Plaatsing C2000 zendmast in Rotterdam: Kamervragen en antwoorden

Plaatsing C2000 zendmast in Rotterdam

Vandaag zijn vragen van de Tweede Kamer beantwoord over het plaatsen van een C2000 zendmast in het centrum van Rotterdam. De voorgenomen plaatsing van deze zendmast, die nodig is voor een dekkend communicatienetwerk voor de hulpdiensten in Rotterdam, riep bezwaren op. In de antwoorden van en ook in de vandaag verzonden brief aan de gemeenteraad van Rotterdam, wordt uitvoerig op deze bezwaren ingegaan.

2009Z08436
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over de plaatsing van een C2000-zendmast in Rotterdam.
(Ingezonden 6 mei 2009)
1. Wat is uw reactie op de klacht die op 4 mei door het actiecomité 'Hier past geen
mast' is ingediend tegen het ministerie van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN)
over de zorgvuldigheid bij de locatiekeuze voor de plaatsing van een C200
zendmast in het centrum van Rotterdam? 1)
Ik betreur het dat ik het actiecomité naar aanleiding van hun klacht niet heb kunnen
overtuigen van de noodzaak om op de voorgestelde locatie een mast te bouwen ten
behoeve van de veiligheid van de burgers en hulpverleners in het centrum van
Rotterdam. Daarbij respecteer ik het recht van het actiecomité om een klacht in te
dienen bij de Nationale Ombudsman als zij menen onzorgvuldig te zijn behandeld.
2. Is het waar dat er een alternatieve locatie voorhanden is in een onbewoond
braakliggend gebied op slechts 250 meter afstand, de zogeheten Sporendriehoek?
Zo ja, waarom hebt u deze locatie bij de aanvankelijke locatiekeuze niet serieus
overwogen?
De voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft mij, als eigenaar van
het C2000-netwerk, verzocht om de dekking in Rotterdam te verbeteren. Ik heb de
voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN), die verantwoordelijk is voor het
beheer van dat netwerk, hiertoe opdracht gegeven.
Om de dekking van het C2000-netwerk in Rotterdam te verbeteren dienen vijf masten te
worden bijgeplaatst dan wel te worden aangepast. De vtsPN bepaalt op grond van
rekenkundige modellen per mast een zogenaamde 'zoekcirkel'. Een zoekcirkel is het
gebied waarbinnen een locatie voor de mast moet worden gevonden. De locatie
Sporendriehoek ligt (te ver) buiten de zoekcirkel voor de in Delfshaven te plaatsen mast
en is afgevallen. Op verzoek van de bewoners is deze locatie in 2008 wederom in het
locatiekeuzeproces betrokken.
3. Is het waar dat de argumenten die het ministerie inbracht tegen deze alternatieve
locatie stuk voor stuk zijn verworpen, zowel door het onafhankelijk onderzoek van
TNO als de second opinion door Expertise Centrum HEC in opdracht van het
ministerie?
Nee dat is voor de hoofdpunten niet waar.
De vtsPN heeft de geschiktheid van de locatie Sporendriehoek beoordeeld. Daarbij zijn
de positie van de mast - de mast ligt buiten de zoekcirkel - de bereikbaarheid van de
locatie, de mogelijkheid om met Prorail tot een werkbare constructie te komen en de
veiligstelling voor de langere termijn - Sporendriehoek wordt overgedaan aan Blijdorp -
gewogen.
HEC heeft de geschiktheid van de locatie Sporendriehoek op mijn verzoek andermaal
onderzocht. HEC is van oordeel dat de positie van de mast die te ver buiten de
zoekcirkel ligt, gevolgen heeft voor de dekking en het handover-gebied in de binnenstad.
Onder dat laatste begrip wordt het volgende verstaan. Elke C2000-mast heeft een eigen
dekkingsgebied. Op de randen daarvan schakelt de randapparatuur tussen verschillende
masten. Het gebied waar dit gebeurt wordt aangeduid met "handover-gebied". Door het
regelmatig wisselen van mast is de radiocommunicatie in het handovergebied minder
goed.
