de noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in de periode tot het einde van het schooljaar 2008-2009. Het accent in de prestatieafspraken werd verlegd van het opstellen van plannen en documenten naar de daadwerkelijke realisatie in de onderwijspraktijk. Aan het einde van het schooljaar 2008-2009 zal een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) worden uitgevoerd waarbij op basis van het toezichtkader van de inspectie zal worden beoordeeld of de onderwijskwaliteit inmiddels op een aanvaardbaar niveau is gebracht. Vooruitlopend daarop worden in het schooljaar 2007-2008 voortgangsonderzoeken uitgevoerd. Het eerste voortgangsonderzoek werd uitgevoerd op 7 en 8 november 2007, het tweede op 29 mei 2008. Dit voortgangsondertzoek van 20 november 2008 is in principe het laatste voortgangsonderzoek tijdens het traject van geïntensiveertd toezicht, tenzij er in de komende maanden aanleiding is voor een extra voortgangsonderzoek.

In het onderzoek stond de voortgang op de prestatieafspraken van februari 2008 centraal, inclusief de aandachtspunten naar aanleiding van het voortgangsonderzoek van mei 2008. Daarnaast heeft de inspectie naar aanleiding van ontvangen signalen aandacht besteed aan de beleving van het personeel van het schoolklimaat en de sociale veiligheid. Dit heeft geresulteerd in het besluit om in aanvulling op de gesprekken die op 20 november werden gevoerd, een schriftelijke enquête te houden onder alle personeelsleden. De resultaten van de enquête zijn in dit definitieve verslag opgenomen.

Op 14 november 2008 heeft het ICA een voortgangsrapportage en een aantal documenten ter voorbereiding op het voortgangsonderzoek bij de inspectie ingediend.

De volgende documenten vormden het uitgangspunt voor het onderzoek:


· Tijdpad Prestatieafspraken versie november 2008.
· Algemene Inleiding Onderwijs (voortgangsrapportage).

Daarnaast is een groot aantal onderliggende documenten vooraf toegestuurd.

In het onderzoek is gekeken naar de realisatie van de prestatieafspraken die voor de termijn tot 20 november 2008 geformuleerd zijn. Daarnaast heeft de inspectie bezien of de in de eerdere voortgangsonderzoeken beoordeelde afspraken structureel gerealiseerd worden en of toen nog onvoldoende gerealiseerde afspraken nu wel aan de eisen voldoen.

Tijdens het bezoek zijn gesprekken gevoerd met de schoolleiding en het bestuur, met een aselecte vertegenwoordiging van leraren, met de teamleiders en met enkele leden van de MR. Daarnaast werd een gesprek gevoerd met de interim controller en met enkele administratieve medewerkers van de school.

Met ingang van 1 augustus 2008 is de afdeling Rekenschap van de Auditdienst onderdeel geworden van de Inspectie van het Onderwijs. Waar in dit rapport gesproken wordt over de inspectie, wordt mede bedoeld de afdeling Rekenschap.
---





Tijdens het bezoek is tevens een aantal documenten beoordeeld die tijdens het bezoek ter beschikking werden gesteld.

Het concept-rapport van het voortgangsonderzoek werd op 15 december 2008 aan het bestuur van het ICA verstuurd. Op 12 januari 2009 ontving de inspectie een schriftelijke reactie van het bestuur op het concept-rapport.
Hierin gaf het bestuur aan zich te herkennen in de hoofdlijn van de rapportage. De voorstellen voor enkele aanvullingen in de tekst zijn in dit definitieve rapport door de inspectie overgenomen. In tweede instantie diende het bestuur op 29 januari 2009 een reactie in op het onderdeel `schoolklimaat en sociale veiligheid', dat is toegevoegd naar aanleiding van een enquête onder alle personeelsleden van het ICA. De inspectie heeft ook dit onderdeel naar aanleiding van de reactie aangepast. Naast enkele tekstuele aanpassingen verzocht het bestuur in de passages naar aanleiding van de enquête, uitsluitend de nominale aantallen te noemen. De inspectie heeft dit verzoek in aangepaste vorm overgenomen, dat wil zeggen dat uitsluitend percentages van het aantal respondenten zijn vermeld. Vervolgens is het rapport op 3 februari j.l. vastgesteld. De inspectie verzocht het bestuur in de aanbiedingsbrief bij het definitieve rapport schriftelijk toestemming te verlenen het rapport zo snel mogelijk openbaar te maken. Het bestuur heeft vervolgens aangegeven hierover in een bestuursvergadering van gedachten te zullen wisselen. Naar aanleiding van deze bestuursvergadering ontving de inspectie op 4 maart j.l. een schriftelijke reactie op het definitieve rapport.
In het mondeling overleg dat daarop volgde is afgesproken deze reactie integraal, als bijlage aan het verslag van het voortgangsonderzoek toe te voegen.


---






1 RESULTATEN PRESTATIEAFSPRAKEN PER NOVEMBER 2008


1.1 Algemeen beeld

De resultaten op de prestatieafspraken ten tijde van het voortgangsonderzoek op 20 november
2008 tonen aan dat het ICA op belangrijke onderdelen van het verbeteringstraject nog steeds voortgang boekt. Op andere onderdelen neemt het verbeteringstraject meer tijd dan was voorzien, of zijn de resultaten nog onvoldoende zichtbaar. Ook zijn er nog zorgen ten aanzien van het functioneren van de medezeggenschap en de mate waarin sprake is van een sociaal veilig schoolklimaat voor het personeel.

De inspectie stelt nu vast dat zich in het vmbo langzamerhand een verbetering van de resultaten van de leerlingen begint af te tekenen. In havo en vwo is dat niet het geval. Hier de verschillen tussen de resultaten van het SE ten opzicht van het CSE nog steeds veel te groot.

De inspectie wijst, evenals in alle voorgaande rapportages van de voortgangsonderzoeken op het feit dat het gebrek aan systematische aansturing en borging van het verbetertraject een belangrijk risico vormt voor een succesvol vervolg waarin de resultaten verankerd zijn in de dagelijkse praktijk. Op deze punten heeft het ICA ook nu weer vooruitgang geboekt, maar het proces is nog niet afgerond.

Sinds half oktober 2008 is de voormalige rector van het ICA op basis van onderlinge overeenstemming met het bestuur vertrokken en vervangen door een interim-rector. De inspectie heeft tijdens het voortgangsonderzoek vastgesteld dat er goede afspraken zijn gemaakt over de continuering van het traject van kwaliteitsverbetering. Inmiddels is een profiel opgesteld voor de werving van een nieuwe rector. Daarnaast heeft de inspectie vastgesteld dat de externe bestuursadviseur zijn taken heeft neergelegd om mogelijke belangenverstrengeling met de interim-rector te voorkomen. Met name de verbetering van de communicatie en de verhouding met de medezeggenschapsraad is een belangrijk aandachtspunt voor het bestuur en de rector.

De condities voor een stabiele schoolontwikkeling zijn op een aantal belangrijke terreinen nog steeds ongunstig. Met name de aanzienlijke terugloop van het leerlingenaantal en de daarmee samenhangende financiële randvoorwaarden, nopen het bestuur tot ingrijpende maatregelen die de risico's van een negatieve invloed op de kwaliteitsontwikkeling verkleinen. Met het nemen van deze maatregelen die moeten zijn ingebed in een meerjarenbeleid en meerjarenbegroting kan niet langer gewacht worden.

De ontwikkelingen op het gebied van de medezeggenschap acht de inspectie nog risicovol. Het bestuur van het ICA is en blijft verantwoordelijk voor het adequaat functioneren van de medezeggenschapsstructuur in het ICA. De nieuwe MR is nog niet op volle sterkte en de prille initiatieven om de moeizame verhouding tussen MR en schoolleiding te verbeteren, moeten door de interim rector een nieuwe impuls krijgen. De resultaten daarvan zijn op dit moment nog niet zichtbaar.

Aan het eind van het nu lopende schooljaar loopt de periode waarin het ICA als zeer zwakke school onder intensief toezicht van de inspectie staat, af. De inspectie beoordeelt dan of het ICA de kwaliteit van het onderwijs op een aanvaardbaar niveau heeft weten te brengen.

Doordat het om kleine aantallen leerlingen gaat, kunnen per jaar aanzienlijke fluctuaties optreden.
---





In het onderstaande wordt een nadere toelichting op de resultaten van de verschillende thema's gegeven. In de bijlage is het overzicht van de resultaten per prestatieafspraak weergegeven.


