Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
De voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag
Postbus 20018 www.minocw.nl
2500 EA DEN HAAG
Contactpersoon
Onze referentie
MLB/M/125734
Datum 29 mei 2009
Betreft Stand van zaken en uitstel toezeggingen op terrein van de publieke
omroep
Graag informeer ik u over de stand van zaken van een aantal toezeggingen
waarvan de termijn binnenkort verloopt en die gedaan zijn bij de behandeling van
mediabegroting op 24 november 2008 en de erkenningswet op 19 maart 2009.
Ruimte voor profilering omroepen
Bij de behandeling van de erkenningswet heb ik de Tweede Kamer toegezegd in
een brief nader in te gaan op de ruimte die omroepen hebben om zich te
profileren in het kader van het programmeermodel en het netmanagement. Bij de
behandeling van deze wijziging van de Mediawet is ook de motie Atsma c.s.
aangenomen1 waarin de regering wordt verzocht om in overleg met alle
betrokkenen afspraken te maken om te waarborgen dat omroepen voldoende
ruimte krijgen voor duiding van nieuws en actualiteiten. De Kamer verzoekt de
regering om hen binnen drie maanden te informeren over de uitkomsten van dit
overleg. Ik kan u daar het volgende over melden. De raad van bestuur,
netmanagers en omroepen hebben kennis genomen van de motie en hun
verantwoordelijkheid genomen. Zij zijn de afgelopen maanden met elkaar in
gesprek gegaan over de invulling van nieuws en actualiteiten. Dit gebeurt in het
kader van de invulling van de programmering de komende jaren, in het bijzonder
ter voorbereiding op de nieuwe concessieperiode vanaf 2010. Naar ik heb
begrepen zijn dit constructieve gesprekken. Het resultaat ervan zal uiteindelijk
uitmonden in het concessiebeleidsplan dat de publieke omroep in maart 2010 bij
mij indient.
Besteding programmaversterkingsbudget
Tijdens het debat over de erkenningswet heb ik u ook toegezegd nader in te gaan
op de meetbare publieke verantwoording van de besteding van het
programmaversterkingsbudget. Het programmaversterkingsbudget regelt in de
eerste plaats de organisatorische verhoudingen in Hilversum. Het is een
instrument voor sturing door de raad van bestuur; hij kan omroepen ermee
bewegen iets extra's te doen op gebieden waar anders gaten zouden vallen.
1 Kamerstukken II, 2008-2009, 31804 nr. 67
a
In het verleden was het versterkingsbudget een apart geoormerkt budget,
waaruit netcoördinatoren specifieke programmavoorstellen van omroepen
honoreerden. Daardoor stond het programmaversterkingsbudget los van de
reguliere programmering. Tegenwoordig leggen zowel de omroepen als de raad
van bestuur al `hun' geld op schema. Dit betekent dat al het geld van de
omroepen en van de raad van bestuur - in feite wordt gekoppeld aan de
genreschema's voor de radio en televisiezenders. Het eindresultaat is dat
sommige omroepen meer budget hebben en andere minder. Zo wordt ieders
bijdrage aan een evenwichtig totaal aanbod, als vanzelf beloond, mede dankzij
het programmaversterkingsbudget.
Het is door de huidige systematiek niet meer direct zichtbaar aan welke
afzonderlijke programma's het programmaversterkingsbudget ten goede komt.
Uiteraard wordt het budget gewoon aangewend voor de wettelijke doeleinden: het
verzorgen van het media-aanbod van de publieke omroep. Hierover legt de
publieke omroep jaarlijks verantwoording af: in het jaarverslag, de jaarrekening
en in de rapportage over de prestatieovereenkomst. Recent heeft de NPO de
terugblik over 2008 uitgebracht waarin uitgebreid wordt gerapporteerd over de
pluriformiteit van het aanbod.
