Senternovem

04-06-2009 | Ketensamenwerking Zuivel

Koeien op duurzaam dieet

Hoe maak je mengvoer voor melkvee zo duurzaam mogelijk? Samen met de sector deed SenterNovem onderzoek. Niet zo maar een onderzoek. De samenwerking tussen de SenterNovem-programma's MJA en ROB (Reductie Overige Broeikasgassen) leidde tot een integrale aanpak van dit project.

Belangrijkste bevinding: duurzamer veevoer is mogelijk. "Als je de receptuur van krachtvoer aanpast, kun je de uitstoot van broeikasgas in potentie met 10 tot 15% verlagen. Dit tegen geringe meerkosten", aldus Stefan Schuurmans Stekhoven, adviseur Team Netwerk Bedrijven. "We deden onderzoek bij drie producenten. 10-15% vermindering is een bemoedigend resultaat. Vooral als je bedenkt dat dierlijke emissie steeds meer een maatschappelijk issue is. "Sinds het rapport Livestocks longshadow (2006) weten we dat de totale emissie van broeikasgassen uit veeteelt 18% bedraagt. Wereldwijd. Dat maakt ons onderzoek hot."

Ketenefficiency
Het onderzoek is een initiatief van CONO Kaasmakers en SenterNovem. De makers van Beemster Kaas ondertekenden de MJA. Stefan Schuurmans Stekhoven: "CONO loopt voorop. Ze belonen veehouders bijvoorbeeld als ze hun koeien langer in de wei houden. Langer beweiden, puur natuur, is per definitie duurzaamheid. Met hun beleid is CONO voortrekker voor een marktleider als FrieslandCampina."

Het onderzoek is een goed voorbeeld van ketenefficiency. Met een dubbele inzet: energie besparen én uitstoot verminderen. In fase 2 trekken MJA en ROB samen op. Jan van Bergen is ROB-adviseur: "Wij werken met de primaire sector; MJA met de verwerkende industrie. Maar we praten hier over de héle keten. Een integrale aanpak ligt gewoon voor de hand."

Ingewikkelde recepten
10 à 15% potentiële reductie. Er moet nog wel het nodige gebeuren. Jan van Bergen: "We weten globaal hoe de productie van het voer de emissie van broeikasgassen beïnvloedt. Met de modellen die er nu liggen, rekenen we verder. Ook de `koks' in de mengvoederbedrijven kunnen er straks mee uit de voeten."

"In fase 2 gaan we aan de slag met individuele veevoederbedrijven. Dat is de grote winst van dit project, dat het zo concreet is. We kunnen straks echt maatwerk leveren door de samenstelling van het voer af te stemmen op de individuele veehouderij."