Nationale Bank van Belgie


Observatorium voor krediet aan vennootschappen - maart 2009

Maart 2009


1. De maandelijkse netto stromen komen overeen met de bedragen van de nieuwe verstrekte leningen waarvan de waarde van de terugbetalingen wordt afgetrokken.
2. Verhouding tussen de bedragen van de effectief door de ondernemingen gebruikte kredieten en de bedragen van de toegestane kredieten of kredietlijnen. Tot de kleine ondernemingen behoren die welke hun jaarrekening volgens het verkorte schema hebben neergelegd. Zij die hun jaarrekening volgens het volledig schema hebben ingediend, worden als groot of middelgroot beschouwd naargelang hun omzet twee opeenvolgende jaren meer of minder dan 37,2 miljoen euro bedroeg.
3. Gewogen gemiddelde rente die door de Belgische banken wordt toegepast op de nieuwe kredieten aan ondernemingen. De tarieven zijn afkomstig van de MIRenquête, terwijl de weging, volgens de methodologie op punt gesteld door de ECB, gebaseerd is op de respectieve uitstaande bedragen van de diverse kredietvormen, beschikbaar via Schema A.

4. Gegevens enkel beschikbaar op kwartaalbasis in 2006.

2006 2007 2008 2009
0 2 4 6 8
10
12
14
16
18
20

(jaarlijkse veranderingspercentages)
2006 2007 2008 2009

-2

-1
0

1

2

3

4

(seizoengezuiverde maandelijkse netto stromen,
miljarden euro's)'
Bron: NBB (Schema A). Bron: NBB (Schema A).

KREDIETVERSTREKKING DOOR INGEZETENE BANKEN AAN NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN 20064 2007 2008 2009
50
60
70
80
90
(percentages)
2006 2007 2008 2009
3
4

5

6
AANWENDINGSGRAAD VAN DE TOEGESTANE
KREDIETEN²
RENTETARIEVEN OP NIEUWE KREDIETEN³
Bron: NBB (Centrale voor kredieten aan ondernemingen). Bron: NBB (MIR enquête en Schema A). (percentages)
Middelgrote ondernemingen
Grote ondernemingen
Kleine ondernemingen

Observatorium voor krediet aan vennootschappen
de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel
Tel. +32 2 221 00 00 - Fax +32 2 221 00 01
BTW BE 0203.201.340 - RPR Brussel

Links: kredietobservatorium
2009-05-08

De jaarlijkse groeivoet van de bancaire kredietverlening aan niet--financiële vennootschappen is in maart teruggelopen tot 4,8 pct. De voor seizoenseffecten gezuiverde maandelijkse netto--stromen waren negatief, ten belopen van 990 miljoen euro, wat inhoudt dat de terugbetalingen groter waren dan de toegekende kredieten. De aanwendingsgraad van de toegestane kredieten kent een heterogene evolutie voor de verschillende groottes van ondernemingen. Voor kleine ondernemingen bleef deze ongeveer stabiel op 84,1 pct. Middelgrote ondernemingen namen meer kredieten op ten opzichte van hun toegestane maximum: 69,7 pct. tegenover 67,9 pct. in februari. Daarentegen bleven grote ondernemingen met een aanwendingsgraad van 59,3 pct. voor de derde opeenvolgende maand minder beroep doen op hun beschikbare kredietlijnen. De gemiddelde kredietkosten zijn voor de vijfde maand op rij gedaald tot een gemiddelde gewogen rente van 3,89 pct. in maart, dit is een daling van 23 basispunten in vergelijking met februari.