Motie Van Dam auteursrechtelijke vergoeding reclame- en
telewinkelboodschappen
In de motie Van Dam heeft de Kamer gevraagd om via aanpassing van relevante
wetgeving een einde te maken aan het feit dat kabelaanbieders een
auteursrechtelijke vergoeding betalen voor het mogen doorgeven van reclame- en
telewinkelboodschappen. Zoals toegezegd heb ik de motie doorgeleid naar de
minister van Justitie. De minister van Justitie en ik zijn met de betrokkenen in
gesprek over deze auteursrechtelijke kwestie. Voor het einde van het jaar zullen
wij de Kamer hierover in een brief informeren.
Regionale omroep
Bij de behandeling van de Mediabegroting 2009 op 24 november 2008 heb ik de
Tweede Kamer toegezegd begin 2009 te komen met een brief over het beleid ten
aanzien van de regionale publieke omroep. Dit heb ik bevestigd in mijn brief van
19 december over de financiering van de regionale omroep.2 In deze brief ga ik in
op de evaluatie van de overheveling van de financiering van de regionale omroep
naar het Provinciefonds, het ROOS/IPO rapport "Kracht in de regio" en de CDA-
nota "Stemmen uit de regio".3 Inmiddels heb ik van ROOS en IPO schriftelijke
reacties ontvangen op de evaluatie van het Commissariaat voor de Media. Op dit
moment voer ik nog gesprekken met beide organisaties. Voor het zomerreces
verwacht ik u de toegezegde brief over de regionale omroep te kunnen sturen.
Beloningscode publieke omroep
Bij de behandeling van de erkenningswet op 19 maart 2009 heeft de Kamer mij
gevraagd er bij de minister van BZK op aan te dringen vaart te maken met de
wettelijke regeling voor topsalarissen van bestuurders in de publieke sector. Een
vergelijkbaar verzoek heeft de Kamer op 12 maart gedaan aan staatssecretaris
2 Kamerstukken II, 2008-2009, 31700 VIII, nr. 129.
3 Kamerstukken II, 2008-2009, 31788, nr. 1 en 2.
Pagina 2 van 3
Pagina van 3
Van Bijsterveldt Vliegenthart. Per brief van 27 maart heeft zij de Kamer
geïnformeerd over de planning van wetgeving op dit gebied.4 Over de stand van
zaken ten aanzien van de beloningscode voor anderen dan bestuurders bij de
publieke omroep informeer ik u in antwoord op Kamervragen van de leden Bosma
(PVV)5 en Van Dijk (SP)6.
Frequentieruimte FunX
Bij de behandeling van de mediabegroting 2009 op 24 november 2008, heb ik
toegezegd de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over het overleg met
de minister van Economische Zaken over uitbreiding van de frequentieruimte voor
FunX. De staatssecretaris van EZ bereidt mede namens mij een brief voor over
het frequentiebeleid waarin dit onderwerp aan de orde komt. Deze wordt dit
najaar verstuurd.
Brief Cultuur en economie
Bij brief van 13 maart 2009 heb ik, samen met de minister van Economische
Zaken, uw Kamer de evaluatie van het experimentele Programma voor de
Creatieve Industrie toegestuurd7. Deze evaluatie vloeit voort uit de Kamerbrief
Ons creatieve vermogen over cultuur en economie van 14 oktober 20058. Zoals
gemeld in de brief van 13 maart beraden wij ons nu op een vervolg dat wij zullen
vormgeven op basis van de conclusies en aanbevelingen in het evaluatierapport.
Dit kost meer tijd dan voorzien. Onze vervolgbrief zullen wij daarom niet meer
voor de zomer aan de Kamer sturen. U kunt de brief verwachten kort na het
zomerreces, voor het reeds geplande algemeen overleg over de creatieve
industrie op 1 oktober 2009.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
4 Kamerstukken II, 2008-2009, 31889 nr. 4
5 Kamerstukken II, 2008-2009, 2009Z08920
6 Kamerstukken II, 2008-2009, 2009Z08993
7 Kamerstukken II, 2008-2009, 27406, nr 141
8 Kamerstukken II 2004-2005, 27 406, nr. 57
Pagina 3 van 3