PH Nieuwsbrief 350

Wekelijkse nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health van het Julius Centrum, Utrecht


AGNES KANT WIJZIGT WET EN WAT NU?


Sinds begin dit jaar functioneert de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Die nieuwe wet vervangt de oude Wet op de Collectieve Preventie en de infectieziektenwet. Die vervanging was nodig omdat de Wereldgezondheidsorganisatie WHO nieuwe richtlijnen voor infectieziektebestrijding had opgesteld. De WPG regelt in artikel 5 van de WPG ook dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de jeugdgezondheidszorg. Eigenlijk niets aan de hand: gewoon oude wetten een beetje opknappen. Maar Kamerlid Agnes Kant heeft in het najaar 2008 een wijzigingsvoorstel aangenomen gekregen in de Tweede Kamer. Er staat nu een artikel 5A in die wet, dat gemeenten verantwoordelijk maakt voor de ouderengezondheidszorg, dit naar analogie van het gewone artikel 5 over jeugdgezondheidszorg. Ook voor ouderen zouden, aldus de Tweede Kamer in navolging van Kant, consultatie bureaus moeten komen met vroegtijdige signalering van gezondheidsproblemen. De Centra voor Jeugd en Gezin krijgen er een doelgroep bij: ze worden centra voor jeugd, gezin en ouderen. De Eerste Kamer heeft het wijzigingsvoorstel afgewezen. Op artikel 5A na is de WPG thans van kracht. Het Ministerie van VWS, GGD Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Actiz organiseren thans brainstormsessies over de ontstane impasse. Zij weten zich geen raad. Zij zijn niet gewend dat de Tweede Kamer het initiatief neemt. De WPG kwam uitvoerig aan de orde tijdens nascholing die ondergetekende op 4 juni gaf over recente ontwikkelingen in de Public Health. Die nascholing was gericht op leidinggevende beleidsmedewerkers volksgezondheid van Utrechtse gemeenten. Ik gaf de eendaagse cursus op verzoek van de GGD Midden Nederland, na Amsterdam en Rotterdam de grootste GGD van Nederland. Andere actuele thema's waren de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, de oprichting van Centra voor jeugd en Gezin, het preventief gezondheidsonderzoek onder ouderen en het toenemende overgewicht en alcoholgebruik bij de Utrechtse bevolking. In de nascholingsgroep hebben we gebrainstormd over de vraag wat er nu zou moeten gebeuren met dat artikel 5A in de Wet Publiek Gezondheid. In telegramstijl geef ik enkele oplossingen aan. Ten eerste bestaat er grote behoefte aan preventieve ouderenzorg. Vroegtijdige signalering van chronische aandoeningen, cardiovasculair risicomanagement, valpreventie en preventie van overbelasting van mantelzorgers vraagt om een systematische aanpak zoals in de jeugdgezondheidszorg waar vroegtijdige signalering van opgroei- en opvoedproblemen centraal staat. Ten tweede is er veel voor te zeggen om te Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Publieke Gezondheid (WPG) in elkaar te schuiven of op elkaar af te stemmen (zie hierover ook het volgende bericht). Ten derde zou in de Zorgverzekeringswet preventieve interventies betaalbaar moeten worden indien zij passen in het gemeentelijke beleid voor de publieke gezondheid. Als docent heb ik de gemeente ambtenaren getroost dat de Tweede Kamer het ook niet goed weet wat zij aanmoet met de toenemende kosten voor chronische en ouderenzorg. De ene keer pleit zij voor marktwerking tussen drie partijen: zorgverzekeraar, zorgaanbieder en patiënt. Dan is er geen plaats voor gemeenten. Een maand later, bij wijze van spreken, mogen gemeenten via de WPG de ouderengezondheidszorg gaan leiden.