1.2 Identiteit

De prestatieafspraken ten aanzien van de identiteit zijn gerealiseerd. De identiteit is als een van de drie kernkwaliteiten van de school vastgelegd in de onderwijsvisie van het ICA. De school spreekt zich daarin uit vanuit de eigen islamitische achtergrond planmatig te willen opleiden naar een pluriforme en multi-etnische samenleving (sociaal-integratieve activiteiten, burgerschap). Om de eigen identiteit in het onderwijs te profileren en aan de orde te stellen is een aantal activiteiten geprogrammeerd en zijn afspraken gemaakt, betreffende onder andere de weekopening, de groet, de oproep tot gebed, de schoolregels, gebed op vrijdag/imamhoek en de islamitische feestdagen. De afspraken hebben ook betrekking op de programma-inhoud en uitvoering van de lessen gymnastiek, biologie en uiteraard de lessen islam en arabisch. In het bestuur wordt periodiek aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het gebied van de identiteit aan de hand van een voortgangsrapportage. Ten aanzien van de godsdienstlessen en de lessen islam bestaat een samenwerking met de Hogeschool InHolland, met name met de opleiding Islam-docent. Het ICA heeft voor het godsdienstonderwijs een eigen methode ontwikkeld, omdat er op dit moment geen landelijke methode voor het VO bestaat.
De inspectie heeft er kennis van genomen dat sin ds het nieuwe schooljaar op vrijdag een imam belast is met activiteiten ten bate van leerlingen. Zijn inzet is drieledig: hij gaat voor in het vrijdaggebed, geeft lezingen en is bij vragen beschikbaar om met individuele leerlingen in gesprek te gaan. Indien daarvoor aanleiding is, legt de imam contact met de zorgcoördinator. De arbeidsrelatie tussen het ICA en de imam (die werkzaam is als godsdienstdocent op een Islamitische basisschool) wordt via een detachering geformaliseerd. Het bestuur dient de aanstelling en inzet van de imam te toetsen aan de mogelijkheden die wet- en regelgeving biedt. De inspectie heeft het bestuur erop gewezen dat het bevoegd gezag verantwoordelijkheid draagt voor de inhoud van de activiteiten van de imam. Het bestuur heeft verklaard dat de directie de verantwoordelijkheid heeft de inbreng van de imam te toetsen. De ervaring met de taken en activiteiten van de imam, die door de directie worden vastgesteld, zijn nog nieuw en zullen voor het einde van het nu lopende schooljaar geëvalueerd worden.


1.3 Kwaliteitszorg

Sinds het voortgangsonderzoek van mei 2008 is voortgegaan met activiteiten die bijdragen aan het kwaliteitsbeleid van het ICA. Hoewel er nog geen sprake is van een systematische en cyclische uitvoering van het kwaliteitszorgbeleid vanuit het INK-model, is er in deze periode wel een aantal activiteiten uitgevoerd die onder deze noemer in de prestatieafspraken zijn opgenomen.
Zo zijn in deze periode in het kader van de Werken Met Kwaliteit (WMK- VO) systematiek opnieuw enquêtes gehouden om de tevredenheid te meten van de docenten, de ouders en de leerlingen. De resultaten daarvan zijn op een rijtje gezet, maar moeten nog verder worden geanalyseerd. Het valt op dat de beoordelingen van de docenten over zichzelf erg positief zijn ten opzichte van de bevindingen van de teamleiders en de schoolleiding. Dit is een aandachtspunt. Daarnaast is ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de lessen uitvoering gegeven aan de verdere ontwikkeling van de bekwaamheidsdossiers (BKD) voor de docenten door het uitvoeren van schriftelijke zelfevaluaties door de docenten, evaluaties van de lessen door leerlingen, door lesbezoeken door de teamleiders aan de hand van een kijkwijzer en door de regelmatige bespreking en verdere invulling van de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP). De
---





school heeft in een eerder stadium in een notitie vastgelegd dat voor iedere docent in beginsel minimaal 80% van de lessen aan de norm moet voldoen. Over hoe om te gaan met deze norm in het kader van het personeelsbeleid verklaart de schoolleiding met de MR overleg te zullen voeren.

Het ICA heeft verder veel aandacht besteed aan de intensivering van de communicatie en de samenwerking met de afleverende basisscholen met de bedoeling daarmee de aansluiting en de doorlopende leerlijn voor de leerlingen op het ICA te versterken. Een van de initiatieven die daaruit is voortgekomen is de introductie op het ICA van het zogenoemde GIP-model dat op veel basisscholen gebruikt wordt als basis voor de didactiek.


1.4 Primair proces

Onderwijstijd
In het vorig voortgangsonderzoek heeft de inspectie getoetst en vastgesteld dat de school voldoet aan de eisen die de regelgeving op dit punt stelt. De inspectie heeft nu kennis genomen van de beschikbaar gestelde gegevens en de verklaring van de schoolleiding dat het beleid op dit punt ongewijzigd wordt gecontinueerd. De borging van de mate waarin de onderwijstijd wordt gerealiseerd, vindt plaats via een maandelijkse rapportage over de gerealiseerde onderwijstijd aan de directie, waarna zo nodig actie ondernomen wordt.

Kwaliteit lessen en leerstofaanbod
Randvoorwaardelijk heeft het Islamitisch College via diverse zelfevaluaties, lesobservaties en uitkomsten van gesprekken in het kader van het personeelsbeleid goed zicht op de kwaliteit van het primair proces. Via scholing en begeleiding door onder andere externe adviseurs wordt de ontwikkeling van de kwaliteit van de lessen bevorderd. Per team zijn inmiddels doelen gesteld en vastgelegd voor het lopende schooljaar op de volgende gebieden: onderwijs en leren, opbrengsten, medewerkers, communicatie, leeromgeving en budgetten.
Secties hebben de uitdrukkelijke opdracht de schoolexamens op niveau te brengen en het verschil tussen schoolexamen- en landelijke examencijfers tot aanvaardbare proporties terug te brengen.
De teamdoelen vertonen relatie met de centrale onderwijsvisie en het onderwijsconcept van het ICA en zijn met name ook gericht op verbetering van de opbrengsten. De beoogde resultaten zijn echter voor een deel van de items nog niet concreet geformuleerd. Veel verwacht men van het zogenaamde GIP-model waarin leerlingen didactisch stap voor stap vanuit begeleid leren zich tot actief zelfstandig lerenden ontwikkelen. Dat genereert betrokkenheid maar biedt ook mogelijkheden tot gedifferentieerd onderwijs. Bij het vmbo zoekt men optimale afstemming tussen theorie en praktijk. De afdeling verzorging zal volgend schooljaar de werkplekkenstructuur implementeren.
De schoolleiding geeft aan dat er voor alle vakken schriftelijke afspraken zijn gemaakt over het leerstofaanbod. Voor alle vakken is het leerstofaanbod uitgewerkt in studiewijzers. Er is nog geen taalbeleidsplan dat ten grondslag ligt aan sectieoverstijgend taalbeleid. Er zijn wel aanzetten toe gegeven. Zo is door Fontys in het schooljaar 2007-2008 scholing voor docenten verzorgd voor taalondersteuning tijdens de lessen. In de kijkwijzer, die bij lesbezoeken wordt gehanteerd zijn al wel elementen van taalbeleid opgenomen. Dat is echter onvoldoende om van een samenhangend taal beleid te kunnen spreken. De inspectie wijst erop dat die samenhang een belangrijke indicator is bij het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering.


---





Leerlingendeelname en verzuimbeleid
In het kader van het bestrijden van schoolverzuim van leerlingen is een verzuimprotocol ingesteld, dat procedureel alle stappen bevat van preventieve tot curatieve acties en waarin ook de verschillende taken en verantwoordelijkheden duidelijk belegd zijn. De verzuimcoördinator speelt in de procedures een centrale rol en er is een goede samenwerking met de leerplichtambtenaar. De betrokkenheid van ouders bij absentieproblematiek wordt gestimuleerd; zij ontvangen bij ieder rapport een verzuimoverzicht. Een belangrijke reductie van het leerlingenverzuim heeft reeds plaatsgevonden. De schoolleiding verklaart dat het verzuimbeleid zeer positieve effecten heeft: het verzuim is in een jaar tijd met
80% verminderd. De resultaten zijn zelfs zo goed dat het ICA niet in aanmerking komt voor subsidie van de gemeente ten behoeve van de vermindering van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
Het te laat komen van leerlingen kent volgens de schoolleiding nog een te grote omvang. Ook dit wordt nu aangepakt.


1.5 Opbrengsten

De beschikbare opbrengstgegevens over 2007-2008 leiden tot de voorlopige conclusie dat er sprake is van een verbetering van de opbrengstgegevens van met name het vmbo. De situatie bij het havo en het vwo is zorgelijk.

De voorlopige doorstroomgegevens over 2007-2008 zien er redelijk tot goed uit voor het vmbo en voor de niet eindexamenklassen van het havo en het vwo. In vrijwel al deze leerjaren en afdelingen is sprake van een verbetering van de doorstroom in vergelijking met 2006-2007. Voor de basisberoepsgerichte afdeling van het vmbo is hiermee de kans aanwezig dat dit leidt tot een voldoende oordeel in mei 2009 over de opbrengsten van deze afdeling over de afgelopen drie jaar.

