Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht Wageningen Universiteit, nr 022, 29 april 2009.

Embargo van het Journal tot 30 april.

Dagelijkse consumptie van half glaasje wijn werkt levensverlengend

Zeer gematigde wijndrinkers leven gemiddeld tot vijf jaar langer dan geheelonthouders. Uit een studie aan Wageningen Universiteit en het RIVM blijkt dat een leefpatroon waarvan het drinken van rode of witte wijn deel uitmaakt, samen gaat met een kleiner risico op overlijden aan hart- en vaatziekten, CVA of dood door diverse oorzaken. Dat schrijft onderzoekster Martinette Streppel in een publicatie in het tijdschrift Journal of epidemiology and community health dat 30 april verschijnt.

Uit deze zgn. Zutphen-studie komt naar voren dat de consumptie van een gematigde hoeveelheid (tot 20 gram/dag), willekeurig welke alcoholhoudende drank, gedurende een langere periode de levensverwachting verlengt met ruim twee jaar vergeleken met geheelonthouders. Uit de studie blijkt ook een correlatie met het type drank. Consumptie van gemiddeld twee gram alcohol uit wijn per dag - een half glaasje, dus zonder 'aanvulling' uit bier of sterke drank - levert een levensverlenging van 2,5 jaar op vergeleken met alcohol uit bier- en sterke drank. In verhouding met geheelonthouders is de levensduurwinst zelfs vijf jaar.

De resultaten blijven overeind, ook als rekening wordt gehouden met de sociaal-economische achtergrond van de mannen, of met hun voedingspatroon of leefstijl, waarvan lang werd verondersteld dat die factoren bepalend waren voor het verband tussen wijn drinken en gezondheid.

Promovenda Martinette Streppel van Wageningen Universiteit, die vorige week promoveerde, onderzocht de gegevens van 1373 mannen die vanaf 1960 tot 2000 zijn geregistreerd in de Zutphen-studie. Alle deelnemers waren bij aanvang van de registratie 40 jaar of ouder. Een onderzoeksteam bekeek in die periode regelmatig hoe hoog de alcoholconsumptie van de individuele personen was en het type alcoholhoudende drank, zoals bier, wijn of sterke drank. Daarnaast registreerden zij het dieet, het al dan niet roken en het optreden van ernstige ziekten.

Uit de analyse van deze enorme hoeveelheid gegevens uit veertig jaar registraties blijkt dat in 2000 1130 mannen waren overleden, ruim de helft van hen aan hart- en vaatziekten. In de onderzoeksperiode veranderde het drinkpatroon van alcohol geleidelijk. In 1960 dronk 45 % van de mannen alcohol. In 2000 was dat percentage verdubbeld tot 86 %. Het aandeel wijndrinkers steeg in die tijd van 2 naar 44 %.