Rijksuniversiteit Groningen

Protein secretion via the Twin-arginine translocation pathway of Bacillus subtilis

Datum: 08 mei 2009

Promotie: mw. R.T. Eijlander, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Protein secretion via the Twin-arginine translocation pathway of Bacillus subtilis

Promotor(s): prof.dr. O.P. Kuipers

Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Eiwitsecretie via de Twin-arginine translocation pathway van Bacillus subtilis

Robyn Eijlander bestudeerde de substraatspecificiteit bij eiwitsecretie via de zogenaamde Twin-arginine translocation pathway in Bacillus subtilis. De term `eiwitsecretie' beschrijft een complex mechanisme waarbij (bacteriële) cellen eiwitten over de membraan verplaatsen(transloceren). Eiwitsecretie door bacteriën wordt veel bestudeerd, omdat het begrip ervan kan leiden tot een succesvolle toepassing in de biotechnologische en farmaceutische industrie. Zo wordt de Gram-positieve grondbacterie Bacillus subtilis bijvoorbeeld al gebruikt voor de productie en secretie van een grote verscheidenheid aan nuttige eiwitten voor de productie van voedselgerelateerde en niet-voedselgerelateerde producten.

Om een snelle en efficiënte uitscheiding van eiwitten naar het extracellulaire milieu te waarborgen hebben bacteriën meerdere routes ontwikkeld die de eiwitten over de membraan van de cel kunnen transloceren. Een van deze routes is de `Twin-arginine translocation (Tat) pathway', die gevouwen eiwitten kan transporteren. Bacillus subtilis heeft twee van deze pathways, die erg op elkaar lijken maar onafhankelijk van elkaar opereren en een verschillende substraatspecificiteit laten zien. Het mechanisme van deze substraatspecificiteit is het hoofdonderwerp van Eijlanders proefschrift.

Zij beschrijft daarin gedetailleerde studies over de Tat-componenten, de complexen die zij vormen en de substraten die via deze complexen naar buiten worden getransloceerd. Haar voornaamste conclusie is dat de substraatspecificiteit een combinatie is van de groeicondities, het organisme en specifieke eigenschappen van zowel de Tat-componenten als de substraten. Dit verschaft nieuwe aanknopingspunten voor de optimalisatie voor het identificeren van gemeenschappelijke elementen die een efficiënte secretie van een grote verscheidenheid aan eiwitten kan garanderen. Ook de toepasbaarheid van het Tat-systeem van Bacillus subtilis in de biotechnologische industrie stelt Eijlander aan de orde.

Robyn Eijlander (Woerden, 1980) studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij haar promotieonderzoek uitvoerde bij de afdeling Moleculaire genetica, die deel uit maakt van de onderzoeksschool Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute (GBB). Het onderzoek werd gefinancierd door de Europese Unie. Inmiddels is zij als postdoc werkzaam bij dezelfde afdeling.

Laatst gewijzigd: 28 april 2009 11:41