Nederlands kabinet is zeeblind

09/06/2009 20:44

Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders

De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders is zwaar teleurgesteld over de afwijzing van het kabinet om de afdrachtvermindering zeevaart te verbeteren. Hierdoor blijven de loonkosten voor Nederlandse reders voor hun Nederlandse zeevarenden hoger dan die van hun Belgische en Duitse concurrenten. Door deze opstelling van het kabinet wordt de concurrentiepositie van Nederlandse reders uitgehold. Bovendien bemoeilijkt dit het de Nederlandse reders om met Nederlandse zeevarenden te blijven varen, terwijl deze juist nodig zijn voor de toekomst van de Nederlandse maritieme cluster.

Hoewel de Staatssecretarissen van Financiën en Verkeer en Waterstaat de feitelijke achterstand op het gebied van loonkosten voor Nederlandse reders ten opzichte van hun Belgische en Duitse concurrenten erkennen wordt een verbetering van de afdrachtvermindering zeevaart niet nodig geacht. In de brief aan de Tweede Kamer van 8 juni geven beide bewindslieden bovendien aan er geen geld voor over te hebben.

Tineke Netelenbos noemt deze opstelling ronduit onverstandig. Bij de presentatie van het jaarverslag 2008 'Om de toekomst van Nederland als zeevaartnatie', op de ledenvergadering van 10 juni, stelt de bestuursvoorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR): "Door de afdrachtvermindering zeevaart niet te verbeteren toont het Nederlandse kabinet zich zeeblind. Nederlandse reders zijn daardoor minder competitief op de internationale markt. Deze ongelijke concurrentiepositie voor reders doet zich nu extra voelen in deze economische moeilijke tijd. Dit valt slecht te rijmen met het streven van de Nederlandse overheid om de logistieke kracht van Nederland in Europa en de wereld te garanderen." Zij doet een oproep aan de leden van de Tweede Kamer om zich te blijven inspannen voor een verbetering van de positie van de Nederlandse zeescheepvaart.

De reders benadrukken hun eis om de afdrachtvermindering - een fiscale tegemoetkoming in de loonkosten van de Nederlandse zeevarenden - te verhogen van 40 naar 45 procent. Bovendien dienen alle reders - klein en groot - deze tegemoetkoming ten volle te kunnen gebruiken. De structurele kosten voor de overheid die hiermee gemoeid zijn, bedragen 10 miljoen euro.

Er is grote druk op de vrachttarieven in de zeevaart. De kosten voor de reders dalen echter niet of in veel mindere mate. Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde recent dat door de economische recessie de vrachtprijzen voor de Nederlandse zeevaart in het eerste kwartaal van dit jaar 15,5 procent zijn gedaald ten opzichte van een kwartaal eerder. Voor het containervervoer bedroeg de prijsdaling zelfs 22,1 %.

Een ander topthema waarvoor de KVNR van de Nederlandse overheid een oplossing verwacht is het bestrijden van de piraterij op de transportslagader in de Golf van Aden en in het zeegebied ten oosten van Somalië. De veiligheid van Nederlandse schepen in deze gebieden wordt sterk bedreigd door de piraterij. De KVNR is in afwachting van de brief van de minister van Defensie over de mogelijke inzet door de Nederlandse marine van gewapende mariniers ter bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen. Effectieve bescherming van Nederlandse schepen en hun zeevarenden is er tot heden amper geweest.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.kvnr.nl