Dapagliflozin-studie duidt op verbeterde glykemische controle bij patiënten met diabetes type 2 die worden behandeld met hoge doses insuline en gangbare orale antidiabetica

PRINCETON, New Jersey & WILMINGTON, Delaware--(BUSINESS WIRE)-- 20090606 --
De resultaten van een 12-weekse studie laten zien dat het experimentele geneesmiddel dapagliflozin, een nieuwe selectieve natrium-glucose co-transporter 2 (SGLT2) remmer, grotere verbeteringen liet zien met betrekking tot alle belangrijke onderzochte glykemische indicatoren [geglyceerd hemoglobineniveau (HbA1c), nuchtere plasmaglucose (FPG) en postprandiale glucose (PPG)] bij patiënten met diabetes type 2 die werden behandeld met een hoge dosis insuline en gangbare orale antidiabetica (OAD), in vergelijking met een placebo (placebo plus OAD plus insuline). De totale negatieve bijwerkingen onder de dapagliflozin-behandelingspopulatie waren vergelijkbaar met die van de placebogroep. De studie liet tevens zien dat patiënten die dapagliflozin kregen toegediend een hogere gewichtsafname kenden dan patiënten die een placebo kregen toegediend. Dit bevestigt de bevindingen van een eerder 12-weeks fase 2b-onderzoek. Het resultaat van het 12-weekse onderzoek werd gepresenteerd tijdens de 69e jaarlijkse wetenschappelijke sessies van de Amerikaanse diabetesvereniging.

Dapagliflozin is een experimentele SGLT2-remmer die momenteel Fase 3-onderzoeken ondergaat, en die gezamenlijk is ontwikkeld door Bristol-Myers Squibb Company (NYSE: BMY) en AstraZeneca (NYSE: AZN) als eenmaal daagse therapie voor de behandeling van diabetes type 2. SGLT2 bevordert de wederopname van glucose in de nieren, waarna de gefilterde glucose weer terugkeert in de bloedsomloop.

“Op dit moment wordt meer dan 20 procent van de patiënten met diabetes type 2 behandeld met insuline. Een aanzienlijk deel van de patiënten slaagt er niet in het bloedsuikerniveau voldoende onder controle te brengen, ondanks het gebruik van een hoge dosis insuline,” aldus John Wilding, DM, FRCP, professor in de geneeskunde en honorair consulterend geneesheer, hoofd van de klinische onderzoeksunit voor diabetes en endocrinologie van het universiteitsziekenhuis Aintree (Verenigd Koninkrijk). “De vandaag gepresenteerde resultaten met betrekking tot glykemische en gewichtsparameters geven aan dat er voldoende aanleiding is om het onderzoek onder deze patiëntenpopulatie voort te zetten.”

Over het onderzoek

Het onderzoek was opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van dapagliflozin te evalueren bij patiënten met diabetes type 2 die onvoldoende onder controle kan worden gebracht, ondanks behandeling met ten minste 50 units insuline U100 per dag plus een of twee gangbare OAD (ten minste 1000 mg metformin en/of ten minste 30 mg pioglitazone of 4 mg rosiglitazone). De gegevens representeren de bevindingen van een willekeurig dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek onder 71 patiënten met diabetes type 2 (leeftijd 18 –75) met een HbA1c van ten minste 7,5 procent en ten hoogste 10 procent. De patiënten werden willekeurig ingedeeld in drie afzonderlijke behandelingsgroepen: dapagliflozin 10 mg (n= 24), dapagliflozin 20 mg (n= 24) of placebo (n= 23), eenmaal daags toegediend. Tijdens het onderzoek werd wel de normale dosis OAD aangehouden, maar aan het begin van het onderzoek werd de insulinedosis gereduceerd tot 50 procent van de normale dosis van elke patiënt om het risico van hypoglykemie te verlagen. Het primaire eindpunt van het onderzoek was de vergelijking van de gemiddelde wijziging in HbA1c ten opzichte van de beginwaarde van beide dapagliflozin-groepen met die van de placebogroep. Secundaire eindpunten waren onder andere het aandeel van de patiënten dat de door de Amerikaanse diabetesvereniging aanbevolen HbA1c-doelwaarde van minder dan 7 procent bereikte, het aandeel van de patiënten dat een reductie van het HbA1c bereikte van ten minste 0,5 procent ten opzichte van de beginwaarde, en de wijziging in het nuchter plasmaglucoseniveau ten opzichte van de beginwaarde in vergelijking met de placebogroep. Daarnaast werden veranderingen in lichaamsgewicht geëvalueerd.

