Ministerie van Economische Zaken

Kosten teruglevering decentrale elektriciteit

11 juni 2009

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over het bericht dat teruglevering van decentraal opgewekte stroom mogelijk fors duurder wordt, kenmerk 2009Z08634, gedateerd 11 mei 2009.

1
Kent u het bericht "Teruglevering WKK-stroom wordt mogelijk fors duurder"? Antwoord
Ja.

2
Is de bewering in het bericht waar dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) u heeft geadviseerd netbeheerders toe te staan om transporttarieven te heffen over WKK-stroom die door de telers wordt teruggeleverd aan het net? Zo ja, kunt u dit advies beschikbaar stellen aan de Kamer? Antwoord
Nee, de NMa heeft mij geen advies op dit onderwerp gegeven en ik verwacht ook geen advies van deze strekking. In gesprekken heeft de NMa wel medegedeeld dat de NMa het onderwerp laat rusten totdat op politiek niveau een aantal besluiten genomen is.

3
Hoe verhoudt dit advies zich ten opzichte van de doelstelling van het kabinet om toegang tot het elektriciteitsnet voor decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten te vergemakkelijken?

4
Wat zijn de consequenties van invoering van een transporttarief voor decentrale, duurzame elektriciteitsproductiemiddelen die worden gestimuleerd in het kader van de regeling voor Stimulering Duurzame Energie (SDE)? Leidt invoering van een transporttarief tot een verhoging van de 'onrendabele top'? Zo ja, wat is daarvan de invloed op de hoogte van het budget voor de SDE-regeling en/of het aantal projecten dat aanspraak kan maken op subsidie?
5
Hoe wordt bij invoering van een transporttarief voor decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten omgegaan met reeds bestaande installaties, die zijn gebaseerd op een business case waarin geen rekening is gehouden met een transporttarief en waaraan subsidies zijn verleend waarbij evenmin met een dergelijk tarief rekening is gehouden?

6
Is de suggestie waar dat een eventueel transporttarief alleen van toepassing zal zijn op decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten en niet op conventionele, grootschalige elektriciteitsproductie? Zo ja, hoe verhoudt een dergelijk onderscheid zich met het in de Elektriciteitswet vastgelegde principe van nondiscriminatie en met de doelstelling om de energievoorziening te verduurzamen?
7
In hoeverre zijn de argumenten om in 2004 het Landelijk Uniform Producenten transporttarief op nul te stellen 2) relevant voor het invoeren van een transporttarief voor decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten?
8
Kunt u toelichten waarom de toenmalige Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) in 2005 van mening was dat decentrale elektriciteitsproductie zou leiden tot een kostenbesparing 3), terwijl nu juist invoering van een transporttarief voor dergelijke installaties wordt overwogen?
Antwoord 3, 4, 5, 6, 7 en 8
De onderwerpen die in deze vragen worden geadresseerd, vergen een brede beleidsmatige beschouwing gevolgd door een politieke afweging. Ook zie ik mogelijke effecten op de prijs van elektriciteit, op het investeringsklimaat (in het bijzonder voor duurzame productie), op de internationale handel. Juist deze complexiteit, die met de invoering van een producententarief gepaard gaat, heeft de NMa er toe gebracht het eigen onderzoek naar het producententarief te staken.

9
Hoe verhoudt het advies van de NMa zich tot de eerder aangekondigde 'heroverweging' van het reguleringskader? Kunt u de Kamer nader informeren over het tijdpad voor deze heroverweging?
Antwoord
Zoals hierboven reeds vermeld, heb ik op dit onderwerp geen advies van de NMa ontvangen. In het kader van de in het Energierapport 2008 aangekondigde beoordeling reguleringskader zal ik de voor- en nadelen van een producententarief analyseren. Zoals het artikel reeds noemt, zal ik u eind 2009 over deze herziening rapporteren.

10
In hoeverre kunnen zogenaamde 'Smart Grids' het aansluiten van decentrale, duurzame elektriciteitsproductiemiddelen vereenvoudigen? Hoe staat het in dit verband met de in het Energierapport aangekondigde Taskforce Smart Grids?

Antwoord
"Smart grids" zullen in staat zijn vraag en aanbod van elektriciteit reeds op een lokaal niveau effectief te koppelen. Daardoor kunnen hoofdtransportverbindingen minder worden belast.
De onderhavige problematiek is echter van een andere orde. De situatie in het Westland is daarbij illustratief: de lokale vraag is maximaal in de orde van 200 MW, terwijl er binnenkort voor 800 MW aan WKK-vermogen staat opgesteld. Dat betekent dat er voor 600 MW aan transportcapaciteit beschikbaar moet zijn voor de export van de WKK-stroom naar buiten het Westland. Juist het uitbreiden van deze capaciteit veroorzaakte tot voor kort de aansluitproblemen. Ik verwacht binnenkort de leden van de "Taskforce Smart Grids" te kunnen benoemen.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken