Ingezonden persbericht


Persbericht

Den Haag, 26 maart 2009

Kibri a Kulturu van Marcel Pinas in gemeentemuseum Den Haag

25 april t/m 21 juni

Gemak Den Haag

In de oostelijke oerwouden van Suriname, tussen Paramaribo en de rivier de Marowijne, wonen de Ndyuka, één van de zes Marronvolkeren van Suriname. De Marrons (bosnegers) hadden een eeuw voor de afschaffing van de slavernij reeds een grote mate van onafhankelijkheid bevochten en ontwikkelden in de bossen een nieuwe Afro-Amerikaanse cultuur. Daar liggen de wortels van Marcel Pinas (1971, district Marowijne) die met zijn kleurrijke schilderijen en imposante installaties de Marroncultuur, die door de burgeroorlog van de jaren '80 bijna werd vernietigd en ook nu nog wordt bedreigd, levend houdt.

Marcel Pinas werd geboren in 1971 in Suriname als afstammeling van de Ndyuka, een Marron-volk. In zijn kunst verbeeldt hij niet alleen de moeite die de bosnegers moeten doen om hun cultuur te behouden terwijl hun leefwijze van vele kanten wordt bedreigd, maar ook richt hij zich op de ontwikkeling van die cultuur. Bonte kleuren, eeuwenoude Marronsymbolen en uiteenlopende materialen verwerkt hij in zijn schilderijen tot een eerbetoon aan zijn afkomst en wortels, die hij ook een nieuwe impuls geeft. Marcel Pinas heeft verschillende prijzen gewonnen en was in 2007 -- 2008 verbonden aan de Rijksakademie.

Voor de tentoonstelling Ndyuka maakt Pinas drie grote installaties waarin hij verschillende pregnante thema's aansnijdt: economische uitbuiting, vrijheid en de toekomst van de Marrons. Elke installatie wordt opgebouwd met één specifiek object als uitgangspunt; lepels staan voor de Marrons zelf, die worden misbruikt en uit hun traditionele woongebied verjaagd voor economisch gewin. Stukken grond met daarop gehele dorpen worden verkocht aan multinationals, die zich weinig aan milieu- en leefbaarheidseisen gelegen laten liggen. De vrijheid van de Marrons symboliseert Pinas met katapulten, een belangrijk wapen in de strijd tegen de koloniale overheersers. Een installatie met kinderschoenen verbeeldt de toekomst van de Ndyuka en het belang van goed onderwijs, ook in de binnenlanden van Suriname.

Verdeeld over zes volkeren die in het oosten van Suriname wonen, zijn er nog 72.000 Marrons in Suriname; ontsnapte slaven die vlak na aankomst in Zuid-Amerika de bossen in vluchtten en daar kleine gemeenschappen stichtten. De Ndyuka het Marronvolk waartoe Marcel Pinas behoort, sloot in 1760 vrede met de Nederlandse koloniale overheersers. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw kenden de Marron een eigen bestuursstructuur en relatieve zelfbeschikking. Maar ook zij konden niet ontsnappen aan de Binnenlandse Oorlog

Naar aanleiding van de tentoonstelling vinden verschillende activiteiten plaats, die zich richten op het (voor Nederland) bekende en onbekende Suriname. Zo komt de vernietiging van de oerwouden voor economisch gewin aan bod en wordt ingegaan op de Decembermoorden en de Nederlandse reactie daarop. Maar ook zal een avond worden gewijd aan Surinaamse voetballers in Nederland (26 mei, met Humberto Tan en Laetitia Griffith), is er aandacht voor hedendaagse beeldende kunst in Suriname en voor de (traditionele) muziek.