TNO oppert in haar rapport de mogelijkheid de mast verder te verhogen. Deze suggestie
blijkt na doorrekening door het Institute for Wireless and Mobile Communications geen
oplossing te bieden voor de problematiek van het handover-gebied in de binnenstad
onder andere in de omgeving van een kritisch gebied als de Coolsingel. Hiermee valt
deze optie naar het oordeel van HEC definitief af. Plaatsing van de mast op
Sporendriehoek is niet mogelijk en niet verantwoord. Hieraan doet niet af dat het HEC
uiteindelijk heeft gevonden dat bijvoorbeeld ten aanzien van de complicaties met
betrekking tot de bereikbaarheid van de locatie er in principe mogelijkheden zouden zijn
geweest om deze te overwinnen. Hierbij denkt het HEC aan aanpassen van de weg. Ik
deel deze opvatting niet, maar ben van mening dat een dergelijke aanpassing een
onevenredig zware ingreep zou opleveren.
4. Begrijpt u de twijfel van de bewoners over de onafhankelijkheid van HEC als op de
website van HEC staat te lezen: 'HEC is een stichting en werkt zonder
winstoogmerk. We zijn er voor de overheid en verplaatsen ons in de positie van de
opdrachtgever. HEC denkt mee.' Zo nee, op welke manier is de onafhankelijkheid
van HEC gegarandeerd?
Ik deel de twijfel van de bewoners niet. HEC is een instituut dat ten dienste staat van de
overheid, juist met het oog op o.m. dit soort werkzaamheden. Ik acht het een voordeel
dat HEC gedegen kennis heeft van de werking van de overheid in deze zaak waar vier
bestuurslagen bij zijn betrokken. Zolang het meedenken met de opdrachtgever zich
beperkt tot een gedegen opzet en uitvoering van het onderzoek heb ik ook daar geen
enkel bezwaar tegen.
Volledigheidshalve voeg ik hier aan toe dat alle technische aspecten van dit onderzoek
zijn uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het Institute for Wireless and Mobile
Communications. Dit is een onafhankelijk kenniscentrum dat onder andere is
gespecialiseerd in toepassingen op basis van de Tetra standaard, de standaard waar
ook C2000 op is gebaseerd.
5. Waarom hebt u niet een non-disclosure agreement getekend met TNO zodat zij haar
kwalitatieve conclusies na kon rekenen?
De vtsPN heeft het actiecomité aangeboden voorlichting te geven over de
netwerktechnische aspecten die hebben geleid tot de keuze voor de huidige locatie. De
vtsPN heeft ingestemd met het verzoek van het actiecomité om een eigen deskundige
mee te nemen. De vtsPN heeft daarbij het voorbehoud gemaakt dat er geen informatie
zou worden gegeven over de vertrouwelijke aspecten van het C2000 netwerk. Zo acht
de vtsPN het, in belang van de veiligheid van de hulpverleningsdiensten en van de
burger, niet wenselijk om publiekelijk bekend te maken waar de werking van het netwerk
op dit moment suboptimaal is. Evenmin is het in het belang van de beveiliging van het
C2000-netwerk om alle technische aspecten van het netwerk te delen met door
actiegroepen ingehuurde deskundigen.
Ik deel de visie van de vtsPN. Deskundigen die door actiegroepen worden ingehuurd
dienen niet per definitie toegang te krijgen tot alle vertrouwelijke informatie van het
C2000-netwerk. Daar gaat naar mijn oordeel een onverantwoorde precedentwerking van
uit ongeacht of de deskundige van de actiegroep bereid is een non-disclosure
agreement te ondertekenen. Voor de goede orde; deze beleidslijn staat los van de
waardering die ik heb voor TNO en het door haar uitgebrachte rapport.
De door de vtsPN gehanteerde lijn leidde ertoe dat TNO geen definitieve conclusies kon
trekken over de haalbaarheid van Sporendriehoek. De onzekerheid bleef bestaan. Dit
kon alleen worden doorbroken door opnieuw onderzoek te laten doen door een
onafhankelijke derde en deze toegang te verlenen tot alle informatie en rekenmodellen
van het C2000 netwerk. Daar TNO door het actiecomité in de arm was genomen heb ik
besloten een tot dan toe niet bij de procedure betrokken onafhankelijke instantie in de
arm te nemen. Ik heb HEC en het Institue for Wireless and Mobile Communications de
onderzoeksopdracht gegeven en daarbij een non disclosure agreement afgesloten.