Bij de theoretische leerweg van het vmbo is voor het eerst sprake van een verbetering van het rendement in de bovenbouw in vergelijking met het jaar daarvoor. De verschillen tussen de cijfers voor het centraal examen en het schoolexamen zijn echter nog te groot: bij acht van de elf vakken is sprake van een verschil hoger dan de norm die de inspectie hanteert (0.5). De verschillen variëren per vak van 0.8 tot 1.8 punt. Over de gemiddelde eindexamencijfers kan de inspectie in dit stadium niets melden omdat de landelijk gemiddelde cijfers voor het centraal examen 2008 nog niet bekend zijn.

In het havo en het vwo is echter sprake van een knelpunt. Tegenover de verbetering van het rendement in de niet-eindexamenklassen van het havo en het vwo, staat een daling van de slagingspercentages in beide afdelingen. Daar komt bij dat in beide afdelingen nog steeds sprake is van een soms zeer groot verschil tussen de cijfers voor het centraal examen en het schoolexamen. In 2008 is voor het havo voor elf van de zeventien vakken waarin examen is gedaan sprake van een verschil tussen de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen dat hoger is dan de norm die de inspectie hanteert (0.5). De verschillen variëren per vak van 0.7 tot 1.8 punt. Bij het vwo is in het examenjaar 2008 sprake van een te groot verschil tussen cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen bij twaalf van de veertien vakken. Hier variëren de verschillen per vak van 0.6 tot 2.4 punt. Over de gemiddelde eindexamencijfers
2008 kan de inspectie op dit moment nog geen uitspraken doen. De landelijk gemiddelde cijfers voor het centraal examen zijn op het moment van het voortgangsonderzoek nog niet bekend.

Hierbij is enige voorzichtigheid geboden omdat het om kleine aantallen leerlingen gaat.


---





Volgen en analyseren van de opbrengsten
Het beleid gericht op het verbeteren van de opbrengsten heeft deels wel en deels nog te weinig effect. Het beleid gericht op verbetering van de doorstroom van leerlingen heeft effect, zoals blijkt uit bovenstaande tekst. Met name de samenstelling op diverse momenten in het schooljaar van een zogenoemd `hinkelpad' waardoor inzichtelijk wordt hoeveel procent van de leerlingen op die momenten naar verwachting bevorderd zullen worden, heeft geleid tot het eerder signaleren van leerlingen die extra hulp behoeven (zie verderop onder leerlingenzorg). Daarnaast heeft de school ook andere maatregelen genomen ter verbetering van de doorstroom van leerlingen:


· Sinds kort worden de adviezen van de basisschool inzichtelijk gemaakt en gekoppeld aan de schoolloopbanen van leerlingen. Deze gegevens worden onder meer gebruikt om te onderzoeken in hoeverre de school in staat is de adviezen van de basisschool te realiseren, opstroom te creëren of te moeten besluiten tot afstroom.
· De school brengt de schoolloopbanen van oud-leerlingen op de ROC's in kaart. Het betreft hier zowel leerlingen die tussentijds zijn uitgestroomd naar het ROC alsook leerlingen die hun vmbo-diploma hebben behaald en daarna hun opleiding op het ROC voortzetten.

· De resultaten van brugklasleerlingen worden na een paar maanden teruggekoppeld met de basisscholen. In deze fase zijn de contacten met de basisscholen met name gebaseerd op de voortgang van individuele leerlingen. De school streeft ernaar dat in de toekomst analyses worden gemaakt van de voortgang van groepen leerlingen van basisscholen. Mocht uit deze analyses blijken dat er opvallende aansluitingsproblemen zijn met bepaalde basisscholen, dan is het de bedoeling dat dat gecommuniceerd wordt met de betreffende basisscholen en dat de aansluiting verbetert.

Het beleid gericht op de verkleining van de verschillen tussen de cijfers voor het centraal examen en het schoolexamen heeft nog niet het gewenste effect gehad. In de prestatie-afspraken had de school opgenomen dat aan het einde van het schooljaar 2007-2008 de discrepantie tussen de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen voor alle vakken op een aanvaardbaar laag niveau zou zijn. Deze afspraak is niet gerealiseerd, althans niet wat betreft het Havo/ Vwo. De school heeft wel enkele voorbereidende maatregelen getroffen ter verkleining van het verschil. Er is een quick scan onder leraren afgenomen over de schoolexamens. Op dit moment worden knelpunten die uit deze enquête naar voren zijn gekomen, omgezet in verbetermaatregelen. De schoolleiding heeft reeds één algemene maatregel ingevoerd. Bij de samenstelling van de schoolexamens dienen secties meer rekening te houden met het type opgaven dat in de centrale examens aan bod komt. In november 2008 vinden gesprekken plaats tussen schoolleiding en secties. De secties hebben de opdracht gekregen om in de maanden december/januari met specifieke vakgerichte verbeterplannen te komen. Secties worden strakker aangestuurd dan in het verleden: er is een zogenoemd `vaksectiereglement' vastgesteld (met organisatorische en inhoudelijke richtlijnen). Agenda's en besluitenlijsten dienen aan de schoolleiding te worden gecommuniceerd.


1.6 Toetsen, determinatie en leerlingenzorg

De school zet het beleid voort om methodeonafhankelijke toetsen af te nemen. Onderbouwleerlingen krijgen verspreid over twee jaar drie keer een voortgangs- en adviestoets aangeboden (Nederlands, Engels, wiskunde en studievaardigheden). De resultaten van deze toetsen worden momenteel op twee manieren gebruikt. In de eerste plaats worden de toetsresultaten meegenomen bij de determinatie van de leerlingen. De school hoopt zo te
---





realiseren dat leerlingen in de bovenbouw beter op hun plek zitten en dat zodoende een beter rendement in de bovenbouw wordt gerealiseerd. In de tweede plaats worden leerlingen die extra hulp behoeven, vroegtijdig gesignaleerd. Hulp wordt tijdens de reguliere lessen (GIP-model) of door de remedial teacher buiten de lessen aangeboden. De voortgangs- en adviestoetsen worden dus met name gebruikt op het individuele niveau van leerlingen. De resultaten op deze toetsen worden nog niet gebruikt om meer in het algemeen de reikwijdte en het niveau van het leerstofaanbod en de toetsen kritisch te bekijken.

De schoolleiding geeft aan dat voor alle leerlingen (niet alleen eindexamenleerlingen) handelingsplannen beschikbaar zijn in het geval van leerachterstanden of problemen met met betrekking tot gedrag/sociaal-emotioneel functioneren. De handelingsplannen zijn digitaal beschikbaar in het leerlingvolgsysteem. Verzuimgegevens van leerlingen worden eveneens opgenomen in het leerlingvolgsysteem.
Op grond van een steekproef van een aantal handelingsplannen constateert de inspectie dat de kwaliteit van de handelingsplannen is toegenomen. De evaluatie van het hulpaanbod en de schriftelijke verantwoording daarvan blijven aandachtspunten.

De hulp aan examenleerlingen is intensief: op zaterdag en zondag krijgen leerlingen die hiervoor in aanmerking komen gedurende het hele jaar extra steunlessen van studenten uit Delft.

De school besteedt naast een goede aansluiting op het basisonderwijs, ook aandacht aan een goede afstemming en doorstroming naar het vervolgonderwijs na het ICA. Zo is er een aansluitingsprogramma havo- hbo in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en wordt in samenwerking met de gemeente gewerkt aan verbetering van de doorstroom vmbo-mbo.


1.7 Burgerschap

Conform het plan van aanpak "bevordering actief burgerschap en integratie" vindt een aantal projecten en activiteiten plaats. Om die te verankeren in de curricula is een samenwerking aangegaan met Codename Future. Vooral de (maatschappelijke) stages nemen hierbij een prominente plaats in. In leerjaar 2 van het vmbo wordt het PSO-lesmateraal gebruikt, in leerjaar 3 van havo/vwo wordt PPO-lesmateriaal gebruikt. Eerder signaleerde de inspectie dat nog geen sprake is van een systematische en op elkaar afgestemde aanpak. Door integrale verwerking en vastlegging van deze activiteiten in curriculum, studiewijzers en PTA's wordt nu de gewenste verankering nagestreefd. Ook ten aanzien van dit thema is nog geen sprake van een goede borging van de uitvoering. Dit blijft dus een belangrijk aandachtspunt.


1.8 Versterken bestuurskracht

Sedert het voortgangsonderzoek van mei 2008 is het ICA voortgegaan met het versterken van de bestuurskracht van de school. Het eerder opgestelde plan van aanpak wordt verder uitgewerkt. De verantwoordelijkheidsverdeling tussen bestuur en schoolleiding blijft nog een belangrijk aandachtspunt.
De agendering van de bestuursvergaderingen krijgt langzamerhand meer structuur. Er is nu een volgsysteem en een controle-format aan de hand waarvan de voortgang op financieel gebied door het bestuur kan worden gevolgd.
De praktische uitwerking en borging van de notitie `Goed besturen op het ICA' heeft nog onvoldoende zijn beslag gekregen.
Al met al kan gesteld worden dat het accent nog ligt op de versterking van de condities voor een krachtiger bestuur. Er is echter nog geen sprake van een voldoende routinematigheid in het
10





functioneren van het bestuur. Dat kost meer tijd: de voorwaarden zijn steeds beter op orde, maar het ontbreekt nog aan voldoende gezamenlijke bestuurlijke ervaring. Hoewel de ontwikkelingen hoopgevend zijn, is nog te weinig sprake van een pro-actieve, strategische bestuursstijl, waardoor tijdig geanticipeerd kan worden op toekomstige ontwikkelingen. Onder de huidige risicovolle omstandigheden van de school is het van belang dat het bestuur tijdig besluiten neemt over de cruciale strategische vraagstukken waar de school mee te maken heeft.