SPOEDPOSTEN HEBBEN VIER VOORDELEN VOOR PATIËNTEN (AFLEVERING 2)


Een spoedpost (zie voor een definitie de vorige nieuwsbrief nr 349 en het een na laatste bericht hieronder) bevindt zich altijd op een ziekenhuisterrein. Dat is niet altijd het geval voor een losse huisartsenpost. Dankzij de ANWB bewegwijzering is een spoedpost daarom altijd goed te vinden. De betere vindbaarheid voor de bevolking noem ik daarom een voordeel van een spoedpost boven een losse huisartsenpost. Dit is het eerste voordeel van een spoedpost vanuit patiëntenoptiek. Er zijn nog drie andere. Het tweede voordeel is dat patiënten niet hoeven na te denken welke professional ze met hun acute probleem moeten hebben. Bij de spoedpost adviseert een triagist of men beter naar een huisarts, een specialist of een verpleegkundige kan gaan. Het derde voordeel is het bij-nader-inzien-argument. Stel dat na een bezoek aan de huisartsenpost en na de anamnese en lichamelijk onderzoek toch aanvullende diagnostiek nodig is, dan is dat snel geregeld zonder de patiënt opnieuw te bevragen. Het vierde argument is het bedrijfsdrukte-argument. Bij een piek in de bedrijfsdrukte van de huisartsen kan een SEH-verpleegkundige even bijspringen. Dan hoeft een patiënt minder lang te wachten. Deze voordelen geef ik in de tweede aflevering van een serie mini colleges over spoedposten. Ik heb de vier argumenten ontleend aan een inleiding van een bestuurslid van de NPCF die ze bij de opening van de spoedpost Harderwijk keurig op een rijtje zette. Het zijn theoretische voordelen. Of ze in de praktijk en in een lokale situatie opgaan weet ik niet. Zo kan het zijn dat een plaatselijke, losse huisartsenpost toch uitstekend vindbaar is. Wie aan een spoedpost begint, moet wel nagaan of deze vier voordelen zich inderdaad voordoen. Graag ontvang ik reacties van lezers met andere theoretische voor- en nadelen voor patiënten van het nieuwe fenomeen van spoedposten. De volgende aflevering gaat over de economische voor- en nadelen zijn van een spoedpost. Deze serie afleveringen over spoedposten gaat vooraf aan het negende nationale congres, zegmaar jaarbeurs, over recente ontwikkelingen in de ambulancezorg, huisartsenposten en SEH's op vrijdag 18 september. Plenaire inleiders uit binnen- en buitenland en twintig workshops gaan in op alle aspecten van spoedzorg. Wil jij naar dit congres? Wil je in één dag op de hoogte raken van alle recente ontwikkelingen in beleid, veld en onderzoek binnen en buiten je eigen directe beroepsgroep en voorziening? Surf dan naar www.integratedcare.nl klik door op nascholing lees de uitgebreide brochure en meld je aan.


POSITIE VAN MEDISCH SPECIALISTEN TER DISCUSSIE


Nergens ter wereld verdienen medisch specialisten zo veel als in Nederland. De inkomens liggen hoger dan die in USA en elders in Europa. Elke beleidswijziging voor ziekenhuizen verloopt traag door de financiële oppositie van medische maatschappen. Daardoor zijn er thans 26 verschillende soorten DBC's: een per wetenschappelijke vereniging van medisch specialisten. Daardoor mislukken plannen van ziekenhuizen om niet meer alle DBC's aan te bieden en minder frequente uit kwaliteitsoverwegingen of vanwege te hoge kosten uit het assortiment te halen. Er is behoefte aan verlicht despotisme om de macht van specialisten te reduceren. Deze opmerkingen tekende ik op bij sprekers en deelnemers aan het Nationale Ziekenhuis Congres dat op 2 juni plaatsvond in het Hilton Hotel te Soestduinen. Mij viel de agressie op waarmee statements werden gemaakt. Ter bescherming van betreffende directeuren en vooraanstaande beleidsmakers noem ik hier geen naam en toenaam. Zelf was ik ook spreker op dat congres. Ik heb toen gepleit voor een andere positie van specialisten binnen het ziekenhuis. Hun inkomen is niet interessant. Dat is maar een klein deel van de totale kosten van de zorg. Van belang zijn de kosten die zij veroorzaken door een te onafhankelijke positie in medische maatschappen. Te hoge kosten omdat alle ziekenhuizen in Nederland daardoor alle vormen van zorg blijven aanbieden. Te hoge kosten omdat daardoor innovaties uitblijven. Te hoge kosten omdat daardoor het aanleggen van de zo wenselijke zorgpaden voor acute en chronische zieken uitblijven. Ik heb op het congres gepleit voor het in elkaar schuiven van bestuurlijke en professionele macht binnen ziekenhuizen: zeg maar van de Raad van Bestuur en van het Medisch Stafbestuur. Ik heb een pleidooi gehouden om een alliantie te vormen tussen de Vereniging van Nederlandse Ziekenhuizen en de Orde van Medisch Specialisten. Ik was op het congres niet agressief maar heb wel een beroep gedaan op het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. De Power Points van mijn voordracht tref je aan op www.integratedcare.nl doorklikken op voordrachten en publicaties. Tot zover dit bericht. In de Julius Masterclasses Geïntegreerd financieel en kwaliteitsmanagement en Clinical Leadership gaan Juliusdocent dr. Henk van der Steeg, arts en ondergetekende nader in op die wenselijke integratie van bestuurlijke en professionele macht in ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Wil je in september beginnen aan een twaalf middagen durende cursus voor gevorderden? Wil jij je agressie omzetten in creatieve, duurzame oplossingen? Wordt dan lid van de Gideonsbende die afgestudeerden van onze Masterclasses geleidelijk vormen. Surf naar www.integratedcare.nl klik door naar nascholing lees de brochures en meld je aan.


GEMEENTEN BALEN VAN AL DIE NOTA'S OVER WELZIJN EN GEZONDHEID


De Wet Publieke Gezondheid (WPG, zie ook het bericht hierboven) vereist dat alle gemeenten in Nederland voor 1 juli 2011 een beleidsnota uitbrengen over de gezondheid van hun inwoners. Ook de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) vereist dat er nota's komen: eens in de zoveel jaar. Aan de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin gaat ook vaak een gemeentelijke nota vooraf. Sinds enkele jaren bestaat ervaring met het schrijven van dergelijke nota's. Die ervaring kwam uitvoerig aan de orde tijdens nascholing die ondergetekende op 4 juni gaf over recente ontwikkelingen in de Public Health (zie ook bericht hierboven). Die nascholing was gericht op leidinggevende beleidsmedewerkers volksgezondheid van Utrechtse gemeenten. Ik gaf de eendaagse cursus op verzoek van de GGD Midden Nederland, na Amsterdam en Rotterdam de grootste GGD van Nederland. Andere actuele thema's waren de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, de oprichting van Centra voor jeugd en Gezin, het preventief gezondheidsonderzoek onder ouderen en het toenemende overgewicht en alcoholgebruik bij de Utrechtse bevolking. De ervaringen met de nota's bleken niet gunstig: men spuwde gal tijdens de nascholing. ER moeten te veel nota's tegelijk geschreven geworden. Verder zijn lokale politici niet echt bereid wat aan volksgezondheid te doen: het alcoholvrij maken van sportkantines bijvoorbeeld is onbespreekbaar. Ten derde is het lokale veld vaak aan het kissebissen en heeft geen gezamenlijke visie. Als docent heb ik de cursisten aangeraden om, indien haalbaar, de beleidsnota's voor de Wmo en de Wpg in elkaar te schuiven. Dat gebeurt al bij sommige gemeenten vanuit de visie: 1. om te participeren (Wmo) moet je gezondheid zijn (Wpg) en 2. door te participeren (wmo) blijf je gezond (Wpg). Verder heb ik afgeraden brede beleidsnota's te schrijven: dus bijvoorbeeld geen nota over de Wmo in brede zin maar wel over het aanbesteden van huishoudelijke hulp en signalering van zorgbehoeften door huishoudelijke hulpen. Ten derde is het interessanter een volksgezondheidsprobleem aan de orde te stellen, bijvoorbeeld overgewicht, en dan niet te focussen op WMO en WPG, maar alle regelingen en wetten door te nemen voor wijkinrichting, recreatie, sport, onderwijs, patatzaken dichtheid en ook preventieve interventies binnen de zorg.