6. Is het waar dat er nog een argument over is en wel het eerder vrijwel niet te berde
gebracht technische argument van het zogenaamde 'handover-probleem'? Zo ja,
hebt u kennisgenomen van de quick scan van ing. Janssen die de conclusies over
het handover-probleem veel te stellig noemt en de dekking geen feit maar het
resultaat van een keuze noemt? 2)
Onder vraag 2 zette ik uiteen dat de locatie Sporendriehoek in eerste instantie reeds om
de aldaar genoemde reden buiten verdere beschouwing is gelaten. De technische
complicaties rond het handover-gebied werden nadien wederom actueel vanaf moment
dat Sporendriehoek toch als alternatief in beeld werd gebracht. Dat dit argument vrijwel
niet te berde is gebracht is onjuist. VtspN heeft dit probleem al gesignaleerd en ook
tijdens de voorlichtingsavonden naar voren gebracht. Daarnaast is dit aan de orde
geweest tijdens het bezoek van het actiecomité aan de vtsPN aan Driebergen op 23
oktober 2008. Ik verwijs tevens naar het TNO rapport dat op verzoek van de bewoners is
opgesteld. TNO komt reeds in haar rapport tot de bevinding dat de locatie Suze
Groeneweglaan voor wat betreft de dekking en de handover-gebieden voor het centrum
van Rotterdam technische voordelen heeft boven de locatie Sporendriehoek.
Te aanzien van de quick scan van de heer Jansen merk ik op dat ik deze eerst gisteren
heb ontvangen (deze stukken zijn gevoegd bij de klacht aan de Nationale Ombudsman).
De heer Jansen is niet bekend bij mijn ministerie. Na bestudering van de stukken zal ik
de Nationale Ombudsman hierover mijn standpunt kenbaar maken.
7. Bent u bekend met de resolutie die op 2 april is aangenomen in het Europese
parlement waarin staat dat lidstaten er bij het aanbrengen van nieuwe zendmasten
op toe dienen te zien dat onder andere scholen en crèches zich op grote afstand van
dit soort apparatuur bevinden omdat uit onderzoeken blijkt dat juist kinderen tot 20
jaar de meeste klachten en gevolgschade ondervinden van zendmasten?
Ik ben bekend met de resolutie. De strekking van de resolutie zoals hier verwoord is
echter niet juist. De tekst van de betreffende resolutie van 2 april 2008 met kenmerk
INI/2008/2211 luidt in het achtste lid als volgt:
'Het Europese parlement is van mening dat, gezien het toenemende aantal gerechtelijke
procedures en het groeiende aantal verbodsbepalingen van overheidswege betreffende
de installatie van nieuwe EMV-uitzendapparatuur, het in ieders belang is oplossingen te
vinden die berusten op een dialoog tussen bedrijfsleven, overheid, militaire autoriteiten
en belangenverenigingen van omwonenden over de criteria die worden gehanteerd bij
het aanbrengen van nieuwe gsm-masten of hoogspanningsleidingen, en er op zijn minst
op toe te zien dat scholen crèches, rusthuizen en zorginstellingen zich op een specifieke,
op basis van wetenschappelijke vastgestelde afstand van dit soort apparatuur bevinden.'
Ik constateer dat de motie oproept tot een dialoog en dat de afstand tot bijzondere
objecten zoals scholen moet worden bepaald op basis van een wetenschappelijk
vastgestelde afstand. Het beleid ten aanzien van plaatsing van C2000 masten is
gebaseerd op huidige wet- en regelgeving. Bij vraag 8 ga ik hier nader op in.
8. Is het u bekend dat de zendmast exact midden tussen 12 scholen geplaatst wordt
met in totaal meer dan 5000 leerlingen en dat drie grote middelbare scholen zich
zelfs recht onder de beoogde locatie op minder dan 100 meter afstand bevinden? Zo
ja, klopt het dat de vertegenwoordigers van al deze scholen u hebben laten weten
zeer tegen de plaatsing van de mast op deze locatie te zijn, heeft u dit meegenomen
in uw afweging en kunt u garanderen dat er geen gezondheidsgevaar is?
Ja, dat is mij bekend. Bij plaatsing van C2000-masten in stedelijk gebied is er altijd een
reële kans dat zich in de omgeving een of meerdere scholen, rusthuizen, crèches of
zorginstellingen bevinden. Het klopt dat de scholen bezwaar hebben gemaakt tegen
plaatsing. De bezwaren van de scholen zijn meegewogen in mijn oordeel. In de
voorlichtingsbijeenkomst voor de bewoners heeft de vertegenwoordiger van het
Antennebureau van het ministerie van Economische Zaken toegelicht dat de C2000-
mast voor wat betreft de stralingswaarden voldoet aan alle relevante regelgeving. Ook
het Fysisch en Electronisch laboratorium van TNO heeft de effecten van radiostraling
van een C2000-mast onderzocht en is van oordeel dat de straling van C2000-masten
ruim onder de limiet van de Gezondheidsraad blijft.