1.9 Medezeggenschap

Het ICA beschikte het afgelopen jaar niet over een functionerende medezeggenschapsstructuur. De communicatie tussen de toenmalige medezeggenschapsraad en bestuur verliep uiterst moeizaam
In mei 2008 zijn medezeggenschapsverkiezingen gehouden en is een nieuwe MR samengesteld. Op basis van de verkiezingsuitkomst is nog geen volledige bezetting van de MR gerealiseerd voor wat betreft de oudergeleding. Door de wijziging in de schoolleiding moest er in de communicatie na de herfstvakantie een nieuwe start gemaakt worden. Inmiddels heeft de medezeggenschapsraad haar taken op zich genomen en zijn er eerste contacten gelegd en afspraken met de schoolleiding gemaakt. Er is een globale jaarplanning vastgelegd waarin een aantal onderwerpen benoemd is waarover het bestuur beleidsplannen ter advisering aan de MR zal voorleggen.
Uit contact met de docentgeleding van de MR blijkt de inspectie dat er een begin van nieuw vertrouwen in een meer open dialoog tussen MR en bestuur is, maar dat dit vertrouwen nog zeer broos is en veel aandacht vraagt in de onderlinge communicatie. Dit beeld wordt bevestigd door de vragen die in de enquète sociale veiligheid zijn gesteld: informatie en communicatie over de activiteiten van de MR zijn van groot belang om het vertrouwen te versterken.


1.10 Communicatie

Het bestuur en de schoolleiding beschouwen de interne en externe communicatie als een van de belangrijkste peilers onder het beleid dat gericht is op de verbetering van de kwaliteit en het herstellen van de groei van het aantal leerlingen. Op dit vlak is nog veel te winnen. Ten opzicht van de situatie in mei stelt de inspectie vast dat er met name op het vlak van de interne communicatie nog steeds kritiek is op de mate waarin er een open communicatie en dialoog is tussen de schoolleiding en het personeel. Mede onder druk van de problematische financiële situatie worden beslissingen in de beleving van personeelsleden soms te eenzijdig opgelegd, zonder dat de mogelijkheid voor overleg wordt geboden. De interim rector heeft aangegeven de verbetering van de communicatie als een belangrijke prioriteit te beschouwen.

Goede contacten met de (Islamitische) omgeving van de school worden als een speerppunt beschouwd om de sterk teruglopende leerlingen aantallen te kunnen remmen. Daarnaast probeert het bestuur waar mogelijk gebruik te maken van zijn netwerk.

Gezien het belang van een goede interne communicatie wordt t.b.v. het ICA een aanvullende prestatieafspraak geformuleerd: met het personeel wordt voldoende gecommuniceerd over de voortgang van de school en over de verbeter-acties. Uit de komende personeelstevredenheidsenquête moet blijken dat de tevredenheid is gestegen.


---






1.11 Schoolklimaat en sociale veiligheid

Naar aanleiding van (anonieme) signalen die de inspectie in de periode sinds het voortgangsonderzoek in mei heeft ontvangen, is besloten tijdens het voortgangsonderzoek in november afzonderlijk aandacht te besteden aan het schoolklimaat en de sociale veiligheid in het ICA. De inspectie heeft tijdens het onderzoek gesproken met een a-select samengestelde afvaardiging van het personeel. Uit dit gesprek kwam naar voren dat de anonieme brieven geen rol van betekenis spelen in de onderlinge verhoudingen binnen het team en met de schoolleiding.

De inspectie heeft voorts in aanvulling op dit gesprek met het personeel, na het onderzoek van
20 november een schriftelijke enquête gehouden onder het voltallige personeel van het ICA. Van de 77 personeelsleden hebben er in totaal 44 de vragenlijst ingevuld en naar de inspectie verzonden. Het responspercentage komt daarmee op 57%. Bij de interpretatie van de resultaten dient dan ook in ogenschouw te worden genomen dat een relatief grote groep niet heeft gereageerd. Ten opzichte van de totale groep zijn er relatief weinig respondenten onder de groep personeelsleden met ondersteunende taken. De representativiteit is derhalve beperkt. De uitkomsten zijn evenwel belangrijk genoeg om vermeld te worden. Een tweede nuancerende opmerking bij de resultaten van de enquête is het feit dat de resultaten een momentopname laten zien. De reacties die ten tijde van de enquête gegeven zijn, zijn mogelijk ingegeven door de omstandigheden van dat moment, terwijl deze inmiddels gewijzigd zijn (zo is de samenstelling van de schoolleiding inmiddels anders). Binnen deze beperkingen kan over de uitkomsten van de enquête het volgende worden gezegd: Uit de enquête blijkt dat het overgrote deel van de respondenten zich veilig voelt op school (88.4%), graag op deze school werkt (93%) en in het teamoverleg voor zijn mening durft uit te komen (88.6%).
De antwoorden op de overige vragen geven blijk van een zorgelijker situatie. Het valt daarbij overigens op dat de reacties van docenten een positiever beeld laten zien dan die van het ondersteunend personeel.
Uit de antwoorden blijkt dat er verschillend en divers gedacht wordt over de ervaren veiligheid. Omstreeks de helft van de respondenten (onderwijzend en ondersteunend personeel gezamenlijk) geeft aan:


· dat verschillen van inzicht niet in alle openheid worden besproken(50%);
· dat teamleden hun handelen niet ter discussie stellen (55.8%);
· dat het personeel zich niet vrij voelt om kritiek te uiten op het beleid van het bestuur
52.4%).

Daarnaast geeft ongeveer een vijfde van de respondenten aan zich soms (13.6%), regelmatig (4.5%) of vaak (4.5%) bedreigd of geïntimideerd te voelen door het bestuur, ongeveer een derde van de respondenten voelt zich soms (15.9%), regelmatig (9.1%) of vaak (6.8%) geïntimideerd door de schoolleiding en 15.9% van de respondenten voelt zich soms bedreigd of geïntimideerd door collega's.
Kortom, het doel van een professionele cultuur waarbij open over zaken gesproken kan worden en personeelsleden zich kwetsbaar op durven te stellen, is nog geenszins bereikt. Dit is een belangrijke voorwaarde om de implementatie van beleid succesvol te kunnen uitvoeren en behoeft dus aanhoudende aandacht en zorg van het bestuur en de schoolleiding.


12






1.12 Schoolplan en Meerjarenbeleidsplan

Er is door de schoolleiding een concept- schoolplan en een concept- meerjarenbeleidsplan opgesteld. Hoewel deze documenten er ook bij het voortgangsonderzoek in mei 2008 al waren, zijn ze nog steeds niet door het bestuur vastgesteld. Het schoolplan is aan de MR voor advies voorgelegd.


1.13 Continuïteit : Financiële meerjarenraming en worstcase scenario

Ten aanzien van het onderwerp financiële meerjarenraming/worstcase scenario is eerder een aantal prestatieafspraken gemaakt, dat in 3 onderdelen uiteenvalt:


1. de werking van de administratieve en financiële bedrijfsprocessen;
2. de financiële planning en control cyclus;
3. het opstellen van een beleidsrijke meerjarenbegroting alsmede een worstcase begroting.

Hieronder wordt per onderdeel nader ingegaan op de bevindingen uit het onderzoek .

Ad 1) De werking van de administratieve en financiële bedrijfsprocessen Ten aanzien van het kasverkeer was in november 2007 en mei 2008 reeds geconstateerd dat de kasprocedure in voldoende mate wordt nageleefd.

Ten aanzien van het inkoopproces is eveneens een procedure opgesteld. In grote lijnen wordt het inkoopproces (offerteprocedure, bestelling, levering, factuur en betaling) in voldoende mate nageleefd. Een punt van aandacht is ook nu nog het (ondanks de procedure) regelmatig decentraal bestellen van artikelen door de verschillende secties, terwijl er nog geen sprake is van (decentrale) budgetverantwoordelijkheid.

Ad 2) De financiële planning en control cyclus
Er is nog geen sprake van budgettering van de verschillende secties. Tijdens het vorig voortgangsonderzoek in mei 2008 was aangegeven dat het streven is om interne budgettering met ingang van het nieuwe schooljaar te bewerkstelligen. Bij het onderzoek in november 2008 blijkt dit nog niet het geval.

Reeds bij het onderzoek in mei 2008 heeft de inspectie vastgesteld dat sprake was van verbeteringen in het planning en control cyclus, waardoor betere inzichten waren verkregen in de huidige en toekomstige financiële situatie.

