Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Factsheet Mei 2009, nummer 6a Monitor 2008 Zorg- en adviesteams in het onderwijs ­ eerste uitkomsten

Zorg- en adviesteams (ZAT's) vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het onder- wijs en het jeugdbeleid. ZAT's zijn interdisciplinaire teams waarin professionals uit het (speciaal) onderwijs, leerplicht, het maatschappelijk werk, de jeugdzorg, de gezondheids- zorg en politie structureel samenwerken om scholen, gezinnen en kinderen en jeugdigen met (vermoedens van) emotionele, gedrags-, ontwikkelings- en/of schoolleerproblemen te ondersteunen. Het kabinet streeft naar een landelijke dekking van goed functionerende ZAT's zodat preventie en vroegtijdige signalering en de snelle inzet van passende hulp gewaarborgd zijn en kinderen en jeugdigen de zorg krijgen die zij nodig hebben. De afgelopen jaren is aanzienlijke vooruitgang op dit terrein geboekt. In dit factsheet zijn de belangrijkste (eerste) resultaten van het jaarlijkse monitoronderzoek naar de zorgstructuur van scholen en samenwerkingsverbanden en vooral de Zorg- en adviesteams in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs vervat.

Aantal ZAT's gegroeid in 2008 In 2008 is een ZAT in het PO beschikbaar voor circa 6.700 leerlingen, in het VO voor gemiddeld 700 In het primair onderwijs beschikt 69% van de WSNS- leerlingen. Voor de ROC's zijn de cijfers voor 2008 nog verbanden over een ZAT (Zorg- en adviesteam). Dat was niet bekend maar in 2007 werkte een ZAT voor 61% in 2007. In het voorgezet onderwijs heeft 95% van gemiddeld 4.200 deelnemers. Dit cijfer echter doet geen de scholen een ZAT, 3% meer dan in 2007. Bij het recht aan de verschillen in de aard en de ernst van de middelbaar beroepsonderwijs, in het bijzonder bij de problematiek tussen deelnemers op niveaus 1-2 en 3-4 ROC's, is het aandeel ZAT's gegroeid van 75% naar 82%. waarmee ROC's te maken hebben. We pleiten ervoor om een ZAT voor iedere 500 deelnemers op niveau 1-2 in te Ontwikkeling dekkingsgraad ZAT's 2003-2008 (%)
stellen en een ZAT per 3000 deelnemers op niveau 3-4. 100
%
90 De ZAT's zijn niet gelijkelijk over Nederland gespreid. Er 80 bestaat een regionale verscheidenheid in het percentage ZAT's in het PO, VO en MBO. In het VO heeft in acht 70
provincies/grootstedelijke jeugdzorgregio 95% of meer 60 van de scholen een ZAT. In andere provincies/groot- 50 stedelijke regio's ligt het percentage daar net of ruim onder. Met name in Groningen, Drenthe, Stadsregio 40
Rotterdam en Noord-Brabant blijft het aandeel ZAT's (86 30
primair onderwijs voortgezet onderwijs mbo tot 90%) achter bij de landelijke ontwikkeling. De dekkingsverschillen per regio worden ook voor het PO 2003 2004 2006 2007 2008 en MBO in kaart gebracht en op een later tijdstip in

factsheets per onderwijssector gerapporteerd.




Nederlands Jeugdinstituut Monitor 2008: Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs

Stabiel positief oordeel over · goede probleemtaxatie en diagnostiek; functioneren van ZAT's · betere afstemming van de onderwijszorg en hulp van externe instellingen. In het PO zijn tevredenheidcijfers over het functioneren In het MBO dragen de ZAT's volgens zes tot acht van van het ZAT onveranderd ten opzichte van 2007. Het iedere tien ROC's in hoge mate bij aan: oordeel over de expertise van deelnemers (83%) en de · een betere samenwerking tussen school en externe samenwerking tussen deelnemers is hoog (77%). instellingen;
· de verdieping van en verbreding in de Scholen voor voortgezet onderwijs blijven positief probleemstelling van de leerling; oordelen over het functioneren van het ZAT. De expertise · een efficiëntere aanpak van problemen; van deelnemers (89%) en de samenwerking tussen · een snellere realisatie van begeleiding of hulp. deelnemers (89%), die ook in 2007 als goed tot zeer goed werden beoordeeld, zijn het vaakst positief beoordeeld. Beoogde deelname kerninstellingen aan ZAT stabiel of licht stijgend Bij de ROC' s zijn de respectieve tevredenheid-
percentages over de expertise van en samenwerking Naast medewerkers van het onderwijs rekenen we enkele tussen de deelnemende partijen 93% en 86%. partnerinstellingen tot de kernpartijen van het ZAT. Deze zogenaamde kerninstellingen verschillen per onderwijs- Sommige aspecten behoeven sector. In de onderstaande tabellen staan ook voor enkele verbetering andere participerende instellingen de deelnamecijfers cursief vermeld. Uit de antwoorden op het functioneren van de ZAT's kunnen ook verbeterpunten worden afgeleid. Zowel bij In het primair onderwijs bestaan de kerninstellingen het PO als het VO wordt door de ZAT's gemeld dat van het bovenschools ZAT (lokaal/regionaal verbetering mogelijk is bij de inzet van preventieve samenwerkingsverband PO) naast onderwijs uit de programma's van externe instellingen in de scholen, en jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, bureau bij de aard en omvang van hulpprogramma's die ingezet jeugdzorg en het REC cluster 4. De deelname van de worden vanuit het ZAT. Daarnaast rapporteren ZAT's in kerninstellingen in de ZAT's binnen het PO is in 2008 het PO dat de inzet of mandatering van externe instel- stabiel gebleven. De participatie van REC cluster 4 blijft, lingen in de ZAT's voor verbetering in aanmerking komt, achter bij de overige kernpartners in het ZAT. De evenals de inbedding van het ZAT in de zorgstructuur op deelname van de jeugd-ggz is toegenomen. de basisscholen.
Bij het MBO komen drie aspecten naar voren die aan- Het bovenschools ZAT werkt aanvullend op de zorgteams dacht behoeven: adequate consultatiemogelijkheden van scholen, waarin vooral de intern begeleider van de voor de docenten, de inbedding van het ZAT in de school, de jeugdgezondheidszorg en het schoolmaat- structuur van de interne leerlingenzorg op de school, schappelijk werk participeren. Ook bestaan op en de tijdige verwijzing van leerlingen naar het ZAT. schoolniveau intensieve werkrelaties met de leerplicht en Gepercipieerde resultaten ZAT de onderwijsbegeleidingsdienst.

blijven positief Tabel 1 Samenstelling ZAT's in PO naar kerninstellingen, De laatste jaren oordeelt een meerderheid van de 2005-2008 (in procenten) scholen, samenwerkingsverbanden en lokale c.q. 2008 2007 2005 provinciale overheden positief over diverse jeugdgezondheidszorg 92 93 86 resultaatgebieden van het ZAT. De topvier van door het maatschappelijk werk 89 88 84 ZAT behaalde resultaten in het PO en VO luidt ook in bureau jeugdzorg 84 88 64 2008: REC-4 59 50 55
· het sneller mobiliseren van passende begeleiding of Leerplicht 69 69 31 hulp; politie 48 51 20
· meer doeltreffende aanpak van problemen; jeugd-ggz 59 56 31

2




Nederlands Jeugdinstituut Monitor 2008: Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs

Bij de ZAT's op scholen voor voortgezet onderwijs Formalisering inzet instellingen blijft worden behalve het maatschappelijk werk, bureau stabiel jeugdzorg en de jeugdgezondheidszorg ook de De ZAT's maken met deelnemende instellingen afspra- leerplichtambtenaar en de politie tot de kerninstellingen ken over hun inzet in het ZAT. Het percentage monde- gerekend. Dit geldt niet voor REC cluster 4; de REC's linge of schriftelijke afspraken tussen ZAT en deel- sluiten meestentijds aan op het niveau van het nemende instellingen is niet voor elk ZAT ­ dat varieert samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. per deelnemende instelling. Bij het primair onderwijs varieert het percentage Ook bij het VO is de deelname van de kernpartijen aan afspraken met instellingen tussen 76% en 90%, waarvan het ZAT in 2008 stabiel (of licht toegenomen). Bijna elk 50% tot 65% geformaliseerde schriftelijke afspraken (zie ZAT op scholen voor voortgezet onderwijs is, naast tabel 4). onderwijsmedewerkers, samengesteld uit functionarissen In 2008 is het percentage schriftelijke afspraken met de van het de jeugdgezondheidszorg en de Leerplicht. jeugdgezondheidszorg licht afgenomen. De ZAT's in het Daarnaast neemt aan 79% van de ZAT's een PO hebben daarentegen met REC cluster 4 vaker schoolmaatschappelijk werker deel. Bureau jeugdzorg en afspraken gemaakt. de politie volgen met 72% en 66%.
Tabel 4 ZAT's in PO naar schriftelijke afspraken over deel- Tabel 2 Samenstelling ZAT's in VO naar kerninstellingen, name van kerninstellingen, 2005-2008 (in 2006-2008 (in procenten) procenten) 2008 2007 2006 2004 2008 2007 2005 jeugdgezondheidszorg 97 95 94 87 jeugdgezondheidszorg 54 60 72 Leerplicht 97 95 92 81 maatschappelijk werk 65 64 76 maatschappelijk werk 79 79 73 69 bureau jeugdzorg 57 59 44 bureau jeugdzorg 72 71 71 64 REC-4 50 31 30 politie 66 63 61 50 Leerplicht 47 47 23 jeugd-ggz 31 31 28 23 jeugd-ggz 45 22 10 REC-4 25 20 16 - De borging en formalisering van afspraken over samen- Bij de ZAT's in het middelbaar beroepsonderwijs lijkt de werking in ZAT's op scholen voor voortgezet onderwijs aanzienlijke stijging van deelnamepercentages in de blijft stabiel. Voor een ruime meerderheid van de kern- periode tot en met 2007 zich, op basis van de instellingen (68% tot 79%) bestaan er afspraken over de bevindingen van zowel de eerste analyses van de monitor deelname en inzet. 2008 als die van het Landelijk Steunpunt ZAT, door te zetten. Tabel 5 ZAT's in VO naar schriftelijke afspraken over deel- name van kerninstellingen, 2004-2008 (in Tabel 3 Samenstelling ZAT's bij ROC's naar kern- procenten) instellingen, 2006-2007 (in procenten) 2008 2007 2006 2004 2007 2006 maatschappelijk werk 54 53 56 57 Leerplicht 82 73 jeugdgezondheidszorg 52 49 50 52 ggz 79 55 bureau jeugdzorg 51 48 49 49 maatschappelijk werk 77 68 Leerplicht 50 45 45 43 RMC 77 64 politie 32 28 28 23 bureau jeugdzorg 71 59 jeugd-ggz 34 31 32 27 politie 66 55 REC-4 28 24 21 - jeugdgezondheidszorg 50 41 REC-4 32 - Het aandeel ZAT's dat met kernpartijen schriftelijke verslavingszorg 64 59 afspraken heeft varieert van 32% tot 54% (was 28% tot 53%). Het maatschappelijk werk maakt van de vijf 3




