Gemeente Utrecht


2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
61
Vragen van de heer M. van Ditmarsch, mevrouw N. R. Schipper, de heer J. A. Kleuver en de heer Y. Aydemir
(ingekomen 13 mei 2009)

Op 4 juni 2009 alsmede in maart 2010 worden weer verkiezingen voor het Europees Parlement respectievelijk voor de gemeenteraden gehouden. Voor de verkiezingen van het Europees Parlement zijn er in onze gemeente 170 stembureaus waarvan volgens opgave van de gemeente een substantieel aantal maar deels toegankelijk is. Bij het merendeel van de stembureaus is ook geen gehandicaptenparkeerplaats (in de opgave nog aangeduid als invalide-parkeerplaats, sic!) aanwezig.
De criteria voor de keuze van locaties voor stembureaus in onze gemeente omvat mede de (mate van) bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van deze locaties. Bij ontoegankelijke en/of deels toegankelijke stemlokalen worden veelal provisorisch tijdelijke toegankelijkheidsvoorzieningen getroffen.
Sinds de Waterschapsverkiezingen in 2008 moet Nederland weer met het rode potlood stemmen. Het kan jaren duren voor weer met veilige stemapparatuur kan worden gestemd. Gevolg hiervan is dat mensen met een visuele beperking niet meer zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen en de fraudegevoeligheid hierdoor zal toenemen. Ook wordt het waarschijnlijk al bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 mogelijk gemaakt om in een willekeurig stemlokaal in onze gemeente te gaan stemmen.

Sinds 2007 kent onze gemeente een inclusief en integraal beleid voor mensen met een beperking en wel op basis van het beleidsplan Agenda 22. Dat houdt in dat mensen met een beperking het onomstotelijk recht hebben om in de samenleving te participeren. Mensen met een beperking willen net zoals ieder andere stemgerechtigde zoveel mogelijk in hun eigen stemdistrict onbelemmerd kunnen stemmen.

Dit brengt de fracties van CDA, D66, PvdA en Groenlinks tot de volgende vragen.

1. Zijn de criteria voor de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van stemlokalen (richtlijnen toegankelijkheid van het Solgu op basis Handboek voor Toegankelijkheid) sinds de vaststelling van het beleidsplan Agenda 22 voor de locatiekeuze aangescherpt respectievelijk hebben deze een zwaarder gewicht gekregen? Zo ja, waaruit blijkt dat en zo neen, waarom niet?
2. Hoe waardeert het college het huidige aantal ontoegankelijke en deels toegankelijke stemlokalen in het licht van de uitgangspunten van het beleidsplan Agenda 22 ?
3. Hoeveel stemlokalen zullen bij de komende verkiezingen voor het Europees Parlement en de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 volledig toegankelijk zijn en hoeveel zullen maar deels aan de richtlijnen voldoen?
4. Hoeveel stemlokalen zijn er voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in vergelijking met de vorige verkiezingen geheel toegankelijk, naast de 5 nieuwe toegevoegde stembureaus in Leidsche Rijn?
5. Heeft het college het voornemen om op basis van Agenda 22 voor de komende verkiezingen voor de gemeenteraden voortaan alleen geheel toegankelijke locaties te selecteren? Ja/Neen.


Zo neen, waarom niet en wanneer denkt het college dat wel te bereiken? (Immers al een groot aantal jaren moeten (nieuwe en verbouwde) gebouwen voldoen aan de toegankelijkheidsbepalingen in het Bouwbesluit).
Hoe bereid in het kader van Agenda 22 het college zich voor op de mogelijkheden dat ook mensen met een beperking in de toekomst in een willekeurig stemlokaal kunnen stemmen?


6. Wil het college voor mensen met een visuele beperking een specifieke regeling maken (b.v. bij uitzondering gebruik van een beveiligde stemmachine) of anderszins maatregelen treffen opdat deze kiesgerechtigden zelfstandig kunnen stemmen?


---- --