Eén van de nieuwe producten van de planning en control cyclus is de managementrapportage. Deze rapportage behelst periodieke tussentijdse financiële overzichten die onder verantwoordelijkheid van de directie worden verstrekt aan het bestuur. De in oktober 2008 beschikbare managementrapportage over de eerste negen maanden van 2008 geeft een minder positief resultaat dan was begroot (gerealiseerd verlies van 47.000 t.o.v. een begrote winst van 474.000). Dit wordt met name veroorzaakt door een minder tijdig gerealiseerde krimp van de formatie dan in de begroting 2008 was voorzien. Voorts spelen de kosten van de externe adviseurs die de school heeft ingehuurd om de kwaliteitsverbetering te ondersteunen een rol. Deze zijn hoger dan begroot en aanzienlijk in omvang. Hierbij komen in schooljaar 2008/2009 en deels in boekjaar 2008 de dubbele kosten voor de rectorfunctie. Op 17 september 2008 heeft het bestuur, na kennisneming van de naar eigen zeggen huidige verontrustende financiële situatie, besloten de rector bezuinigingen op te leggen op het gebied
13





van personeel, investeringen/onderhoud gebouw, contracten met derden, etc. Dit is voor de voormalige rector aanleiding geweest om maatregelen ter bijsturing aan te kondigen in een Voorstel Maatregelen Kostenreductie ICA (stuk d.d. 13 oktober 2008). In deze notitie is aangegeven dat de huidige vermogenspositie van de school niet toereikend is om alle toekomstige knelpunten op te lossen. Als oorzaak hiervoor wordt aangegeven dat de personeelsreductie, die reeds heeft plaatsgevonden, onvoldoende is om de school financieel gezond te houden. In het document is aangegeven dat reductie bij OOP en directie op korte termijn realiseerbaar is, maar voor het OP slechts mogelijk is als op het gebied van het onderwijsaanbod en de organisatie van het onderwijs ingrijpende maatregelen worden genomen. In het stuk wordt voorts een aantal voorstellen gedaan t.a.v. het onderwijsaanbod.

Ad 3) Het opstellen van een beleidsrijke meerjarenbegroting en een worstcase begroting In juli 2008 is een tweede versie van de meerjarenbegroting opgesteld. Deze versie is ten opzichte van de eerste versie op een aantal kleine punten gewijzigd. Reeds in mei 2008 is vastgesteld dat de eerste meerjarenbegroting zijn basis vindt in huidige en op basis van de huidige tendens van dalende instroom, geprognosticeerde leerlingenaantallen. De financiële consequenties van de (voorzichtigheidshalve) verwachte dalende leerlingenstroom zijn duidelijk zichtbaar. In de meerjarenbegroting is becijferd dat 2008 nog zal afsluiten met een winst (als gevolg van de naijlende bekostiging), maar dat de daarop volgende jaren zullen afsluiten met zeer forse verliezen. Deze zouden het voortbestaan van de school kunnen bedreigen. Mogelijk positief kan overigens nog het leerplus-arrangement werken, waarmee met de inkomsten die daaruit voortvloeien voor de jaren 2009 en 2010 nog geen rekening is gehouden in de meerjarenbegroting, maar waarvan op dit moment wel wordt verwacht dat dit zal doorlopen. Overigens betekent dit wel dat de gelden uit het leerplusarrangement door de school bij ongewijzigd beleid onder andere gebruikt zullen moeten worden om de verlieslijdende afdelingen in stand te houden en de externe ondersteuning van het traject van kwaliteitsverbetering de financieren. Het is de vraag welke mogelijke consequenties dit heeft voor de onderwijskwaliteit.

Uit de meerjarenbegroting is verder af te leiden dat met name de personeelskosten in 2010 en
2011 zeer hoog zijn (in relatie tot de rijksbijdrage). Dit toekomstscenario lijkt nog negatiever nu
2008 naar verwachting met een lager positief saldo wordt afgesloten dan verwacht, als gevolg waarvan de buffer die ultimo 2008 zal zijn opgebouwd ter dekking van verliezen in de toekomst, kleiner zal zijn.

Ondanks de positieve invloed die zal uitgaan van de extra gelden uit hoofde van het leerplusarrangement en waarmee in de begroting nog geen rekening is gehouden, zullen, zoals opgemerkt in het Voorstel Maatregelen Kostenreductie, op korte termijn beleidskeuzes moeten worden gemaakt. Deze zullen moeten worden gericht op wijziging van de actuele situatie waarin sprake is van inefficiënt gebruik van middelen binnen het Islamitisch College Amsterdam. Dit speelt voornamelijk op het gebied van de huisvesting en leerwegen/opleidingsroutes met weinig leerlingen.

Gezien het zwaarwegende belang van goed onderbouwde beleidskeuzes, waarbij rekening wordt gehouden met de huidige en toekomstige financiële randvoorwaarden, heeft de inspectie met het ICA bestuur een aanvullende prestatieafspraak gemaakt. Deze luidt: Het ICA maakt een vertaling van de meerjarenbegroting naar het niveau van de afzonderlijke afdelingen van de school (VMBOB/K/TL,HAVO,VWO) en formuleert op basis hiervan de strategische beleidskeuzes voor de korte, de middellange en de lange termijn. Uiterlijk eind februari 2009 wordt hierover aan de inspectie gerapporteerd.
14






2 REACTIE BESTUUR

Betreft: Reactie op het " Verslag voortgangsonderzoek prestatieafspraken ICA november 2008"

Wij hebben kennis genomen van de tekst van bovengenoemd verslag. In het merendeel van de teksten kunnen wij ons vinden. Die zullen we ook stellig gebruiken bij onze verbetertrajecten. Daar waar het handelt over schoolklimaat en sociale veiligheid hebben wij ernstige bezwaren tegen uw rapportage.

U stelt, dat "Naar aanleiding van (anonieme) signalen die de inspectie in de periode sinds het voortgangsonderzoek in mei heeft ontvangen, is besloten tijdens het voortgangsonderzoek in november afzonderlijk aandacht te besteden aan het schoolklimaat en de sociale veiligheid in het ICA".
Verderop komt u tot de constatering, dat de anonieme signalen geen rol meer blijken te spelen. Daarmee is onzes inziens de reden komen te vervallen om nog verdere aandacht aan de enquête te besteden.

Vervolgens richt ons bezwaar zich op de validiteit van de enquête en dientengevolge ook op de conclusies die u aan de uitkomsten verbindt. Zelf wijst u al op de beperkte respons op uw enquête. In meerdere gevallen is het aantal personen dat reageert op een element zo klein, dat het onverantwoord is daar een percentage op los te laten en dus ook om daar conclusies als de uwe aan te verbinden.

De school verkeert in zwaar weer. Uiteraard leidt dat tot gevoelens van onzekerheid en ongenoegen bij medewerkers. Naar die bron van schoolklimaat en sociale veiligheid doet u evenwel geen onderzoek. Dat maakt dat de rol van medewerkers zelf daarbinnen niet aan de orde komt, waardoor er sprake is van een eenzijdige benadering.

Zeer afwijzend staan wij tegenover enkele dubieuze, onzorgvuldige vragen in de enquête. Het betreft hier de vragen met als kern: "Ik heb mij bedreigd of geïntimideerd gevoeld door ...". Deze twee begrippen ziet u kennelijk als een geheel. Het zijn evenwel twee heel verschillende begrippen, zowel in juridische als in emotionele zin. Door gevoelens die u veronderstelt aanwezig te zijn te juridiseren, kan het schoolklimaat negatief beïnvloed worden.

Wat ons zeer steekt, is dat u kennelijk uitgaat van de mogelijkheid, dat het bestuur medewerkers bedreigt en intimideert. Die suggestie wijzen wij ten sterkste af. Het bestuur verlaagt zich niet tot het doen van bedreigingen en intimidaties.

Kortom, wij betreuren het zeer, dat u een overbodig gebleken enquête hebt opgenomen in uw verslag. Wij voelen ons er zeer door aangetast en zien het als een belemmering in een voortvarende aanpak van onze verbetertrajecten, waarin wij in een open klimaat met onze medewerkers willen werken.