9. Is het waar dat de VtsPN op informatie-avonden heeft ontkend dat zij
verantwoordelijk is voor de locatiekeuze en dat die gemaakt zou zijn door de
gemeente en deelgemeente en dat dit achteraf onwaar blijkt te zijn? Zo ja, hoe
beoordeelt u dit handelen?
De locatiekeuze komt getrapt tot stand. Het zijn de netwerktechnici van de vtsPN die met
behulp van rekenkundige modellen de zoekcirkel bepalen waarbinnen de mast moet
worden geplaatst. Vervolgens wordt de gemeente of deelgemeente gevraagd om binnen
de zoekcirkel mogelijke locaties aan te geven. De vtsPN beoordeelt alle door de
(deel)gemeente aangereikte locaties en bepaalt de meest geschikte. Uit uw vraag kan ik
niet opmaken op welk onderdeel van dit locatiekeuzeproces wordt gedoeld. Ik onthoud
mij dan ook van een nader oordeel.
10. Is het waar dat u stelt dat de dagelijks besturen van deelgemeente en gemeente
akkoord zijn gegaan terwijl uit de raadsvergadering van 10 juli 2008 en de brief van
deelraadsvoorzitter van 22 september 2008 blijkt dat deze niet ingelicht
respectievelijk het hiermee oneens waren? 1)
Uit de mij beschikbare informatie blijkt dat het dagelijks bestuur van de deelgemeente
medio 2007 al heeft ingestemd met de locatie en dit is nogmaals aan het HEC bevestigd.
In de brief van de deelraadsvoorzitter van 22 september 2008 wordt aangegeven dat het
dagelijks bestuur besloten heeft medewerking te verlenen aan de ruimtelijke inpassing
van de mast.
Van de actualiteitenraad van 10 juli 2008 zijn geen notulen beschikbaar. Voor zover mij
bekend is op 10 juli 2008 bij de wethouder aangedrongen op betere informatie aan de
bewoners. De wethouder heeft toegezegd contact op te nemen met mijn ministerie om
over deze kwestie te spreken. Hij zou vragen of de bouwwerkzaamheden stilgelegd
zouden kunnen worden tot dat er duidelijkheid zou bestaan over de gang van zaken. Hij
zou hierover de raad informeren.
Namens Burgemeester en Wethouders is vervolgens op 15 september 2008 met de
Staat der Nederlanden een erfpachtovereenkomst gesloten voor de locactie Suze
Groeneweglaan. Ik leid daaruit de instemming van de gemeente af.
11. Wat heeft u gedaan met de brief van de gemeenteraad van Rotterdam waarin zij
bijna voltallig haar ongenoegen uitspreekt over de gang van zaken en de minister
vraagt om de alternatieve locatie in de Sporendriehoek te heroverwegen?
Ik heb de brief heden beantwoord en de gemeenteraad van Rotterdam mijn standpunt
kenbaar gemaakt. In de brief aan de gemeenteraad (bijlage) geef ik aan waarom ik de
Sporendriehoek niet heroverweeg.
12. Waarom gaat u ondanks alle stedenbouwkundige, gezondheidskundige en
democratisch argumenten toch door en welke afspraken heeft u gemaakt met de
deelgemeente over hun beleid tot het gedogen van de camping 'zondermast'van de
bewoners?
Naar mijn mening heb ik alle relevante argumenten zorgvuldig overwogen en heb ik een
afgewogen beslissing genomen.
Er zijn twee redenen waarom ik het noodzakelijk acht de bouw van het opstelpunt niet
langer uit te stellen (naar aanleiding van de hoorzitting van het actiecomité is de bouw
eind 2008 opgeschort tot op heden). In de eerste plaats heeft het onderzoek van HEC
een aantal bevindingen opgeleverd. HEC concludeert dat bij het bepalen van de huidige
locatie geen alternatief aanwezig was dat gezien alle van belang zijnde aspecten in
redelijkheid en op grond van de beschikbare informatie als gelijkwaardig kon worden
beschouwd.
Ten aanzien van de locatie Sporendriehoek concluderen de onderzoekers dat deze
locatie niet mogelijk en niet verantwoord is.
