1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGLM-2009/1339
Uw kenmerk
Datum 9 juni 2009 -
Onderwerp Verzoek inzake uitvoering Draaiboek Piraterij Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie
reageer ik hierbij op het verzoek van 15 april jl. van de vaste Commissie voor
Verkeer en Waterstaat om informatie te verstrekken inzake de ervaring tot op
heden met de uitvoering van het Draaiboek Piraterij.
Hoewel het aantal bijstandsaanvragen door de escalatie van piraterij in het
zeegebied bij Somalië en de Golf van Aden alle verwachtingen overtreft, zijn de
ervaringen met het draaiboek als afwegingskader voor bijstandsaanvragen
positief. Het in het draaiboek opgenomen `stroomschema' blijkt een efficiënte
procedure om tot een gedegen afweging te komen of een aanvraag kwalificeert.
Na ontvangst van een bijstandaanvraag bij het Kustwachtcentrum volgt
onmiddellijk beoordeling door de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en
Verkeer en Waterstaat. De reders ontvangen normaliter binnen 24- 48 uur na
ontvangst een antwoord op de bijstandsaanvraag.
Of, na het doorlopen van het draaiboek en het goedkeuren van een aanvraag,
werkelijk bijstand kan worden geboden hangt mede af van de beschikbare
capaciteiten van Nederland en bondgenoten in het gebied waar de aanvraag
betrekking op heeft.
In de regio Somalië en de Golf van Aden is een bijzondere situatie ontstaan door
de ontplooiing van de maritieme EU Operatie Atalanta en de mogelijkheid om
aanvragen voor bijstand rechtstreeks bij de EU in te dienen via het Maritime
Security Centre (Horn of Africa) (MSCHOA), gevestigd in Northwood. Dit betekent
dat er aanleiding is de procedure voor het indienen van bijstandsaanvragen door
Nederlandse reders met betrekking tot deze regio aan te passen.
Reders die zich op basis van het draaiboek kwalificeren voor bijstand, worden
door het Kustwachtcentrum reeds gewezen op de mogelijkheid om bijstand aan te
vragen via het MSCHOA. De coördinatie door de EU zorgt ervoor dat zoveel
mogelijk schepen kunnen worden beschermd met gebruikmaking van alle
beschikbare capaciteit in de regio. De gegevens die het MSCHOA van reders
vraagt zijn voor een groot deel vergelijkbaar met hetgeen wordt gevraagd in het
'Formulier Bijstandsaanvraag' dat de Nederlandse overheid hanteert. Dit betekent
a
Pagina 1 van 3
dat reders met schepen in het Nederlandse register, die bijstand aanvragen voor
Datum
de regio Somalië/Golf van Aden, nu zowel bij de Nederlandse overheid, als bij
MSCHOA een bijstandsaanvraag moeten indienen. Ons kenmerk
VENW/DGLM-2009/1339
Teneinde dubbele aanvragen en dus onnodige administratieve lasten te
voorkomen, wordt momenteel met de redersorganisaties de mogelijkheid
besproken dat rederijen van hun bij MSCHOA ingediende aanvragen een kopie
zenden aan het Kustwachtcentrum. Het Kustwachtcentrum geleidt deze
aanvragen dan conform de draaiboek procedure door aan de betrokken
ministeries. Invulling van een Nederlandse bijstandsaanvraag zou dan overbodig
worden. De ministeries houden echter op deze wijze toch inzicht in de aanvragen
(aard en aantal) en kunnen desgewenst in speciale omstandigheden interveniëren
ten behoeve van de aanvrager.
Mochten de reders instemmen met de voorgestelde werkwijze dan zal het
formulier in het kader van het `Draaiboek behandeling bijstandsaanvragen' in
ieder geval wel van toepassing blijven voor de wateren die niet in het
werkingsgebied van de operatie Atalanta zijn gelegen.
Inzake de tijdens het rondetafelgesprek door de reders geuite wens voor het
realiseren van één loket in Nederland waar reders met hun bijstandsaanvragen
voor piraterij terechtkunnen, wijs ik er op dat in de context van het draaiboek het
Kustwachtcentrum al fungeert als centraal aanspreekpunt (één loket functie) voor
de reders. Het Kustwachtcentrum is echter onvoldoende geëquipeerd om alle
reders individueel van advies te dienen op het gebied van operationele zaken. Ik
ben graag bereid met de reders in overleg te treden, bijvoorbeeld in het Nationale
Piraterij Platform van overheid en bedrijfsleven, over de wijze waarop advisering
en kennisuitwisseling beter kunnen worden vormgegeven.
Overigens is er al veel informatie en advies voor reders beschikbaar. Organisaties
als de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en internationale koepels van
het maritieme bedrijfsleven, hebben actuele overzichten van maatregelen (best
practices) opgesteld die reders kunnen gebruiken om hun schepen en
bemanningen zo goed mogelijk te beveiligen en de kans op een aanval te
verkleinen. Ook het MSCHOA is actief bij het opstellen en verspreiden van best
practices en het geven van gerichte adviezen aan de reders.
Wat betreft de wens van de reders om betere Nederlandse coördinatie te
bewerkstelligen, eventueel uit te voeren door bijvoorbeeld een Nederlandse
koopvaardijkapitein, te bekostigen door de Nederlandse overheid, ga ik ervan uit
dat wordt gedoeld op coördinatie tussen Nederland en het MSCHOA hoofdkwartier
in Northwood over bijstandsaanvragen. Een liaison van de Nederlandse rederijen
bij het MSCHOA in Northwood wordt, zoals aangegeven door de minister van
Defensie tijdens het spoeddebat over piraterij op 13 mei jl, niet noodzakelijk
geacht. Alle aanvragen bij MSCHOA worden op zorgvuldige wijze in behandeling
genomen en in het geval de reder hierover vragen heeft kan via de website van
MSCHOA rechtstreeks contact worden opgenomen.
Pagina 2 van 3
Uiteraard ben ik bereid nader met de reders van gedachten te wisselen over
Datum
optimalisering van de coördinatie en communicatie met het MSCHOA.
Ons kenmerk
Hoogachtend, VENW/DGLM-2009/1339
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 3 van 3
Ministerie van Verkeer en Waterstaat