15





BIJLAGE I

UITWERKING PRESTATIEAFSPRAKEN ICA PERIODE MEI - NOVEMBER 2008

Stand van zaken per 20 november 2008

PLAN DO CHECK ACT BEHAALD RESULTAAT PER 20 NOVEMBER 2008 Wat? Wie? Beoogd resultaat? Check Actie IDENTITEIT
Het ICA voldoet aantoonbaar aan de eigen Alle medewerkers dragen bij aan rustige, respectvolle periodieke rapportage eventuele bijstelling van Gerealiseerd. identiteitsvoorschriften t.a.v. naleving van regels op het gebied omgang tussen aan bestuur beleid over identiteit Aandachtspunt is de bewaking door de schoolcultuur en islamitische van de identiteit medewerkers en leerlingen schoolleiding van de activiteiten van de identiteitskenmerken zoals die zijn vermeld vanuit de islamitische imam. in het schoolplan (gebed, vriendelijk, identiteit. respectvol klimaat,, kleding- en
gebedsvoorschriften, lessen)
KWALITEIT
Lessen worden na afloop van iedere docent: zelfevaluatie er is zicht op wat er in de lesdoel en realisering teamleider evalueert met Gerealiseerd onderwijsperiode geëvalueerd door de les is bereikt worden vergeleken docent en er worden waar docent, de leerlingen en de teamleider leerlingen: evaluatie geleerde stof nodigverbeterafspraken en verloop van de lessen gemaakt

analyse van de resultaten door de teamleider De directie heeft de consequenties van het bestuur/ directie / MR De docenten weten wat de opstellen plan en plan in 80%norm geldt als Niet gerealiseerd: wordt nog voor niet voldoen aan de 80% norm vastgesteld, consequenties zijn van het beslissingscircuit ondergrens van wat advies aan de MR voorgelegd. besproken met de MR en meegedeeld aan niet-voldoen aan de80%- inbrengen. toelaatbaar is. de docenten. Deze afspraken zijn norm; de afspraken liggen vastgelegd binnen het personeelsbeleid vast in het (scholing, coaching, werken met pop, personeelsdocument ontslagprocedure)
Er zijn goede functionele contacten met alle coördinator werving alle basisscholen bezocht evaluatie van de eventueel wordt plan van Gerealiseerd toeleverende basisscholen lijst contactpersonen bezoeken vindt plaats in aanpak aangepast. gereed en actueel directieoverleg Het schoolplan 2007-2011 is in voorjaar aansturing directie voorjaar 2008 plan gereed voor klankbordronde door de Deels gerealiseerd. Het schoolplan is 2008 gereed vaststelling school voorgenomen nog steeds niet door het bestuur vaststelling door bestuur in vastgesteld. mei 2008 Voor eind 2007-2008 is een directie, kwaliteitscoördinator voor einde schooljaar2007- resultaten zijn verwerkt Gerealiseerd personeelsenquête gehouden 2008 en gecommuniceerd Alle docenten, mentoren, teamleiders en docenten,mentoren, teamleiders aantoonbare kennis van docenten worden Gerealiseerd andere relevante functionarissen zijn en relevante functionarissen leerlingzorg steekproefsgewijze 16





PLAN DO CHECK ACT BEHAALD RESULTAAT PER 20 NOVEMBER 2008 Wat? Wie? Beoogd resultaat? Check Actie bekend met de inhoud van het ondervraagd. Zorgdocument en de Zorggids item bij functioneringsgesprek Alle medewerkers zijn bekend met de docenten en andere relevante aantoonbare kennis van de docenten worden Gerealiseerd inhoud van de notitie Burgerschap en medewerkers notitie Burgerschap en steekproefsgewijze Identiteit. Identiteit ondervraagd. item bij functioneringsgesprek Alle docenten en andere functionarissen zijn docenten en andere aantoonbare kennis van docenten worden Gerealiseerd bekend met de inhoud van het document functionarissen kwaliteitszorg steekproefsgewijze Kwaliteitszorg ondervraagd. item bij functioneringsgesprek PRIMAIR PROCES
De wettelijk voorgeschreven onderwijstijd roostermaker, docenten, realiseren van meer maandelijkse rapportage bijstelling beleid als Gerealiseerd. wordt gerealiseerd. Er is een sluitende verzuim-coördinator onderwijstijd per leerling aan directie rapportage daartoe administratie van lesuitval en verzuim. aanleiding geeft. LEERLINGENZORG
Iedere docent draagt zorg voor de continue iedere docent aantoonbare interventies het zorgplan wordt Gerealiseerd ontwikkeling van leerlingen om opbrengstdoelen te uitgevoerd. Iedere halen docent houdt de vorderingen van zijn leerlingen bij en grijpt zonodig in. Iedere docent stelt een handelingsplan op iedere docent aantoonbare interventies Interventies zijn bijstelling handelingsplan Gerealiseerd. Aandachtspunt blijft de voor elke leerling waarvan de prestaties waar dat nodig is; bijgehouden in my@vo. kwaliteit van de handelingsplannen. achterblijven bij wat mag worden verwacht. leerlingendossier up to date Er vinden structureel De handelingsplannen maken deel uit van leerlingbesprekingen het leerlingdossier plaats binnen de teams De docent en de mentor houden Docent en mentor maandelijkse rapportage er is voldoende input bijstelling handelingsplan Gerealiseerd voortdurend de prestaties van de leerlingen aan teamleider voor de maandelijkse bij in relatie tot de opbrengstdoelen.. De leerlingbespreking mentor bewaakt daarbij of de betrokken
vakdocent voldoende interventies pleegt
en/of speciale aandacht besteed aan
betrokken leerling.
OPBRENGSTEN
De school heeft haar interne rendement managementteam Overzicht interne opbrengsten 0708 zijn waar de beoogde verbetering Gedeeltelijk gerealiseerd: er zijn opgesteld aan de hand van de opbrengsten rendement en duidelijke vergeleken met die van niet wordt gehaald wordt hinkelpaden opgesteld, toetsen van2006 ­ 2007 en haar opbrengstdoelen opbrengstdoelen voor 0607. een plan van aanpak uitgevoerd en teamdoelen voor 2007 ­ 2008. Het betreft hier 2007-2008 en 2008-2009 gemaakt. geformuleerd, maar er is nog geen instroom- doorstroom - uitstroomgegevens concrete uitwerking in termen van 17





PLAN DO CHECK ACT BEHAALD RESULTAAT PER 20 NOVEMBER 2008 Wat? Wie? Beoogd resultaat? Check Actie streefdoelen. De opbrengstdoelen zijn `vertaald' in directie / teamleiders Opbrengstdoelen per door het jaar heen interventies waar nodig Gedeeltelijk gerealiseerd : er zijn opbrengstdoelen voor 2007 ­ 2008 en leerjaar, vak en voor de worden de prestaties teamdoelen, maar deze zijn nog te 2008-2009 per leerjaar, per vak en voor de examens gemonitoord met de weinig concreet uitgewerkt. schoolexamens doelen als referentie Van iedere eindexamenleerling is aan het mentoren, teamleiders handelingsplannen gereed ondersteuning op maat my@vo Gerealiseerd: er is een risico-analyse begin van het schooljaar 2007-2008 bovenbouw waar nodig; risicoleerlingen naar betreffende opgesteld, handelingsplannen zijn geïnventariseerd wat de resultaten tot dan per examenvak zijn in kaart leerlingen. geformuleerd en er worden extra toe zijn en welke andere eventuele risico's gebracht steunlessen verzorgd. voor het slagen van de leerling bestaan.
Aansluitend hierop worden waar nodig
handelingsplannen opgesteld.
Aan het eind van het schooljaar 2007-2008 directie / staf tussentijdse rapportage en rendementen bijstellen aanpak en waar Gedeeltelijk gerealiseerd en 2008-2009 maakt het ICA op grond van analyse van de aantoonbaar verbeterd nodig verbetering feitelijke analyses en gerealiseerde opbrengsten. opbrengsten verbeteringen aannemelijk dat de vermelde
doelen zullen worden bereikt
Aan het einde van het schooljaar 2007 ­ docenten. mentoren, teamleiders Overzicht bereikte opbrengsten bekend bij aanpassen plan van aanpak Gedeeltelijk gerealiseerd 2008 en 2008-2009 heeft de school een opbrengstdoelen, analyse de school; worden waar nodig overzicht van haar bereikte opbrengstdoelen en leerpunten geanalyseerd. Op basis en heeft ze ook geanalyseerd om daaruit van uitkomst wordt lering te trekken voor het vervolg. geïntervenieerd Aan het eind van het schooljaar 2007-2008 docenten, secties, teamleiders Se en CSE op vergelijkbaar cito-examenmonitor bijstelling werkwijze en Niet gerealiseerd en 2008-2009 is de discrepantie tussen niveau wordt ingezet toetsing waar nodig schoolexamen en centraal examen voor alle
vakken op een aanvaardbaar laag niveau
De beoordelingen van de docenten in de rapportage teamleiders zicht op vorderingen analyse van de gegevens scholing docentenkorps Gedeeltelijk gerealiseerd onderbouw stemmen overeen met de leerlingen en plan van aanpak resultaten van de CITO-voortgangstoets zicht op normering docent discrepanties t.o.v. landelijke norm BURGERSCHAP
De school organiseert jaarlijks minimaal sectordirecteuren, teamleiders, de school is een actieve en rapportage over jaarlijkse evaluatie van Gerealiseerd twee projecten die betrekking hebben op de secties herkenbare partner van uitgevoerde projecten gerealiseerde en lopende omgeving van de school. Partners hierbij scholen, bedrijven en aan directie projecten en keuze van zijn: stadsdeel Slotervaart, bewoners van Slotervaart nieuwe projecten woningbouwcorporaties, ministerie van
VROM, Koers Nieuw West, Platform
Amsterdammers Samen e.a
BESTUUR
Er is een jaaroverzicht opgesteld van Bestuur, rector jaaroverzicht gereed en in P&C uitgezet. Er is een planning aanpassen aan Gerealiseerd onderwerpen waarover het bestuur door de werking vergaderschema. veranderingen in organisatie rector geïnformeerd wordt. De frequentie Onderwerpen 18