Onderzoeksresultaten

Na 12 weken werd bij de patiënten die dapagliflozin kregen toegediend een afname in HbA1c ten opzichte van de beginwaarde waargenomen van 0,61 procent voor dapagliflozin 10 mg en 0,69 procent voor dapagliflozin 20 mg. Hiertegenover stond een toename van 0,09 procent in de placebogroep.

Het percentage patiënten dat werd behandeld met dapagliflozin en een HbA1c van minder dan 7 procent bereikte aan het einde van de 12-weekse behandelingsperiode bedroeg 13 procent voor dapagliflozin 10 mg en 4,3 procent voor dapagliflozin 20 mg. In de placebogroep was dit 5,3 procent. Het percentage patiënten dat een reductie van het HbA1c van ten minste 0,5 procent ten opzichte van de beginwaarde bereikte bedroeg 65,2 procent voor dapagliflozin 10 mg en 65,2 procent voor dapagliflozin 20 mg. In de placebogroep was dit 15,8 procent. De wijziging van het nuchter plasmaglucoseniveau ten opzichte van de beginwaarde na 12 weken bedroeg +2,4 mg/dL voor dapagliflozin 10 mg en -9,6 mg/dL voor dapagliflozin 20 mg. In de placebogroep was dit +17,8 mg/dL.

De totale negatieve bijwerkingen onder de dapagliflozin-behandelingspopulatie waren vergelijkbaar met die van de placebogroep. Het aantal patiënten dat ten minste één negatieve bijwerking meldde voor dapagliflozin 10 mg, dapagliflozin 20 mg, en placebo was respectievelijk 18, 16 en 15. De meest voorkomende (in totaal ten minste 5 procent) bijwerkingen voor dapagliflozin 10 mg, 20 mg en placebo waren: verhoogde mictiefrequentie, rugpijn, nasopharyngitis, misselijkheid, hoofdpijn, en infectie van de bovenste luchtwegen. Gemelde bijwerkingen van dapagliflozin 10 mg, 20 mg en placebo met bijzondere betekenis waren infectie van de urinewegen [0, 1, 0] en infectie van het genitaal traject [0, 5, 1].

Het aantal gemelde voorvallen van hypoglykemie bedroeg 7 bij dapagliflozin 10 mg, 6 bij dapagliflozin 20 mg en 3 bij placebo. Er waren geen voorvallen van ernstige hypoglykemie (neurologische symptomen van hypoglykemie zoals verwarring, vingertestniveau van 54 mg/dL of minder en behoefte aan uitwendige behandeling).

Effect van Dapagliflozin op afname van het lichaamsgewicht

Het onderzoek evalueerde tevens de mogelijke invloed van door dapagliflozin teweeggebrachte glucosurie op het lichaamsgewicht binnen deze populatie van patiënten met diabetes type 2. Deze bevindingen hadden betrekking op wijzigingen in het gemeten totale lichaamsgewicht en de queteletindex gedurende de onderzoeksperiode van 12 weken.

In het algemeen werd bij de groepen die werden behandeld met dapagliflozin een sterkere gewichtsafname waargenomen: 4,51 kg bij dapagliflozin 10 mg en 4,3 kg bij dapagliflozin 20 mg. Bij de placebogroep was dit 1,88 kg.

Over diabetes type 2

Diabetes (diabetes mellitus) is een chronische ziekte waarbij de productie of het gebruik van insuline door lichaam verstoord is. (Insuline is een hormoon dat de lichaamscellen nodig hebben om glucose op te nemen.) Deze stoornis leidt tot een aanhoudend verhoogd bloedsuikerniveau (hyperglykemie). Aanhoudende hyperglykemie, het kenmerk van diabetes, wordt geassocieerd met complicaties op de lange termijn die gevolgen kunnen hebben voor vrijwel elk deel van het lichaam.

De oorsprong van diabetes wordt nog altijd onderzicht. Zowel genetische als omgevingsfactoren, zoals zwaarlijvigheid en gebrek aan lichaamsbeweging, lijken een rol te spelen. Er zijn twee belangrijke onderliggende oorzaken verbonden aan diabetes type 2: het lichaam produceert onvoldoende insuline (insulinedeficiëntie) en de cellen ontwikkelen een weerstand tegen het effect van insuline (insulineresistentie).

De nieren spelen een belangrijke doch onderschatte rol bij de algemene regulering van het bloedsuikerniveau in het lichaam. In normale omstandigheden, bij gezonde personen, filteren de nieren een grote hoeveelheid glucose uit en nemen deze vrijwel geheel weer op. De wederopname van glucose is noodzakelijk voor het vasthouden van calorieën, maar bij patiënten met diabetes type 2 heeft dit een averechts effect. Bij patiënten met diabetes type 2 die lijden aan hyperglykemie wordt een grotere hoeveelheid glucose uitgefilterd en weer door de nieren opgenomen, ondanks het feit dat dit retentieproces bijdraagt tot het aanhoudende karakter van hyperglykemie bij diabetes.

In de loop der tijd leidt aanhoudende hyperglykemie tot glucotoxiteit, waardoor de insulineresistentie toeneemt. Dit draagt bij tot stoornissen in de werking van de betacellen van de schildklier. Er bestaat een direct verband tussen de mate van aanhoudende hyperglykemie en diabetische microvasculaire complicaties. Mogelijk draagt de stoornis ook bij tot macrovasculaire complicaties. Hierdoor lijkt hyperglykemie een vicieuze cyclus van schadelijke effecten in gang te houden die de beheersing van diabetes type 2 bemoeilijkt en complicaties verergert.

Over SGLT2-remmers

De nieren filteren glucose voortdurend uit met behulp van de glomerulus. Vrijwel alle glucose wordt echter weer opgenomen. Een eiwit met de naam SGLT2 is verantwoordelijk voor het grootste deel van de wederopname van glucose. Dit eiwit helpt het lichaam glucose vast te houden voor zijn energiebehoeften. Bij patiënten met diabetes draagt de overtollige glucose die op deze wijze wordt vastgehouden bij tot de aanhoudende hyperglykemie. Het onderdrukken van de activiteit van SGLT2 remt de wederopname van glucose in de bloedsomloop van het lichaam, en leidt daardoor tot de uitscheiding van glucose via de urine.

De samenwerking tussen Bristol-Myers Squibb en AstraZeneca

Bristol-Myers Squibb en AstraZeneca startten in januari 2007 een samenwerkingsverband om de bedrijven in staat te stellen twee experimentele geneesmiddelen voor diabetes type 2 te onderzoeken, te ontwikkelen en op de markt te brengen: ONGLYZA en dapagliflozin. De samenwerking tussen Bristol-Myers Squibb en AstraZeneca op het gebied van diabetes draait om wereldwijde zorg voor de patiënt, het verbeteren van de uitkomst voor de patiënt en het ontwikkelen van een nieuwe visie op de behandeling van diabetes type 2.

Over Bristol-Myers Squibb

Bristol-Myers Squibb is een internationaal biofarmaceutisch bedrijf. De missie van het bedrijf is het menselijk leven te verlengen en te verbeteren. Voor meer informatie kunt u terecht op www.bms.com.

Over AstraZeneca

AstraZeneca is een vooraanstaand internationaal bedrijf op het gebied van de gezondheidszorg dat zich bezighoudt met onderzoek, ontwikkeling, productie en verkoop van belangrijke op recept verkrijgbare geneesmiddelen. Daarnaast levert het bedrijf geneesmiddelen aan zorgverleners. AstraZeneca is een van de meest vooraanstaande farmaceutische bedrijven ter wereld met een omzet van US $31,6 miljard aan gezondheidszorgproducten en is leider op het gebied van geneesmiddelen voor gastro-intestinale, cardiovasculaire, neurologische, respiratoire, oncologische en infectueuze aandoeningen. Voor meer informatie over AstraZeneca kunt u terecht op: www.astrazeneca.com.

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.

CONTACT:
Media:
Bristol-Myers Squibb
Ken Dominski, +1 609-252-5251
ken.dominski@bms.com
of
AstraZeneca
Jim Minnick, +1 302-886-5135
jim.minnick@astrazeneca.com
of
Beleggers:
Bristol-Myers Squibb
John Elicker, +1 609-252-4611
john.elicker@bms.com
of
AstraZeneca
Karl Hard, +44-20-7304-5322

karl.hard@astrazeneca.com