ORBIS IN SITTARD IS BRANDEND PLATFORM VOOR DE REGERING


Ziekenhuizen met financiële problemen hebben tweescenario's tot hun beschikking. Het eerste is het intelligent en zorgvuldig uitdunnen van het takenpakket. Bepaalde DBC's worden dan niet meer aangeboden. En soms verdwijnen hele specialismen uit het zorgpakket. Dat gebeurt in het algemeen met noodlijdende bedrijven: ze worden gestript. Verliesgevende activiteiten worden afgestoten en winstgevende versterkt. Dit scenario bestaat bekend als de portofolio aanpak. Deze aanpak is moeizaam bij ziekenhuizen omdat medische maatschappen zich daartegen veelal verzetten en de professionele gelederen zich dan sluiten. Het tweede scenario heet burning platform. De metafoor komt van de olieplatforms op zee waar wel eens brand uitbreekt. De gevolgen voor werknemers op dat platform, voor de omgeving en de oliemaatschappij zijn enorm groot. In het verleden wilde niemand zo'n brand blussen, totdat een regering onder druk van massamedia bijvoorbeeld marine en dure experts eropaf stuurde om het probleem op te lossen. Het voorbeeld van een figuurlijk brandend platform was het Medisch Centrum Lelystad. Dit ziekenhuis had grote financiële tekorten. Gemeente Lelystad, provincie Flevoland, Minister Klink en de NZA hebben de brand geblust. Het ziekenhuis is niet failliet gegaan en is bezig met een doorstart. Het tweede brandende platform vormt op dit moment Orbis Medisch Centrum te Sittard. Dit ziekenhuis heeft prachtige nieuwbouw. Die is met steun van het Ministerie van VWS en tal van andere instanties ontwikkeld. Het moest het voorbeeld worden van het ziekenhuisgebouw van de 21ste eeuw. Rente en afschrijvingen van die nieuwbouw kunnen onmogelijk verhaald worden in de bestaande DBC systematiek en de liberalisering van de ziekenhuis bouwmarkt die sinds 2008 bestaat. Dit hele verhaal tekende ik op uit de mond van een spreker na mij op het Nationale Ziekenhuis Congres dat op 2 juni plaatsvod in het Hilton Hotel te Soesduinen (zie ook het bericht hierboven). De inleider was portefeuillehouder Financiën van een Raad van Bestuur van een groot ziekenhuis uit het noorden van het land, die zijn portefolio scenario zag mislukken. Met argusogen volgen -zo bleek tijdens het congres- andere Nederlandse ziekenhuizen de bluspogingen bij de Orbis brand. Want er zijn nog veertig ziekenhuizen in de rode cijfers. Voor de regering is te hopen dat er geen burning platform ziekenhuizen zijn tijdens de gemeenteraads- en kamerverkiezingen. Dergelijke negatieve publiciteit uit de ziekenhuiswereld kunnen CDA en PvdA er volgens mij niet bij hebben, schrijf ik daags na de Europese verkiezingen.


NIEUW HANDBOEK UIT OVER CENTRA VOOR JEUGD EN GEZIN


Annemiek van Woudenberg is jeugdarts. Zij heeft in de periode 2002 tot 2007 in Amsterdam de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) opgericht. Die heten daar Ouder- en Kind Centra (OKC's). Samen met haar collega jeugdarts Anneke Kesler draaide zij weken van zestig uur en vergaderde zij in alle Amsterdamse stadsdelen. Er kwamen veertien OKC's fysiek tot stand en prachtige zorgafspraken en multidisciplinaire richtlijnen. In 2008 nam Van Woudenberg een sabbatical. Ze nam letterlijk afstand door in de USA een jaar te studeren. In dat jaar schreef zij een handboek dat enkele weken geleden uitkwam bij Van Gorkum. Het heeft als titel Werken aan het CJG. Het telt 193 pagina's. Deel 1 en deel 2 (beide circa veertig pagina's lang) gaan over de gezondheid en welzijn van de jeugd, het concept van de CJG's en de voordelen van dit concept. Dit is prima leerstof voor beginners. Deel 3 (80 pp) en deel 4 (30 pp) gaan over de realisatie van de CJG's en de communicatie daarbij. Deze delen zijn een must voor iedereen die met CJG's in oprichting bezig is. Van Woudenberg onderscheidt bij het realiseren vijf D's: 1. Diagnose (wat zijn de opgroei en opvoedproblemen in mijn gemeente en wat zijn de oorzaken daarvan) 2. Dromen (hoe ziet mijn ideale CJG eruit bij de diagnose die ik gesteld heb 3. Draagvlak (krijg ik alle instellingen en instanties mee met mijn gedroomde ideaal 4. Denken (als ik ze niet allemaal meekrijg, wat wordt dan toch mijn plan van aanpak en 5. Doen en doorzetten (hoe verbind ik opvoedhulp, preventieve basiszorg, hulp aan kinderen in risico gezinnen met elkaar?). Van Woudenberg spreekt in delen 3 en 4 vanuit een grote ervaring en betrokkenheid. Het boek is doorspekt van praktische tips. Graag beveel ik het aan alle Nieuwsbrieflezeres aan.