PLAN DO CHECK ACT BEHAALD RESULTAAT PER 20 NOVEMBER 2008 Wat? Wie? Beoogd resultaat? Check Actie waarmee een onderwerp wordt opgenomen in geagendeerd is hierin aangegeven. vergaderplanning. Er is een vergaderagenda vastgesteld stafbureau / bestuurs-secretaris vergaderagenda bestuur en agenda's bestuur en MR indien nodig nadere Gerealiseerd waarin de vergaderingen van bestuur, MR gereed op elkaar afgestemd en afstemming medezeggenschapsraad (afzonderlijk en opgenomen in de P&C- gezamenlijk) zijn vastgelegd. cyclus? De WMS is ingevoerd; in de directie, bestuur MR ingericht op basis van uiterlijk eind april is de Gedeeltelijk gerealiseerd. Medezeggenschapsraad (MR) hebben zowel eisen WMS MR op sterkte Aandachtspunt is de samenstelling personeelsleden, ouders als leerlingen (oudergeleding, leerlingengeleding). De zitting. uitvoering van de WMS in de moet in de praktijk nog gestalte krijgen. er is sprake van een op aanvaardbare bestuur; bestuur werkt volgens de bestuursvergaderingen aan knelpunten wordt nog Gedeeltelijk gerealiseerd kaders voor good governance berustend richtlijnen good governance en bestuurlijk handelen gewerkt bestuurlijk handelen, zich uitend in vinden plaats op basis bestuurlijke verbreding, horizontale van de richtlijnen uit het verantwoording en transparante rapport "Goed besturen besluitvormingsprocessen op het ICA" COMMUNICATIE
Met ouders wordt voldoende directie, teamleiders, stafbureau ouders zijn voldoende op de in ouderenquête wordt communicatievorm of ­ Gerealiseerd gecommuniceerd over de voortgang van de en mentoren hoogte van de prestaties hiernaar gevraagd frequentie wordt zonodig school en over de verbeteracties die aan de van hun kinderen bijgesteld gang zijn. OR wordt naar zijn mening gevraagd De school beschikt over een actuele directie, stafbureau communicatie met website wordt wekelijks Gerealiseerd website buitenwereld verbetert gecontroleerd op actualiteit en waar nodig bijgesteld CONTINUITEIT
Er is in samenwerking met de arbo- schoolleiding significante daling er vindt periodieke er zijn afspraken gemaakt Gerealiseerd adviesdienst van de VO-raad en eigen arbo- ziekteverzuim in 2007- rapportage plaats over met de arbo-dienst; er wordt dienst een plan opgesteld om het 2008 het ziekteverzuim een re-integratieplan ziekteverzuim onder onderwijzend personeel opgesteld tot een aanvaardbaar niveau terug te
brengen.
er is een worst-case begroting opgesteld Schoolleiding, bestuur financiële consequenties in ontwikkeling optimale instroom en Gedeeltelijk gerealiseerd geval van sluiting van de leerlingenaantal wordt determinatie school of afdelingen zijn in afgezet tegen de beeld gebracht modellen Voor het geval van onverhoopte sluiting van Schoolleiding, bestuur sociaal plan gereed en in bespreking met pMR, Niet gerealiseerd de school is er een sociaal plan voor het uitvoering indien nodig overleg met personeel dat ten minste voorziet in de centrales mogelijkheden voor outplacement en een
19





PLAN DO CHECK ACT BEHAALD RESULTAAT PER 20 NOVEMBER 2008 Wat? Wie? Beoogd resultaat? Check Actie ontslagvergoeding.
De administratieve en financiële Schoolleiding, bestuur Gerealiseerd bedrijfsprocessen worden nageleefd
De financiële planning en control cyclus Schoolleiding, bestuur Gerealiseerd functioneert
Er is een beleidsrijke meerjarenbegroting Schoolleiding, bestuur Gedeeltelijk gerealiseerd opgesteld

20





BIJLAGE II

SOCIALE VEILIGHEID ICA

Vragenlijst personeel

Functie op school:
Aantal Totaal met deze functie % van totaal personeelslid met lesgevende taken 35 55 63,6% personeelslid met onderwijsondersteunende taken 8 21 38,1% Totaal 43 77 Missend 1
---

Onderling functioneren
negatief positief N 22 22 Verschillen van inzicht worden in alle openheid besproken % 50,0 50,0 N 24 19 Teamleden stellen hun handelen ter discussie % 55,8 44,2 N 14 26 Er is ruimte voor verschil in opvattingen tussen leraren % 35,0 65,0 Op onze school is ruimte om op een positieve manier om te N 16 27 gaan met conflicten % 37,2 62,8 Voor het reilen en zeilen binnen de school voelen alle N 19 25 teamleden zich verantwoordelijk % 43,2 56,8 Bij ons op school geven collega's op een positieve manier N 17 26 commentaar op elkaars functioneren % 39,5 60,5 N 11 32 Het onderling functioneren van het team is goed % 25,6 74,4 In de contacten met de schoolleiding voel ik me doorgaans N 11 33 veilig % 25,0 75,0 N 3 40 Ik werk graag op deze school % 7,0 93,0 N 5 38 Ik voel me veilig op deze school % 11,6 88,4 Ik voel me vrij om in het teamoverleg voor mijn mening uit N 5 39 te komen % 11,4 88,6 Ik voel me vrij om bij collega's kritiek te uiten op het N 12 31 onderwijsconcept en de keuzes die daaruit voorvloeien % 27,9 72,1 Ik voel me vrij om bij de schoolleiding kritiek te uiten op het N 17 27 onderwijsconcept en de keuzes die daaruit voortvloeien % 38,6 61,4 Ik voel me vrij om kritiek te uiten op het beleid van de N 17 26 schoolleiding % 39,5 60,5 Ik voel me vrij om kritiek te uiten op het beleid van het N 22 20 bestuur % 52,4 47,6 21






1 nooit 2 soms 3 regelmatig 4 vaak Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 34 6 2 2 geïntimideerd gevoeld door het bestuur % 77,3 13,6 4,5 4,5 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 30 7 4 3 geïntimideerd gevoeld door de schoolleiding % 68,2 15,9 9,1 6,8 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 37 7 geïntimideerd gevoeld door collega's % 84,1 15,9

N %
0 59 76,6

1 8 10,4

2 7 9,1

3 3 3,9
Totaal 77 100

Bovenstaande tabel geeft een optelling van het aantal respondenten met de score `soms', `regelmatig' en `vaak' weer. Zo zijn er 3 respondenten die op alle drie vragen `soms' of vaker hebben geantwoord.

Medezeggenschap

1 ja 2 nee 3 weet ik niet N 39 3 Er is een Medezeggenschapsraad ingesteld. % 92,9 7,1 U heeft in alle vrijheid de mogelijkheid gekregen N 36 3 2 om u kandidaat voor de MR te stellen. % 87,8 7,3 4,9 De leden van de Medezeggenschapsraad zijn N 34 2 6 bekend gemaakt aan de geledingen. % 81,0 4,8 14,3 Er heeft een vergadering plaatsgevonden tussen N 19 4 19 MR en bevoegd gezag. % 45,2 9,5 45,2

Uitsplitsing docenten/ondersteuners:

Onderling functioneren
docenten ondersteuning negatief positief negatief positief N 15 20 7 1 Verschillen van inzicht worden in alle openheid besproken % 42,9 57,1 87,5 12,5 N 15 19 8 Teamleden stellen hun handelen ter discussie % 44,1 55,9 100,0 N 9 24 5 2 Er is ruimte voor verschil in opvattingen tussen leraren % 27,3 72,7 71,4 28,6 Op onze school is ruimte om op een positieve manier om te N 10 24 6 2 gaan met conflicten % 29,4 70,6 75,0 25,0 Voor het reilen en zeilen binnen de school voelen alle teamleden N 11 24 7 1 zich verantwoordelijk % 31,4 68,6 87,5 12,5 Bij ons op school geven collega's op een positieve manier N 12 23 5 3 commentaar op elkaars functioneren % 34,3 65,7 62,5 37,5
---





