Nederland
Burgemeester Leers eist eerlijk proces voor Abdoullah Al-Mansouri
8 mei 2009 Drie jaar na zijn arrestatie is er nog steeds veel
onduidelijkheid over het proces in Iran tegen de Nederlander van
Iraanse afkomst Abdoullah Al-Mansouri. Daarom voert Amnesty
International, in aanwezigheid van directeur Eduard Nazarski, op 11
mei actie in zijn woonplaats Maastricht.
In het stadhuis van Maastricht zal burgemeester Gerd Leers om 12.30
uur als eerste een oproep aan de Iraanse autoriteiten tekenen voor een
eerlijk en openbaar proces voor Al-Mansouri. Daarna volgt (tussen
14.00 en 16.00 uur) een wake op de Servaasbrug, waarbij het publiek de
oproep van Leers kan ondersteunen.
Abdoullah Al-Mansouri werd op 11 mei 2006 in Syrië gearresteerd en
vijf dagen later overgedragen aan Iran. Sindsdien heeft Amnesty
International op verschillende manieren actie gevoerd om opheldering
te krijgen over het lot van Al-Mansouri. Veel burgers en politici,
onder wie burgemeester Leers en Tweede-Kamerleden, onderschreven
Amnestys verzoeken tot meer informatie en de garantie op een eerlijk
en openbaar proces voor een onafhankelijke rechter, met een advocaat
van eigen keuze, Nederlandse consulaire bijstand en de mogelijkheid
van een hoger beroep.
De Iraanse autoriteiten hebben tot dusver nauwelijks specifieke
informatie over de procesgang van Al-Mansouri naar buiten gebracht.
Amnesty blijft daarom aandringen op de openbaarheid waartoe Iran zich
verplicht heeft volgens internationale mensenrechtenstandaarden.
Achtergrondinformatie
Al-Mansouri was politiek actief voor de Ahwazi, een van de vele
etnische minderheidsgroeperingen in het land. De Ahwazi wonen
voornamelijk in de olierijke provincie Khoezistan. Ze worden door de
Iraanse autoriteiten onderdrukt en gediscrimineerd, bijvoorbeeld bij
de toegang tot huisvesting, onderwijs en werk. De economische
achterstelling en frustratie die hiervan het gevolg zijn, leiden al
decennialang tot onrust in Khoezistan.
Amnesty International rapporteert al decennialang over ernstige
mensenrechtenschendingen in Iran. Afwijkende meningen worden door de
overheid onderdrukt. Journalisten, schrijvers, wetenschappers en
vrouwen- en mensenrechtenactivisten zijn het slachtoffer van
willekeurige arrestaties. Marteling en mishandeling komt veel voor in
gevangenissen en detentiecentra. In 2009 werden tot nu toe al minstens
140 mensen geëxecuteerd, onder wie twee die minderjarig waren ten
tijde van hun misdrijf. Onder hen was de op 1 mei geëxecuteerde Delara
Darabi. Executies worden uitgevoerd door steniging en ophanging.
Daarnaast worden ook nog steeds mensen veroordeeld tot amputatie en
geseling. In 2008 werden bij acht mensen hun vingers of een hand
geamputeerd na hun veroordeling voor diefstal. In november 2008 kreeg
Soghra Molaii tachtig zweepslagen wegens een onwettige relatie.
Meer informatie
Lees het Amnesty rapport Iran:New Government Fails to Adress Dire
Human Rights Situation, van 16 Februari 2006
Amnesty International