OM niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig wissen van afgeluisterde
telefoongesprekken
Maastricht, 9 juni 2009 - In het onderzoek tegen twee (voormalige)
sociaal werkers, die door het Openbaar Ministerie verdacht van
belastingfraude, zijn telefoongesprekken afgeluisterd die de
verdachten voerden met hun raadslieden.
De afgeluisterde communicatie is bewaard ten kantore van de opsporende
instantie. Een aanzienlijk deel van de gesprekken is vier jaar na dato
nog steeds niet gewist. Van het deel dat wel is gewist, is niet
duidelijk of dit op een afdoende wijze is geschied. Voorts is niet
duidelijk wie gedurende de afgelopen vier jaar toegang heeft gehad tot
de afgeluisterde gesprekken en of informatie uit de gesprekken
mogelijk heeft bijgedragen aan het onderzoek tegen de verdachten.
De rechtbank is van oordeel dat geenszins is uit te sluiten dat de
afgeluisterde en niet tijdig gewiste communicatie tussen de verdachten
en hun raadslieden informatie heeft opgeleverd die op de een of andere
wijze van belang is geweest voor het opsporingsonderzoek. Het
instellen van een onderzoek naar de inhoud van de afgeluisterde
gesprekken, om zo te kunnen beoordelen of de verdachten door het niet
tijdig wissen al dan niet in hun verdediging zijn geschaad, acht de
rechtbank geen goede weg. Een dergelijk onderzoek kan immers alleen
worden uitgevoerd, indien de rechtbank kennis neemt van de inhoud van
de gesprekken met de geheimhouders. Het is echter juist door deze
kennisneming dat de geheimhouding zal worden geschonden. Gelet op het
grote belang van het geheim blijven van gesprekken met geheimhouders
acht de rechtbank dit principieel onjuist.
Om die reden verklaart de rechtbank het openbaar ministerie
niet-ontvankelijk.
LJ Nummers
BI6974
BI6976
Bron: Rechtbank Maastricht
Datum actualiteit: 9 juni 2009
Gerechtelijke organisatie