Koopkracht grootste zorgenkindje

Amsterdam, 08 mei 2009

De koopkracht is het grootste zorgenkindje als consumenten naar hun eigen portemonnee kijken. Toch stijgen vooralsnog de lonen harder dan de prijzen. Een op de drie consumenten maakt zich geen zorgen.

'Wie dan leeft, die dan zorgt' luidt het gezegde, of toch liever niet? Uit de antwoorden op de ING Vraag van Vandaag blijkt dat een meerderheid (70%) van de respondenten zich wel iets zorgen maakt voor hun eigen financiële situatie. Van de 57.200 respondenten maakt drie op de tien zich het meeste zorgen over hun koopkracht. Een op de zes (16%) is het meest ongerust over zijn of haar baan en 10% van de gepeilde bezoekers heeft de meeste hoofdbrekens over de waarde van zijn of haar huis. In totaal 29% geeft aan zich geen zorgen te maken over de eigen portemonnee.

Koopkracht zorgenkindje

De lonen stijgen harder dan de prijzen. Toch baart de koopkracht respondenten de meeste zorgen. Eerder gaven consumenten aan dat ze prijzen de afgelopen twaalf maanden harder hebben zien stijgen dan hun loon (zie ook het artikel Loon-prijs spagaat van 4 mei). Hoewel de lonen zowel in 2009 als volgend jaar gemiddeld harder blijven stijgen dan de inflatie blijft de ontwikkeling van de koopkracht voor de meesten het belangrijkste punt van zorg als het gaat om hun eigen financiële situatie.

Baanzekerheid?

De eigen baan is niet de grootste zorg voor de respondenten. Wel worden ze de laatste maanden somberder over de arbeidsmarkt en hun eigen baankansen. Zo zien ze bijvoorbeeld het aantal werklozen om zich steeds verder toenemen (zie ook Aantal werklozen stijgt verder van 24 april). De werkloosheid zal naar verwachting van het ING Economisch Bureau oplopen van gemiddeld 5,4% in 2009 naar 8,6% in 2010. Hoewel dat een forse toename is, zullen de meeste werknemers hun baan behouden. Wel betekent een toename van de werkloosheid dat werknemers er de komende twee jaar minder op vooruit zullen gaan, omdat de lonen maar beperkt zullen stijgen.

© 2009 ING Economisch Bureau