Nederlands Jeugdinstituut Monitor 2008: Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs

kerninstellingen het vaakst schriftelijke afspraken over geformaliseerde schriftelijke afspraken over de inzet van hun inzet (54%), gevolgd door de jeugdgezondheidszorg bureau jeugdzorg in de psychosociale zorg voor ROC- en bureau jeugdzorg. deelnemers is afgenomen van 11% naar 5%. Daarentegen is er een toename waar te nemen van de inzet van het Bij de ROC's (cijfers over 2007) heeft 71% tot 83% van de schoolmaatschappelijk werk (van 26% naar 40%), politie ZAT's afspraken over deelname en inzet met kern- (van 11% naar 22%) en Leerplicht (30% naar 43%). instellingen gemaakt. Het aandeel schriftelijke afspraken bedraagt 35% tot 51%. Eind juli zijn aparte factsheets over de leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het primair onderwijs, Tabel 6 ZAT's bij ROC's naar schriftelijke afspraken over voortgezet onderwijs en het middelbaar beroeps- deelname van kerninstellingen, 2007 (in onderwijs beschikbaar via de website "www.zat.nl" van procenten) het Landelijk Steunpunt ZAT. Op deze website is tevens maatschappelijk werk 51 uitgebreide informatie beschikbaar over activiteiten van ggz 50 het steunpunt, het kwaliteitskader ZAT en onder- jeugdgezondheidszorg 50 steunende referentiemodellen en instrumenten. bureau jeugdzorg 48 Leerplicht 41 RMC 37 politie 35 verslavingszorg 44

Bestuurlijke afspraken over ZAT
In het primair onderwijs heeft 58% van de WSNS-
verbanden bestuurlijk overleg met alle of een deel van de betrokken gemeenten over de inzet van instellingen in het ZAT. Ruim een kwart (29%) heeft geen overleg
waarvan 12% dit overleg in voorbereiding heeft. In 2007 voerde 42% van de WSNS-verbanden met gemeenten
overleg.
In het voortgezet onderwijs overlegt 65% van de
samenwerkingsverbanden-VO periodiek met de
gemeente(n) over de inzet van (grotendeels) gemeentelijk gefinancierde, externe instellingen in schoolgebonden ZAT's. In 2007 was dat nog 48%.
Uit de voorlopige cijfers van 2008 voor het middelbaar beroepsonderwijs blijkt dat 65% van de ROC's overleg met de gemeente(n) voert over de samenwerking in de psychosociale zorg van ROC-deelnemers. Negen van Colofon iedere tien ROC's (92%) hebben bestuurlijk overleg met prof. drs. Dolf van Veen gemeente(n) over een of meer aspecten zoals de inzet van drs. Paolo van der Steenhoven maatschappelijk werk en de jeugdgezondheidszorg.
Nederlands Jeugdinstituut, Onderwijs & Jeugdzorg We zien in deze onderwijssector een toename van Catharijnesingel 47 3511 GC Utrecht schriftelijke afspraken ten behoeve van zorg van Postbus 19152 3501 DD Utrecht deelnemers tussen gemeenten en ROC's van 59% in 2007 T: 030 230 6693 F: 030 231 9641 naar 74% in 2008. De beleidsaandacht voor ZAT's en de E: onderwijsjeugdzorg@nji.nl W: www.zat.nl preventie van voortijdig schoolverlaten lijkt hierin een Overname van gegevens is met bronvermelding toegestaan. belangrijke motor te zijn geweest. Het aandeel

4