SPOEDPOST NIET ALLEEN ORGANISATORISCH DEFINIËREN


In de PH.Nieuwsbrief van vorige week (nr 349) definieerde ik een spoedpost organisatorisch. Huisarts Roeland Drijver is oprichter van de Spoedpost Purmerend/Waterland. Hij wil ook een inhoudelijk doelstelling in de definitie. Dat is terecht. Hij mailt: Goed dat je een aanzet geeft voor de definitie van het woord spoedpost, eind 2004 door Erica Bouma bedacht voor Purmerend (Waterland). Jouw definitie is een organisatorische, geen inhoudelijke. Ik stel voor als omschrijving: Een spoedpost is een regionaal punt (post) waar acute zorg wordt geleverd (spoed). Het is een samenwerkingsverband van een HAP en een SEH achter één loket en één voordeur voor triage (frontoffice) met een intensief verweven backoffice. Een spoedpost wordt gekenmerkt door gezamenlijke triage, huisvesting en zorgafspraken over bijvoorbeeld zelfverwijzers. Tijdens het negende nationale congres, zegmaar jaarbeurs, over recente ontwikkelingen in de ambulancezorg, huisartsenposten en SEH's op vrijdag 18 september proberen we te komen tot een algemene voor iedereen acceptabele definitie van spoedpost. Verder gaan plenaire inleiders uit binnen- en buitenland en twintig workshops in op alle aspecten van spoedzorg. Wil jij naar dit congres? Wil je in één dag op de hoogte raken van alle recente ontwikkelingen in beleid, veld en onderzoek binnen en buiten je eigen directe beroepsgroep en voorziening? Surf dan naar www.integratedcare.nl klik door op nascholing lees de uitgebreide brochure en meld je aan.


AANPAK VERKEERDE BEDDEN STAAT SOMS HAAKS OP PATIËNTENBELANG


In PH-nieuwsbrief nr 348 van 24 mei berichtte ondergetekende enthousiast over het dalen van het aantal verkeerde bed patiënten in het Gelderse Vallei Ziekenhuis. Arnold den Hartog te Scherpenzeel is zelfstandig zorgadviseur en relativeert terecht mijn enthousiasme. Hij mailt: Ik vrees dat onder druk van het streven naar weinig verkeerde-bed-dagen de belangen van de patiënt onder druk komen te staan. Om een voorbeeld te geven: Krijgt de patiënt die in een "slecht nieuws gesprek" een moeilijke boodschap heeft gekregen de gelegenheid om bijvoorbeeld nog een dag in het ziekenhuis te blijven? Zodat hij met de medisch specialist en/of verpleegkundigen die hem kennen én zijn naasten na kan denken over het "Hoe verder"? Dat doet hij waarschijnlijk liever dan halsoverkop naar huis te gaan en daar te overleggen met de huisarts die nog geen detailleerde informatie heeft ontvangen van de medisch specialist en thuiszorgmedewerkers die hem wellicht nog vreemd zijn. Formeel is hij echter verkeerde-bed-patiënt vanaf het moment van het slecht nieuws gesprek!

