Ministerie van Defensie
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 8 mei 2009
Ons kenmerk C/2009007070
Onderwerp Schriftelijke vragen lid Knops over de schadevergoeding
burgerslachtoffers Al Muthanna
Hierbij bied ik u -de antwoorden aan op de vragen van het lid Knops (CDA) over de
schadevergoeding burgerslachtoffers Al Muthanna (Ingezonden 24 maart 2009 met het
kenmerk 2009Z05399).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
E. van Middelkoop
Pagina 1/3
Ministerie van Defensie
Vragen van het lid Knops (CDA) aan de minister van Defensie over de
schadevergoeding burgerslachtoffers Al Muthanna (Ingezonden 24 maart 2009 met
het kenmerk 2009Z05399).
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel `Nederland doet niets voor Iraakse
slachtoffers? 1)
Ja.
2
Is het waar dat er een politierapport geopenbaard is waaruit zou blijken dat veel
aangiftes van burgerslachtoffers nooit zijn afgehandeld bij het vertrek van de
Nederlandse troepen in maart 2005? Zo ja, waarom niet?
Het politierapport waarnaar wordt verwezen is mij niet bekend.
3
In hoeverre speelt hierbij een rol dat de onderzoeksrechter kennelijk van veel
aangiftes de zaak sloot, en daarvan een kopie aan de Nederlandse militairen gaf?
5
Hoe verhoudt zich deze berichtgeving tot het beleid van Defensie om tot onderzoek
over te gaan bij incidenten waarvan burgers het slachtoffer zijn, en tot
schadevergoeding in het geval daar aanleiding toe is?
Naast regelingen ter betaling van claims, die berusten op een aansprakelijkheidsanalyse,
bestonden er bij de coalitietroepen in Irak, waaronder de Nederlandse, regelingen voor
«goodwill»-betalingen. Deze regelingen boden de mogelijkheid tot een tegemoetkoming in
de schade, ook als hiervoor geen juridische reden was, om het draagvlak onder de lokale
bevolking te behouden. Beide regelingen zijn door Nederland toegepast. In de praktijk
werden claims naar aanleiding van optreden van Nederlandse militairen meestal ingediend
via de rechtbank van As Samawah, waar deze werden vertaald door de daar aanwezige
tolken.
Pagina 2/3
Ministerie van Defensie
Alle claims die zijn ingediend zijn door de juridisch adviseurs in het inzetgebied in overleg
met Den Haag beoordeeld op hun merites, onder meer aan de hand van verslagen van de
betreffende eenheden en eventuele rapportages van de Koninklijke Marechaussee. In die
gevallen waarin de Iraakse autoriteiten zelf aanvullende informatie verschaften over de
claim, is deze informatie ook in de beoordeling betrokken. Indien daartoe aanleiding
bestond is tot uitbetaling overgegaan.
4
Zijn er momenteel nog lopende zaken over schadevergoeding aan Iraakse burgers in
Al Muthanna, naar aanleiding van vermeend optreden van Nederlandse militairen?
Voor zover mij bekend zijn er geen lopende zaken over schadevergoeding aan Iraakse
burgers in Al Muthanna naar aanleiding van vermeend optreden van Nederlandse
militairen. Wel is Defensie in het verleden via de Nederlandse Ambassade in Cairo
benaderd door de heer Hussein Hmoud Jaber met een verzoek om medische (vervolg-)
behandeling in Nederland. De heer Jaber was een bewaker van de universiteit in As
Samawah, die op 17 april 2004 gewond raakte bij een schotenwisseling met Nederlandse
militairen. Daar het destijds naar inschatting van het verantwoordelijke Nederlandse
medisch personeel niet mogelijk was hem in Irak de noodzakelijke levensreddende hulp te
verlenen, is hij naar Nederland vervoerd en heeft hij medische zorg ontvangen in het
Centraal Militair Hospitaal. Na zijn behandeling is de heer Jaber op kosten van Defensie
weer teruggebracht naar Irak. Omdat de inschatting destijds was dat hij niet de intentie had
gehad om op Nederlandse militairen te schieten is hem een «goodwill» betaling
aangeboden, waar hij tot op heden niet op in is gegaan. Een medische
(vervolg-)behandeling voor de heer Jaber kan worden overwogen als daartoe medische
redenen zijn die verband houden met de initiële zorgbehandeling die voortvloeit uit het
schietincident van 17 april 2004. Ik heb dit ook aan de Nederlandse Ambassade laten
weten.
1) De Pers, 23 maart 2009
Pagina 3/3
---- --