Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Onze referentie
Postbus 20018 PO/120334
2500 EA Den Haag
Uw brief van
21 april 2009
Uw referentie
2009ZO7621
Datum 12 mei 2009
Betreft Vragen van het lid Van Dijk over het artikel "Kleuters op school
opgejaagd"
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk
(CDA) over onderwijs over het artikel "Kleuters op school opgejaagd" (ingezonden
21 april 2009, kenmerk 2009ZO7621).
Sharon A.M. Dijksma
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
a
na 1 van 3
Pagi
1 Datum
Bent u bekend met het artikel "Kleuters op school opgejaagd"?
Onze referentie
Antwoord PO/
Ja.
2
Kunt u bevestigen dat slechts 10% van de kinderen een jaar extra kleutert? Zo ja,
wat is de reden hiervoor? Speelt de inspectie hierbij een rol, zo ja welke? Wat is
de rol van onderwijskrachten?
Antwoord
Het is niet aan te geven hoeveel kleuters een extra jaar kleuteren. De grote
meerderheid van de kinderen begint op de basisschool direct na de vierde
verjaardag. Hij of zij gaat over naar groep 3 aan het begin van het schooljaar.
Dat leidt ertoe dat de meeste kinderen meer dan twee jaar in groep 1 en 2
doorbrengen. Slechts weinigen brengen daar drie volle jaren of meer door. De
Inspectie houdt in het kader van de kwaliteit alleen bij hoe hoog het percentage
doublures is. Voor de rol van leerkrachten verwijs ik naar de antwoorden op de
vragen 3 en 4.
3
Wat vindt u van de strekking van het artikel dat teveel kleuters te snel naar groep
3 gaan en zo meer kans hebben op ontwikkelingsachterstanden omdat ze wel
cognitief aan deze stap toe zijn maar nog niet op het psychisch-sociale vlak? Wat
vindt u van de oproep van deskundigen naar de terugkeer van de kleuterschool?
Antwoord
Er zijn bij mijn weten geen aanwijzingen dat veel kleuters te snel naar groep 3
gaan. Op basis van protocollen van diverse basisscholen, concludeer ik dat er
meestal een zorgvuldige procedure ten grondslag ligt aan de beslissing om een
kind langer in groep 2 te houden of juist sneller naar groep 3 over te laten gaan.
Hierbij wordt gelet op de ontwikkelingsfase van het kind op diverse gebieden.
Het lijkt me geen goed plan om terug te keren naar de kleuterschool. Dit leidt in
ieder geval tot het risico dat doorlopende leerlijnen moeilijker te realiseren zijn.
4
Is de richtlijn voor het laten overgaan van een kind naar groep 3 verschoven van
1 oktober naar 1 januari? Wat is de reden hiervoor, is deze verschuiving
gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat rekening houdt met de
ontwikkelingsfasen van een kind? Zo ja, welk onderzoek en zo nee, waarom niet?
Antwoord
Er bestaat geen landelijke richtlijn voor het laten overgaan van kinderen van de
ene naar de andere groep. Scholen volgen daarin hun eigen beleid. Sommige
scholen hanteren nog wel het jarig zijn voor of na 1 oktober als richtlijn om te
bepalen of een kind wel of niet naar groep 3 gaat. Andere scholen hanteren 1
januari als richtlijn. Weer andere scholen kiezen ervoor om de beslissing vlak voor
de zomervakantie te laten plaatsvinden omdat de ontwikkeling van het kind in die
leeftijd soms sprongsgewijs gaat. Het is aan de school om het kind in een
volgende groep te plaatsen als het kind daaraan toe is. Het oordeel van de
leerkracht weegt daarbij uiteraard zwaar.
Pagina 2 van 3
In de periode van vòòr 1985 was er wel de regel dat 1 oktober als peildatum Datum
moest worden gehanteerd voor het toelaten van een kind tot klas 1. Die regel is
echter in 1985 afgeschaft. Onze referentie
PO/
5
Worden de kinderen anders dan middels het leerlingvolgsysteem en toetsen
gevolgd waarbij rekening wordt gehouden met hun ontwikkeling en de relatie met
een snelle of normale overgang naar groep 3? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Scholen voeren hun eigen beleid om te bepalen of een leerling langer in groep 2
blijft of sneller overgaat naar groep 3. Daarom stellen zij ook zelf vast op basis
van welke gegevens zij hun beslissing nemen. Leerkrachten volgen hiertoe vaak
de ontwikkeling van kinderen door middel van toetsen. Maar dikwijls leggen zij
ook hun waarnemingen vast over het functioneren van het kind in
observatielijsten. Soms geeft bovendien de intern begeleider nog zijn oordeel. In
andere gevallen is er aanleiding om zelfs extern onderzoek aan te vragen. Er zijn
dus diverse middelen voor scholen om vast te stellen of een kind rijp is om over
te gaan naar groep 3.
6
Bent u bereid maatregelen te treffen om te voorkomen dat kleuters te snel naar
groep 3 gaan en eventueel de datum terug te laten gaan naar 1 oktober? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Terugkeren naar de regel van vòòr 1985 lijkt mij niet verstandig, zowel met het
oog op de leerlingen als met het oog op de regeldruk voor scholen. De leerlingen
van groep 2 bevinden zich in een ontwikkelingsfase die sprongsgewijs vooruit kan
gaan. Het ligt dus echt aan de professionele inschatting van de leerkracht en de
wijze waarop hij of zij zich bij twijfel vanuit diverse invalshoeken laat informeren.
Standaardregels vanuit het Rijk kunnen deze professionele inschatting in de weg
staan. Het is wel van groot belang dat leerkrachten voldoende toegerust zijn om
een dergelijke professionele inschatting te maken. Het is aan de aanbieders van
opleidingen en nascholing om dit op te pakken en leerkrachten hierin te
ondersteunen.
Pagina 3 van 3