En wat schrijft het "Zorgpad na slecht nieuws gesprek" voor? Biedt dat deze ruimte? En wat te doen als de thuiszorgorganisatie bij wie de patiënt bekend is, iets méér tijd nodig heeft om de wellicht complexe zorg te organiseren dan een andere organisatie die heeft toegezegd binnen 24 uur zorg te kunnen leveren? Hoe wordt dan omgegaan met de voorkeur en de keuzevrijheid van de patiënt? Ik vrees dat die onder druk staan. En is er aandacht voor het feit dat - als de patiënt thuis zorg nodig heeft - niet alleen de thuiszorgorganisatie maar ook de huisgenoten even tijd nodig hebben om zich in te stellen op de zorg die zij moeten geven en deze daadwerkelijk te organiseren? Naast de verdienste van weinig verkeerde-bed-dagen wil ik ook graag aandacht vragen voor de menselijke maat; voor de patiënt en de mantelzorgers!


REFLECTIE BIJ DE 350STE AFLEVERING VAN DEZE NIEUWSBRIEF


Deze editie van de nieuwsbrief gaat in op een aantal hot issues in de zorg: Agnes Kant, medische specialisten, burning platforms en spoedposten passeerden de revue. Dat was in 2001, bij de eerste aflevering van de Nieuwsbrief, anders. Die was bestemd voor eigen medewerkers: ik meldde toen dat volgende week het gezamenlijk koffie drinken een half uur later begon. De persoonlijke noot in de nieuwsbrief is al die jaren gebleven: alle berichten komen voort uit mijn dagelijkse praktijk van hoogleraar Public Health die college geeft, onderzoek leidt en instanties adviseert. Ik probeer daarbij een UMC Utrecht kernwaarde in acht te nemen: de afstandelijke betrokkenheid. Ik bedoel dat ik in de berichtgeving niet gauw een instantie, beroepsgroep of persoon ergens de schuld van geef. Wel ben ik betrokken als innovaties stagneren of doelgroepen niet aan de bak komen.

De Nieuwsbrief bereikt bij de 350ste aflevering bijna 4000 personen. Ik denk dat het aantal lezers meer is: regelmatig verneem ik dat collega's mijn nieuwsbrieven verder doorsturen. Vaak bereikt mij de vraag hoe ik het vol houd wekelijks op zondag een nieuwsbrief te maken. Mijn antwoord is: schrijven is mijn vak. Ik beleef er zelf plezier en nut aan om de dingen die ik meemaak nog eens op te schrijven. Ik krijg in het weekeinde geweldige ondersteuning bij het schrijven van webmaster Dick Hageman en mijn dochter Merel Schrijvers. Zo blijft er nog genoeg tijd voor ontspanning over. Ik verheug mij erop zo dadelijk naar mijn idool uit jongere jaren te gaan: Neil Young. Hij treedt op in de Ahoy in Rotterdam en is 71 jaar. Als ik die leeftijd heb over elf jaar, hoop ik nog steeds nieuwsbrieven rond te sturen.

VERANTWOORDING


Hierbij ontving je de wekelijkse Nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op via PH.Nieuwsbrief@planet.nl Wil je delen van de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook aanmelden voor rechtstreekse toezending. Je meldt je aan via www.integratedcare.nl/Inschrijfformulier/aanmelding_web.htm en af via http://www.integratedcare.nl/Inschrijfformulier/afmelding_blaster_1.htm. Omdat we nog bezig zijn met de automatisering van de PH.Nieuwsbrief kan het twee weken duren voordat de aan-en afmelding verwerkt is. Door alle hedendaagse beveiligingen is het mogelijk, dat bovenstaande links niet werken. Ga in dat geval voor het aan- en afmelden naar de website www.integratedcare.nl Als het doormailen naar b.v. een collega niet lukt, verwijder dan het laatste deel van deze nieuwsbrief vanaf verantwoording en probeer het nog eens.

De nieuwsbrief is gericht aan een aantal relaties van de Disciplinegroep: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblok studenten, gastdocenten, stage-verleners aan co assistenten Sociale Geneeskunde, onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts Volksgezondheids onderwijs en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan op de internetsite www.integratedcare.nl

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het international Network of integrated Care: www.integratedcarenetwork.org Wil je wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van concept artikelen zijn welkom.

Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers
Hoogleraar Public health in het bijzonder Structuur en functioneren van de
Gezondheidszorg
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen
en Eerstelijnsgeneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
email: a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl
tel: 088 755 9356