Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z10079
Vragen van de leden Voordewind en Anker (beiden ChristenUnie) aan de ministers van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over
mogelijke uitzonderingen op de beloningscode voor de publieke omroep. (Ingezonden 29 mei
2009)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht `Paul de Leeuw is salaris waard'? 1)
2
Wat is uw oordeel over het in het artikel verwoorde uitgangspunt van de voorzitter van de
raad van bestuur van de publieke omroep dat een beloningscode al enige tijd in de maak is,
maar dat daarop enkele uitzonderingen mogelijk moeten blijven?
3
Deelt u de mening dat op een beloningsplafond geen uitzondering mogelijk moet zijn,
aangezien daarmee het gestelde maximum geen maximum meer is en dit afbreuk doet aan de
wettelijke verankering en afdwingbaarheid van het beloningsmaximum?
4
Hoe verhoudt het uitgangspunt dat uitzonderingen op het in de beloningscode vast te stellen
beloningsplafond mogelijk moeten zijn, zich met het door de ministerraad van toepassing
verklaarde dwingende regime van de zogenoemde `beloningscode'?
5
Voldoet een beloningscode, waarin uitzonderingen mogelijk zijn op het in de beloningscode
vast te stellen beloningsplafond, aan de door de minister gestelde inhoudelijke eisen, zoals
eerder door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegelicht in het debat over de
nieuwe multimediawet? 2)
1) De Telegraaf, 26 mei 2009
2) Handelingen van de Tweede Kamer vergaderjaar 2007-2008, p. 7401.