Provincie Utrecht

Ontwerp verordening nieuwe Wet ruimtelijke ordening vastgesteld

28-4-2009 -

Wanneer is er sprake van een provinciaal belang en wat zijn de verantwoordelijkheden van gemeenten in ruimtelijke ordeningprocessen? Dat zijn vragen die deels worden beantwoord in de ontwerp verordening van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening die vandaag door Gedeputeerde Staten is vastgesteld. Voor een belangrijk deel wordt de doorwerking van het provinciaal belang geregeld in de verordening. De ontwerp verordening ligt vanaf 12 mei tot en met 16 juni ter inzage. In die periode kunnen opmerkingen worden gemaakt. Na de zomer wordt de ontwerp verordening besproken in de Statencommissie en vastgesteld door Provinciale Staten.

De ontwerp verordening is voorbereid door het college van Gedeputeerde Staten en de ad hoc commissie nWro uit de Staten. In ditzelfde verband is eerder ook de Beleidslijn en Uitvoering Beleidslijn nieuwe Wro vastgesteld.
De verordening bevat vooral instructies over wat er wel en niet mag binnen de steden en in het landelijk gebied. Ook maakt de verordening maatwerk onder voorwaarden mogelijk. Voor gemeenten gaat er het één en ander veranderen. Ze krijgen meer eigen verantwoordelijkheid en hoeven bijvoorbeeld bestemmingsplannen niet langer ter goedkeuring aan de provincie voor te leggen. Daar tegenover staat wel dat als een gemeente plannen vaststelt, waarvan ze weten dat deze strijdig zijn met het provinciaal belang, ze de provincie op haar pad zullen vinden.

Niet alle provinciale belangen zijn opgenomen in de verordening. Om de provinciale belangen te bewaken of te realiseren kan de provincie ook andere instrumenten inzetten. Dit zijn onder andere zienswijzen die eventueel gevolgd worden door een beroep, een proactieve aanwijzing of een inpassingsplan.
Voor alle ruimtelijke ordeningstrajecten geldt dat de provincie vooraf met gemeenten wil overleggen (indien nodig) om de planvorming zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen.

Meer informatie: Pauline Bredt, telefoon 030 - 258 3207