N 7 28 3 4 Het onderling functioneren van het team is goed % 20,0 80,0 42,9 57,1 N 8 27 3 5 In de contacten met de schoolleiding voel ik me doorgaans veilig % 22,9 77,1 37,5 62,5 N 2 33 1 6 Ik werk graag op deze school % 5,7 94,3 14,3 85,7 N 2 33 3 4 Ik voel me veilig op deze school % 5,7 94,3 42,9 57,1 Ik voel me vrij om in het teamoverleg voor mijn mening uit te N 2 33 3 5 komen % 5,7 94,3 37,5 62,5 Ik voel me vrij om bij collega's kritiek te uiten op het N 8 27 4 4 onderwijsconcept en de keuzes die daaruit voorvloeien % 22,9 77,1 50,0 50,0 Ik voel me vrij om bij de schoolleiding kritiek te uiten op het N 13 22 4 4 onderwijsconcept en de keuzes die daaruit voortvloeien % 37,1 62,9 50,0 50,0 Ik voel me vrij om kritiek te uiten op het beleid van de N 13 21 4 4 schoolleiding % 38,2 61,8 50,0 50,0 N 17 18 5 2 Ik voel me vrij om kritiek te uiten op het beleid van het bestuur % 48,6 51,4 71,4 28,6 NB.: 1 respondent heeft zijn functie niet ingevuld!

docent

1 nooit 2 soms 3 regelmatig 4 vaak Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 30 4 1 geïntimideerd gevoeld door het bestuur % 85,7 11,4 2,9 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 26 5 3 1 geïntimideerd gevoeld door de schoolleiding % 74,3 14,3 8,6 2,9 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 32 3 geïntimideerd gevoeld door collega's % 91,4 8,6

ondersteuner

1 nooit 2 soms 3 regelmatig 4 vaak Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 3 2 1 2 geïntimideerd gevoeld door het bestuur % 37,5 25 12,5 25 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 3 2 1 2 geïntimideerd gevoeld door de schoolleiding % 37,5 25 12,5 25 Ik heb me de afgelopen periode bedreigd of N 4 4 geïntimideerd gevoeld door collega's % 50 50

Medezeggenschap

docent

1 ja 2 nee 3 weet ik niet N 31 2 Er is een Medezeggenschapsraad ingesteld. % 93,9 6,1 U heeft in alle vrijheid de mogelijkheid gekregen N 29 2 2 om u kandidaat voor de MR te stellen. % 87,9 6,1 6,1 De leden van de Medezeggenschapsraad zijn N 27 1 5
23





bekend gemaakt aan de geledingen. % 81,8 3,0 15,2 Er heeft een vergadering plaatsgevonden tussen N 14 3 16 MR en bevoegd gezag. % 42,4 9,1 48,5

ondersteuner

1 ja 2 nee 3 weet ik niet N 7 1 Er is een Medezeggenschapsraad ingesteld. % 87,5 12,5 U heeft in alle vrijheid de mogelijkheid gekregen om u kandidaat N 6 1 voor de MR te stellen. % 85,7 14,3 De leden van de Medezeggenschapsraad zijn bekend gemaakt N 6 1 1 aan de geledingen. % 75,0 12,5 12,5 Er heeft een vergadering plaatsgevonden tussen MR en bevoegd gezag. N 4 1 3


24





BIJLAGE III
Aanbiedingsbrief inspectie d.d. 9 maart 2009

Hierbij stuur ik u het definitieve verslag van het van het voortgangsonderzoek naar de prestatieafspraken met het Islamitisch College Amsterdam dat op 20 november jl. heeft plaatsgevonden.
Het conceptverslag is naar aanleiding van uw reactie van 12 januari 2009 aangepast. Dit betrof met name enkele tekstuele opmerkingen. In tweede instantie heeft u op 29 januari 2009 een reactie ingediend op het onderdeel `schoolklimaat en sociale veiligheid' dat is toegevoegd naar aanleiding van een enquête onder alle personeelsleden van het ICA. De inspectie heeft ook dit onderdeel naar aanleiding van deze reactie aangepast. Naast enkele tekstuele aanpassingen verzocht u in de passages naar aanleiding van de enquête, uitsluitend de nominale aantallen te noemen. De inspectie heeft dit verzoek in aangepaste vorm overgenomen, dat wil zeggen dat uitsluitend percentages van het aantal respondenten zijn vermeld. Vervolgens is het rapport op 3 februari j.l. vastgesteld.
De inspectie verzocht u in de aanbiedingsbrief bij het definitieve rapport schriftelijk toestemming te verlenen het rapport zo snel mogelijk openbaar te maken. Uw bestuur heeft vervolgens aangegeven hierover in een bestuursvergadering van gedachten te zullen wisselen. Naar aanleiding van deze bestuursvergadering ontving de inspectie op 4 maart j.l. een schriftelijke reactie op het definitieve rapport.

In het mondeling overleg dat daarop volgde is afgesproken uw reactie integraal 110876aan het verslag van het voortgangsonderzoek toe te voegen. Dat is in bijgaande versie gebeurd. In deze brief, waarmee u thans het definitief vastgestelde rapport wordt aangeboden, is de reactie van de inspectie op uw brief van 4 maart 2009 opgenomen. Ook deze brief wordt dan ook als bijlage in het rapport opgenomen.

De inspectie deelt het gestelde in uw brief van 4 maart 2009 niet. Het schoolklimaat en de beleving van de sociale veiligheid zijn aandachtspunten in het lopende verbetertraject. In dat bestek wordt ook aandacht gegeven aan anonieme signalen die de inspectie sinds het voortgangsonderzoek in mei 2008 ontving. Beide waren reden ook in het voortgangsonderzoek in november aandacht te geven aan het klimaat en de verhoudingen binnen de school. Hoewel uit het gesprek met een afvaardiging van het personeel tijdens het bezoek aan de school geen zorgelijke signalen naar voren kwamen, werd de inspectie kort daarna geïnformeerd dat opnieuw een anonieme brief aan het bestuur was geschreven, ondertekend door `De dertig ondertekenaars'. In het licht van de aandacht die het schoolklimaat en de sociale veiligheid al geruime tijd vragen, heeft de inspectie ook dit signaal bij haar beoordeling van de situatie betrokken. Om tegen de achtergrond van deze (mogelijk tegenstrijdige) gegevens een breder beeld te krijgen van de beleving van het schoolklimaat en de sociale veiligheid door het personeel, heeft de inspectie door middel van een korte schriftelijke vragenlijst alle personeelsleden in de gelegenheid gesteld daarover een mening te geven. De inspectie heeft u hier vooraf over geïnformeerd en u vooraf laten weten de resultaten daarvan mee te zullen nemen in het verslag. U heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Wij delen derhalve niet uw opvatting over het belang van het opnemen van dit onderwerp in het onderzoek en het rapport, evenmin als de brede manier (inclusief schriftelijke bevraging van personeel) waarop dit onderdeel van het onderzoek is uitgevoerd. De bevindingen vragen de aandacht van bestuur en schoolleiding.

De gebruikte vragenlijst is onderdeel van het reguliere instrumentarium van de inspectie, dat zonodig wordt toegespitst op de specifieke situatie van onderzoek. Vragenlijst en verwerking voldoen aan gangbare methodologische eisen en zijn als bijlage bij het rapport opgenomen, zodat voor ieder inzichtelijk is waarop de betreffende constateringen zijn gebaseerd. Zo kan onder meer
25





worden afgelezen dat van de personeelsleden die de vragenlijst hebben ingevuld, er 10 aangeven zich soms, regelmatig of vaak door het bestuur bedreigd of geïntimideerd gevoeld te hebben, en
14 door de schoolleiding. Ook wanneer 33 personeelsleden geen vragenlijst hebben ingevuld, is dat een serieus te nemen bevinding. De inspectie verbindt daar, anders dan in uw brief gesteld, geen inhoudelijke conclusie of suggestie aan, maar constateert dat er "divers gedacht wordt over de ervaren veiligheid" en dat een "professionele cultuur waarbij ... personeelsleden zich kwetsbaar op durven te stellen, nog geenszins is bereikt" (pagina 13-14). Dit wordt (op pagina
5) samengevat in de vaststelling dat "er nog zorgen zijn ten aanzien van ... de mate waarin sprake is van een sociaal veilig schoolklimaat".
De inspectie deelt derhalve niet uw opvatting dat het een overbodig gebleken enquête betreft, en vraagt nadrukkelijk aandacht van bestuur en schoolleiding voor de realisering van een goed schoolklimaat.

Dat, zoals u aangeeft in uw brief, de school in `zwaar weer' verkeert is juist, evenals dat dit, zoals u stelt, zou kunnen leiden tot gevoelens van onzekerheid of ongenoegen. Om de noodzakelijke verbeteringen te kunnen bereiken, is onder meer een positief en veilig klimaat van belang. De vragenlijst geeft daar op uiteenlopende manieren een beeld van, onder meer ook door items als `ik werk graag op deze school' en `ik voel me veilig op deze school'. De inspectie deelt dan ook niet uw opvatting dat de inspectie `kennelijk uitgaat van de mogelijkheid, dat het bestuur medewerkers bedreigt en intimideert'. De enquête suggereert deze mogelijkheid geenszins en is via uiteenlopende vragen gericht op het inventariseren van gevoelens en ervaringen van het personeel.

Inmiddels is de termijn van openbaarmaking van het verslag van het voortgangsonderzoek verstreken. De inspectie zal het rapport dan ook openbaar maken en op internet publiceren.

Een afschrift van de definitieve voortgangsrapportage wordt naar de schoolleiding gestuurd.


26