In de tweede plaats dien ik het belang van deze specifieke groep omwonenden ook af te
wegen tegen andere belangen. De hulpdiensten in het centrum van Rotterdam moeten
kunnen rekenen op betrouwbare communicatiemiddelen. Dat vind ik een absolute
noodzaak voor de veiligheid van de hulpdiensten en daarmee ook voor de veiligheid van
de burgers in het centrum van Rotterdam. In dit verband wil ik er op wijzen dat de
directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond mij dringend heeft verzocht om na
ruim twee jaar overleg en onderzoek deze mast op korte termijn te realiseren. Hij geeft
aan de operationele risico's niet meer voor zijn rekening te kunnen nemen.
Met de deelgemeente ben ik overeengekomen dat de camping wordt gedoogd tot het
moment dat de bouw van de mast eerdaags wordt hervat.
13. Bent u bereid de bouwactiviteiten onmiddellijk op te schorten om alsnog de
alternatieve locatie te overwegen, fatsoenlijk overleg te voeren met de bewoners,
scholen, gemeenteraad en deelraad en de procedure bij de Nationale Ombudsman
af te wachten?
Nee, ik ben niet voornemens om de bouw voor een tweede keer op te schorten.
Voor wat betreft het overwegen van een alternatieve locatie merk ik op dat het rapport
van HEC bevestigt dat reeds vele tientallen opties door de vtsPN zijn onderzocht en op
diverse gronden zijn afgevallen. Acht opties zijn nog nader onderzocht door de vtsPN.
De bouw is vervolgens stilgelegd om aanvullend onderzoek naar de locatie
Sporendriehoek mogelijk te maken.
Er is dan ook naar mijn oordeel de afgelopen twee jaar voldoende gezocht naar
alternatieven. Helaas heeft dit geen betere locatie opgeleverd. Op grond van alle nu
beschikbare informatie kom ik tot de conclusie dat de huidige locatie als de minst slechte
optie moet worden beschouwd.
Voor wat betreft de communicatie met de bewoners merk ik het volgende op.
De communicatie met de bewoners in de omgeving van de Suze Groeneweglaan is als
gevolg van 'misverstanden' tussen de deelgemeente Delfshaven en de vtsPN in eerste
instantie in 2008 niet goed verlopen. Dat betreur ik. Ik wil daar aan toevoegen dat de
vtsPN en mijn ministerie zich in de daarop volgende fase hebben ingezet om de
communicatie met de bewoners te verbeteren. Er is een nieuwe informatieavond
georganiseerd. De bewoners zijn ook uitgenodigd om in Driebergen te worden
voorgelicht over de specifieke netwerktechnische overwegingen die hebben geleid tot de
voorkeur voor de huidige locatie. Het actiecomité is uitgebreid gehoord door de
klachtcommissie van het ministerie van BZK. Ik heb de klacht met zorg beoordeeld en
beantwoord. Op 29 april zijn 1700 buurtbewoners per brief geïnformeerd over de
uitkomsten. De klacht van het actiecomité, mijn standpunt , het onderzoek van HEC en
de publicatie van TNO waarin wordt toegelicht dat de stralingswaarde van de C2000-
mast ver onder de grens blijft die door Gezondheidraad wordt gesteld, zijn voor een
ieder toegankelijk op het internet (www.bzk/actueel) en zijn tevens ter inzage gelegd bij
de deelgemeente Delfshaven. Ik meen dat daarmee, zij het in de vervolgfase, voldoende
zorgvuldig is opgetreden jegens de omwonenden en de actiegroep die zich als hun
vertegenwoordiger heeft opgeworpen.
Voor wat betreft het signaal dat ik in deze kwestie ontving van de gemeenteraad kan ik u
melden dat ik brief uitvoerig heb beantwoord.
Ik ben op grond van de uitkomst van het nader onderzoek en uit het oogpunt van de
veiligheid van de hulpverleners en de bewoners in het centrum van Rotterdam van
oordeel dat het niet langer verantwoord is om de bouw opnieuw voor onbekende tijd uit
te stellen.
14. Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden en in elk geval de Kamer voor
12 mei laten weten of u bereid bent de bouwactiviteiten op te schorten?
De beantwoording van de vragen heeft voor 12 mei plaatsgevonden; de
(voorbereidende) werkzaamheden zullen nu zo spoedig mogelijk worden hervat.
(1) www.hierpastgeenmast.nl, 4 mei 2009, klacht aan de Nationale ombudsman
(2) Quick scan handover problematiek, toegevoegd aan klacht ombudsman

Noot voor redacties

Noot voor redacties (