Technische Universiteit Delft

Internationale studententeams ontwerpen hightech revalidatie-instrumenten

Vaak duurt een revalidatieproces veel langer dan nodig, omdat de patiënt de benodigde oefeningen onjuist uitvoert. Omdat revalidatie vaak thuis gebeurt, is het voor een arts lastig om dat proces te begeleiden en in te grijpen wanneer dat nodig is. De afgelopen maanden bogen zes internationale teams van studenten zich over een door het Universitair Medisch Centrum Utrecht opgeworpen vraag: "Hoe kan technologie helpen een patiënt beter te laten revalideren?". Ze ontwierpen hightech apparaten die een patiënt ondersteunen bij de revalidatie en de arts online inzicht geven in het herstel thuis.

Op vrijdag 12 juni zijn de prototypes van deze innovatieve revalidatieapparaten op de TU Delft te zien.

Twee voorbeelden:

Polsoperatie

Een patiënt met een polsblessure of die een polsoperatie heeft ondergaan, moet veel met de pols oefenen en mag niet over- of onderbelasten. Een van de teams ontwierp een apparaat ter grootte van een schoenendoos dat nauwkeurig bijhoudt hoeveel en hoe intensief de patiënt oefeningen met de pols doet. Het prototype is via de computer met internet verbonden. Zo kan de arts precies zien hoe en hoeveel de patiënt oefent en kan waar nodig bijsturen. "Het oefenen moet natuurlijk ook wel een beetje leuk zijn, gemotiveerd blijven is vaak het probleem", aldus José Maas, studente Industrieel Ontwerpen in Delft. "We koppelen er daarom een spelletje Tetris aan. Met de polsbewegingen stuur en draai je de Tetrisblokjes. Dat is leuk en je herstelt van je polsoperatie."

Rugklachten

Een ander team ontwierp in de kleding verborgen sensoren om rugklachten tegen te gaan. Het instrument meet de stand van de rug. Zodra de patiënt pijn ervaart kan hij of zij dat aangeven door een pijnknop in te drukken op een polsband. Zo leert het systeem welke rugstand vermeden moet worden. Met trilsensoren wordt de patiënt daarvoor gewaarschuwd.

Online samenwerking

De teams zijn samengesteld uit studenten van universiteiten uit Engeland, Slovenië, Hongarije, Kroatië, Zwitserland en Nederland (Delft). De studenten werkten online samen. Alleen voor de bouw van het prototype, het testen en de presentatie ontmoeten ze elkaar een week lang in het UMC Utrecht.

De ontwerpoefening, E-GPR (European Global Product Realisation) genaamd is een initiatief van de TU Delft en vindt jaarlijks plaats. Dit jaar was de "opdrachtgever" het UMC Utrecht, dat hiermee een unieke kans aangrijpt om met jonge enthousiaste studenten de mogelijkheden op dit gebied te verkennen. De deelnemende studenten doorlopen een volledig ontwerpproces. Dat betekent dat ze in alle betrokken landen informatie hebben ingewonnen over wensen en toepassingsmogelijkheden en vele ontwerpideeën hebben geëvalueerd. Elk team heeft één uiteindelijk gekozen concept uitgewerkt tot een werkend prototype. Als de studentenoplossingen voor doorontwikkeling en verspreiding interessant zijn, heeft het UMC Utrecht de infrastructuur om met commerciële partijen de ideeën te vermarkten. Zo werken mensen met een technische en een medische achtergrond samen om de zorg verbeteren.